Deze samenvatting behandelt h1 t/m h8. Deze hoofdstukken zijn de lesstof voor het tentamen bestuursrecht op HSL. Ik heb met deze samenvatting zelf een voldoende gehaald! :)
H1 Praktisch bestuursrecht
Paragraaf 1.1: Wat is bestuursrecht?
Als het gaat om het uitvoeren van bestuurstaken wordt de term openbaar bestuur gebruikt. Het
openbaar bestuur treedt in verschillende hoedanigheden en op verschillende manieren op en
behartigd daarbij het algemeen belang. Het openbaar bestuur dient de samenleving zo te besturen
dat burgers en organisaties daar op een fatsoenlijke manier met elkaar kunnen leven, wonen en
recreëren. Het handelen van het openbaar bestuur gebeurt namelijk door een persoon of een groep
personen in hoedanigheid van een bestuursorgaan. Het bestuursrecht bevat regels, ook wel
rechtsregels genoemd, met betrekking tot:
- De organisatie van het openbaar bestuur
- Het verlenen van bestuursbevoegdheden aan bestuursorganen
- De rechtsnormen waaraan het openbaar bestuur zich moet houden bij de uitoefening van
die bestuursbevoegdheden.
- Rechtsnormen die gelden voor de burger en regels voor de handhaving ervan
- De juridische bescherming van de burger tegen het optreden van het openbaar bestuur
In ons rechtssysteem worden rechtsregels onderscheiden in publiekrechtelijk en privaatrechtelijk
deel, waarbij in het eerste deel de relatie overheid-burger centraal staat. Het bestuursrecht behoort
dus tot het publiekrecht en neem daarin naast het staatsrecht en het strafrecht een steeds
belangrijkere plaats in. Het staatsrecht houdt zich tot zekere zin ook bezig met organiseren van het
openbaar bestuur. Daarnaast komen in het privaatrecht ook regels van publiekrechtelijke aard voor.
Verder kan het openbaar bestuur, soms onder voorwaarden, gebruik maken van de mogelijkheden
uit het privaatrecht.
Paragraaf 2: het legaliteitsbeginsel
1.2.1 legaliteitsbeginsel
Nederland is een democratische rechtsstaat, waarin alleen organen met een regelgevende
bevoegdheid wetten kunnen uitvaardigen. Het openbaar bestuur voert die wetten uit, maar is daar
ook zelf aan gebonden. Het openbaar bestuur mag alleen als openbaar bestuur optreden als dit in de
wet is vastgelegd. Deze wetmatigheid van bestuur wordt het legaliteitsbeginsel genoemd.
Wetten die worden vastgesteld door de formele wetgever, de Staten-Generaal en de regering samen,
worden wet in formele zin genoemd. Er zijn ook andere organen met regelgevende bevoegdheid die
regels vaststellen. Voor het totaal van alle soorten wetten wordt vaak de verzamelterm wet- en
regelgeving gebruikt. Elke wet die algemeen verbindende voorschriften bevat waaraan iedereen voor
wie de wet is bedoeld gebonden is, wordt wet in materiele zin genoemd.
1.2.2 specialiteitsbeginsel
Tenzij de wet anders bepaald, moet het openbaar bestuur bij alles wat het doet belangen afwegen.
Als behartiger van het algemeen belang moet het openbaar bestuur dit belang afwegen tegen de
belangen van individuele burgers. Het specialiteitsbeginsel beperkt die afweging tot het kader van de
belangen waarvoor een speciale wet of regeling is bedoeld. Het openbaar bestuur mag in de gevallen
waarvoor de wet of regeling is vastgesteld dus alleen het specifieke belang behartigen waarop die
wet of regeling zich richt.
,Paragraaf 3: bronnen van het bestuursrecht
Voor het bestuursrecht zijn drie rechtsbronnen van belang:
- Wet- en regelgeving en verdragen
- Jurisprudentie
- Ongeschreven recht, met name enkele algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Bestuursrechtelijk normstelsel
Verdrag Staat der Nederlanden
Wet- en regelgeving
EU-verordening en EU-richtlijn Europees Parlement/Raad/Commissie
Grondwet Formele wetgever
Wet in formele zin Formele wetgever
Algemene maatregel van bestuur AMvB Regering
Ministeriële regeling Minister
Provinciale verordening Provinciale Staten
Gemeentelijke Gemeenteraad/waterschapbestuur
verordening/waterschapverordening
Geen wet- en regelgeving
Beleidsregels en vergunningvoorschriften Op alle niveaus van het openbare bestuur
Verdragen, EU-verordening en EU-richtlijn
Verdragen zijn afspraken tussen staten. Enkele belangrijke verdragen voor het bestuursrecht zijn: het
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM), het Verdrag van de Europese
Unie (EU-verdrag) en het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (EU-
Werkingsverdrag). Europese richtlijnen zijn gericht tot lidstaten en hebben in beginsel geen
rechtstreekse werking.
Grondwet, wet in formele zin en AMvB
De grondwet bevat, afgezien van de belangrijke grondrechten, weinig regels voor burgers. Dit is de
hoogste wet in formele zin die dus net als de andere wetten in formele zin door de formele wetgever
is vastgesteld. Een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) is van lagere orde en wordt vastgesteld
door de regering.
Verordening/regeling
Ook ministeriele regelingen bevatten hoofdzakelijke algemeen verbindende voorschriften voor
burgers en kunnen daarnaast bevoegdheden toekennen aan bestuursorganen. Hetzelfde geldt voor
provinciale verordeningen, gemeentelijke verordeningen en waterschapverordeningen. De regels in
provinciale verordeningen gelden alleen voor het grondgebied van de provincie, de regels in de
gemeentelijke verordening gelden alleen binnen de gemeentegrenzen. Waterschapsverordeningen
hebben dezelfde rang als gemeentelijke verordeningen en zijn van toepassing op het grondgebied
van het waterschap.
Beleidsregels en vergunningvoorschriften
Naast het hiërarchische normenstelsel kunnen in alle lagen van het openbaar bestuur ook nog een
beleidsregels en vergunningsvoorschriften worden vastgesteld. Beleidsregels zijn eigen richtlijnen
,voor het openbaar bestuur en gelden alleen voor het orgaan van het openbaar bestuur dat ze heeft
vastgesteld of waarvoor ze bedoeld zijn. Vergunningvoorschriften zijn normen die gelden in het
individuele geval, namelijk voor degene aan wie de vergunning is verleend. Vergunningvoorschriften
kunnen bestaan uit rechtsnormen afkomstig van wetten en lagere regelingen en uit regels die het
bestuursorgaan dat de vergunning verleent, voorschrijft. Met de gelede normstelling wordt bedoeld
dat normen voor een bepaald geval worden bepaald door normen in verschillende regelingen die
dikwijls in een hiërarchische verhouding tot elkaar staan. Gelede normstelling komt in het
bestuursrecht veel voor en ontstaat doordat de diverse organen van het openbaar bestuur elk op
hun eigen niveau normen kunnen of moeten stellen. Het bestuursorgaan dat de aanvraag om een
vergunning moet beoordelen zal bij het nemen van een beslissing dus goed rekening moeten houden
de toepasselijke normen in de diverse regelingen.
Paragraaf 4: Algemeen en bijzonder bestuursrecht
In het bestuursrecht valt een algemeen en een bijzonder deel te onderscheiden. Het algemene
bestuursrecht bevat regels die op alle terreinen van het bestuurlijk optreden van toepassing zijn. Het
bijzