100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting pathofysiologie leerjaar 2 periode 1 $6.37
Add to cart

Summary

Samenvatting pathofysiologie leerjaar 2 periode 1

 13 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting pathofysiologie leerjaar 2 periode 1

Preview 4 out of 62  pages

  • February 8, 2023
  • 62
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Pathofysiologie week 1
PowerPoint biologie week 1 anatomie cel diffusie en osmose
Thema 1:

Zie ook samenvatting biologie voor de anatomie van een cel




Celmembraan: bestaat uit een dubbele laag fosfolipiden met daarin eiwitten

- Fosfolipide:

‘kop’ = hydrofiel = waterminnend = wateroplosbaar
‘staart’ = hydrofoob = waterafstotend = vetoplosbaar

Celorganellen: organen’ van de cel

- Celkern (nucleus, drager van erfelijke eigenschappen, DNA
bepaalt welke eiwitten in de cel gemaakt worden, eiwitten bepalen welke processen er
plaatsvinden in de cel, (bijvoorbeeld enzymen) ‘regulator’
- Endoplasmatisch reticulum (ruw, met daarop ribosomen: aanmaak eiwit, glad: transport
naar Golgiapparaat in de cel en aanmaak van onder meer vetten)
- Golgi- apparaat (bewerkt producten (vooral eiwitten) uit het ER (tot vb enzymen voor
afbraak macronutriënten), distributie van eiwitten binnen of buiten cel)
- Lysosomen (verteringssysteem van de cel (vetten, eiwitten, sachariden) afbraak van
afvalstoffen
- Mitochondriën (aerobe verbranding, reactie tussen macronutrienten en zuurstof
energieleverancier van de cel)

Cytoplasma: waterige oplossing:
- water (75%)
- zouten
- eiwitten
- koolhydraten

, - vetten
Diffusie: diffunderen = verspreiden

- Gassen, veel vloeistoffen en oplossingen mengen
spontaan (ranja in glas water)
- Stoffen hebben namelijk de eigenschap dat ze,
wanneer mogelijk, zich van een hoge naar een lage
concentratie bewegen

Snelheid van diffusie hangt af van:
- Temperatuur
- Grootte van deeltjes
- Concentratieverschil
- Diffusieoppervlak
- Dikte van membraan



Osmose: diffusie van water door een ‘semipermeabel’
membraam
Kan wel water doorheen maar geen deeltjes

Lichaam streeft naar, gelijke concentratie van stof in water




Informatie uit de les
Thema 2:

Waarom haal je adem? zuurstof -> nodig voor verbranding -> ATP geen ATP? Dan heb je een
probleem met de energievoorziening van je cel en kunnen processen niet lopen. CO2 moet weg, O2
inademen en cO2 uitademen

Kleine bloedsomloop
In de kleine bloedsomloop komt zuurstofarm bloed binnen in de rechterboezem van het hart. De
klep tussen de rechterboezem en -kamer opent en het bloed stroomt naar de rechterkamer. Het hart
pompt het bloed via de rechterkamer en de longslagader naar de longen. In de longen geeft het
bloed koolzuur af en neemt het zuurstof op. Dit zuurstofrijke bloed stroomt door de longaderen
terug naar het hart.

,Grote bloedsomloop
De grote bloedsomloop loopt vanuit het hart
naar alle delen van het lichaam. De
linkerkamer pompt het zuurstofrijke bloed via
de aorta het lichaam in. De aorta vertakt zich
tot steeds kleinere vaten en haarvaten. De
organen gebruiken voedingsstoffen en zuurstof
uit de haarvaten en geven hun afvalstoffen af
aan de haarvaten. Het zuurstofarme bloed gaat
via de aders weer terug naar het hart.



Atrium = boven

Ventrikel = beneden

Doormiddel van diffusie: gaat zuurstof vanuit
een longblaasje naar een bloedvat ---→
Van veel co2 naar weinig co2. Longblaasjes zijn
heel dun.

Het roze zijn allemaal blaasjes en daar loopt
kraakbeenpijpjes naartoe.

Bloedvatsysteem is verbonden met je hart,
luchtwegsysteem is verbonden met buiten en
dit moet ergens samenkomen, want de lucht
die in die trachea zit die moet uiteindelijk in
het bloed terechtkomen, zodat het hart het
rond kan pompen. En dat gebeurt op
afbeelding 4.9




De uitademingslucht komt terecht in de alveoli, dat dunne wandje van de alveoli en het dunne
wandjes van de cappulaire (bloedvaatjes op de overgang van arteri en vene) Hier vindt dan de
uitwisseling plaats van zuurstof en co2 op basis van diffusie.

, Lucht komt in de longen, hier is allemaal kraakbeen. Hier gebeurt nog niks met de zuurstof,
vervolgens komt het in zo’n druiventros (afbeelding 4.9) terecht en daar vindt de uitwisseling plaats
van zuurstof en co2.

Zuurstofarm bloed, neemt zuurstof op en wordt zuurstofrijk bloed en gaat terug naar het hart.

Maar hoe komt nou de lucht in je longen terecht? Voor
ademhaling heb je spieren nodig, die zitten in het
middenrif en de tussenribspieren. Een spier die gespannen
is, is kort, een spier dat ontspannen is, is lang.

Op het moment dat het middenrif (diafragma) en de
tussenribspieren zich aantrekken dan zie je dat de ruimte
in de torso groter wordt.




Als de longen nergens aan vastzitten dan
gebeurd er nog niks mee, die longen die zitten
vast met een borstvlies en een longvlies aan de
binnenkant van de borstkas. Longvlies zit aan
beide kanten om de longen heen en het
borstvlies zit aan beide kanten aan de
binnenkant van de ribbenkas vast. Daar tussenin zit een laagje water en dit laagje water houdt
eigenlijk de vliezen bij elkaar. Dat water zorgt er dus ook voor, dat wanneer je borstkas uitzet dat de
longen ook uitzetten en daarmee via je trachea lucht naar binnen zuigt.

Wat heb je dus nodig voor je ademhaling?
- Je longen
- Spieren
- Zenuwen die, die spieren aansturen om samen te knijpen

Klaplong: het loslaten van de long, waarbij dat waterige spul lostrekt. (vaak bij lange dunne jongens,
het oppervlakte wordt te groot om de los van te houden)

Longen moeten bewegen zodat er lucht in komt.

Hoe gaat het dan verder met de zuurstof? Zuurstof bindt aan hemoglobine in de rode bloedcel
(erytrocyt) en wordt het lichaam in vervoerd. In de weefsels verdrijft CO2 de O2 van de
hemoglobinemolecuul. CO2 wordt met rode bloedcel in bloed mee vervoerd naar longen en hier
uitgeblazen.



Thema 3:

Lever maakt albumine: transport eiwit ( bijv. calcium en medicatie) het zorgt ook voor de colloid-
osmotische druk: albumine houdt vocht vast (trekt water aan) albumine zorgt o.a. voor vasthouden
van H2O in bloedvaten

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dellemann99. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.37. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

59063 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.37  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added