Dit is een samenvatting van het boek Bestuursrecht van Boomjuridisch. Van de hoofdstukken 1,2, 3,4,7,8,9,13,14,15,16.
Inclusief de wetsartikelen die je nodig hebt staan er bij vermeld.
Hoofdstuk 1 Inleiding bestuursrecht
1.2 bestuursrecht
Het bestuursrecht bevat alle regels die de overheid nodig heeft om te kunnen en mogen besturen en de regels die de
burger nodig heeft om tegen dit besturen te kunnen optreden.
Algemeen bestuursrecht: wordt in de algemene wet bestuursrecht (Awb) behandeld. In deze wet worden algemene regels
gegeven over rechtsbescherming, handhaving en bijv. de begrippen bestuursorgaan, delegatie, atrributie , mandaat,
besluit en beschikking.
Doelen Awb: meer eenheid brengen in de bestuursrechtelijke wetgeving, de bestuursrechtelijke wetgeving
systematiseren en vereenvoudigen en ten slotte normen die in de rechtspraak zijn ontwikkeld codificeren (=opnemen in
een wet).
Bijzonder bestuursrecht: richt zich op een bepaald onderdeel van het bestuursrecht. Het vreemdelingenrecht,
belastingrecht, socialezekerheidsrecht, milieurecht en het ruimtelijk bestuursrecht.
Privaatrecht Publiekrecht
Relaties tussen burgers onderling Relatie tussen overheden en tussen overheid en burger
Rechtspersoon en natuurlijk persoon. De overheid is dan 'machtspersoon'
Voorbeeld privaatrechtelijke rechtspersonen: Stichting
en een BV
Het publiekrecht kun je onderverdelen in:
1. Strafrecht
2. staatsrecht
3. bestuursrecht
,Onder bestuursrecht valt: algemeen bestuursrecht en bijzonder bestuursrecht
1.4 Materieel en formeel bestuursrecht
Het materieel bestuursrecht bevat rechtsnormen waarin voor burgers en bestuursorganen afspraken of verplichtingen
zijn opgenomen.
Voorbeeld: een bepaling in de wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Het formeel bestuursrecht bevat procesrechterlijke regels die de burger nodig heeft om tegen het optreden van de
overheid iets te ondernemen
Voorbeeld: de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen de afwijzing van een omgevingsvergunning.
1.5 Bronnen van bestuursrecht
1. internationale recht: verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden
2. Nationale wetgeving: bestuursrechtelijke wetten in formele zin (wetten die door de regering en de Staten-Generaal
worden vastgesteld) Bijv. gemeentewet, de grondwet en de wet op de raad van state.
3. Wetten vastgesteld door lagere wetgevers: gemeentelijke vorderingen, APV bouwverordering, provinciale
verorderingen en keuren van waterschappen.
4. Ongeschreven bestuursrecht: ook wel gewoonterecht. Het vertrouwensbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel
zijn ongeschreven beginselen waar de overheid rekening mee moet houden en waar de burger een beroep op kan
doen.
1.6 Kenmerken van het bestuursrecht
Een kenmerk is dat voor overheidsoptreden het legaliteitsbeginsel van toepassing is. (Legaliteitsbeginsel = de
bevoegdheid van de overheid om op te treden is in de wet terug te vinden) Instrumenten die de overheid heeft om
gebruik te maken van macht staan in een democratische wijze tot stand gekomen wet.
De overheid die de burger verplichtingen kan opleggen, is daartoe alleen in staat als de bevoegdheid in een wet in
formele zin is opgenomen.
Een ander kenmerk is het specialiteitsbeginsel (= de bevoegdheid van de overheid alleen kan worden aangewend voor het
specifieke doel waarvoor die wet is bedoeld)
Om te voorkomen dat de overheid te gemakkelijk zich kan beroepen op het dienen van het algemeen belang, wordt in de
wet telkens het specifiek belang aangegeven.
1.7 Gelede normstelling
Regelgeving komt op verschillende bestuurlijke niveaus tot stand, waarbij een lagere regeling niet in strijd mag komen
met een hogere.
1. Verdragen
2. Statuut
3. Grondwet
, 4. Wetten in formele zin
5. KB's die regels bevatten
6. Ministeriële regelingen
7. Provinciale verorderingen
8. Gemeentelijke verorderingen en waterschapsverorderingen
9. Beleidsregels
10. Vergunningvoorschriften
11.
1.8 Openbare lichamen
Openbare lichamen zijn: De Staat, De provincies, de waterschappen, de gemeenten en de lichamen waaraan krachtens de
grondwet verordende bevoegdheid is verleend.
Deze openbare lichamen bestaan uit bestuursorganen.
De staat > minister
De provincie > provinciele staten, gedeputeerde staten en de commisaris van de koning
De gemeenten > gemeenteraad en burgemeester en wethouders
Krachtens de grondwet verordende bevoegdheid is verleend > Sociaal-Economische Raad (SER)
SER adviseert de regering en het parlement over het sociaal-economisch beleid.
1.9 Overheid en privaatrecht
De openbare lichamen bezitten rechtspersoonlijkheid. De overheid staat gelijk met een natuurlijk persoon (art. 2:5 BW)
Wanneer de overheid privaatrechtelijk handelt, moet zij rekening houden met het feit dat zij handelt in het algemeen
belang. Geldverspilling is in strijd met de eisen van het behartigen van het algemeen belang.
Tweewegenleer: Indien een publiekrechtelijke bevoegdheid bestaat, ook gebruik mag worden gemaakt van een
privaatrechtelijke bevoegdheid.
In het Windmill-arrest heeft de Hoge Raad bepaald in hoeverre de overheid kan kiezen voor de publiekrechtelijke dan
wel de privaatrechtelijke weg.
1.10 Communicatie met de overheid
Communicatie tussen burgers en overheid kan op verschillende manieren bijvoorbeeld door schriftelijk, mondeling en
digitaal. Burgers kunnen ook gebruik maken van gemachtigden, zoals een advocaat.
De Algemene wet bestuursrecht kent daarvoor enkele regels. volgens (art. 2:1 Awb) kan een ieder zich in het verkeer met
bestuursorganen zich laten bijstaan of door een gemachtigde laten vertegenwoordigen.
De overheid mag bijstand of vertegenwoordiging weigeren als tegen de persoon ernstige bezwaren bestaan. Dat mag niet
als een advocaat bijstand verleend volgens (art. 2:3 Awb).
,Hoofdstuk 2 Bevoegdheidsverkrijging
2.1 Inleiding
Om als bestuursorgaan beslissingen te mogen nemen moet je bevoegd zijn. Een bestuursorgaan kan op 3 manieren een
bevoegdheid verkrijgen:
Attributie = Het toekennen van een nieuwe bevoegdheid
Artikel 10:22 Awb bepaalt dat voor de nieuwe bevoegdheid een basis in een wettelijk voorschrift moet zijn
(legaliteitsbeginsel). De wet regelt wie bevoegd is om beslissingen te nemen.
Delegatie
Bij delegatie draagt een bestuursorgaan zijn bevoegdheid over aan een ander. Delegatie is alleen toegestaan indien dit bij
wettelijk voorschrift mogelijk is gemaakt. Er moet een wettelijk voorschrift (= bijv. een provinciale of gemeentelijke
verordering) zijn dat delegatie mogelijk maakt. Degene die de delegatie overdraagt noem je de delegans. degene die de
bevoegdheid verkrijgt is een delegataris.
Door delegatie raakt het bestuursorgaan dat delegeert zijn bevoegdheid kwijt (art. 10:17 Awb) Het is nog wel mogelijk om
de bevoegdheid terug te krijgen. Dit kan door het delegatiebesluit in te trekken (art. 10:18 Awb).
Mandaat
De bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluit te nemen. (art. 10:1 Awb) Het verschil tussen delegatie en
mandaat is dat bij mandaat de bevoegdheid niet wordt overgedragen maar dat iemand gemachtigd wordt om een
beslissing te maken in naam van de bevoegde. Iemand die de bevoegdheid uitoefent noem je een mandataris. De
mandans is degene die de mandaat geeft.
Soms is mandaatverlening niet mogelijk, omdat de aard van de bevoegdheid zich verzet tegen mandaatverlening of de
wet mandaatverlening niet toestaat. (art. 10:3 Awb)
Submandaat = een mandataris geeft de bevoegdheid door naar iemand anders.
Hoofdstuk 3 Belanghebbende
3.1 Inleiding
Onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. (art. 1:2 Awb)
3.3 Eisen Belanghebbende
Je bent pas belanghebbende als je aan de volgende 5 eisen voldoet:
, 1. Je hebt een eigen belang
2. Je hebt een objectief bepaalbaar belang
3. Je hebt een actueel, voldoende zeker belang
4. Je hebt een persoonlijk belang
5. Je hebt een rechtstreeks betrokken belang
3.4 Belang van rechtspersonen
Rechtspersonen kunnen belanghebbende zijn met betrekking tot hun eigen belangen. (art. 1:2 lid 2 Awb)
Artikel 1:2 Awb maakt het mogelijk voor rechtspersonen om ook als belanghebbende te worden aangemerkt als het gaat
om het behartigen van algemene en collectieve belangen. Voorbeelden algemene en collectieve belangen: milieubelang,
cultuur en kunst belangen, belang van de volksgezondheid. hier zorgen; vakbonden, ondernemersorganisaties en
buurtverenigingen voor.
Statuten: grondregels voor rechtspersonen
Eisen om als rechtspersoon voor je collectieve en algemene belangen op te komen:
1. Rechtspersoon zijn. (art. 2:3 BW)
2. Het betreffende belang in het bijzonder behartigen. Een rechtspersoon moet de doelstelling in de statuten
voldoende specifiek omschrijven.
3. De belangenbehartiging laten blijken uit statutaire doelomschrijving en de feitelijke werkzaamheden
4. Actief zijn
Voor de vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid geldt nog dat:
1. Er contributie betalende leden moeten zijn
2. Er met regelmaat een ledenvergadering is.
3. De organisatie als geheel deelneemt aan het rechtsverkeer
4. Het doel van de vereniging uit de statuten moet blijken
3.5 Belang van bestuursorganen
Een bestuursorgaan kan belanghebbende zijn. Artikel 1:2 lid 2 Awb bepaalt dat de aan het bestuursorgaan vertrouwde
belangen als zijn belangen worden beschouwd.
Hoofdstuk 4 Het besluit
4.1 Inleiding
Dagelijks worden door bestuursorganen veel besluiten genomen. Bijv. Het college van burgemeester en wethouders van
de Gemeente Arnhem besluit tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan autobedrijf Wensink. dit is een besluit.
Om te beoordelen of een omgevingsvergunning een Awb-besluit is, moet je het besluit toetsen aan het bepaalde in artikel
(1:3 lid 1 Awb)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller freekjeariens10. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.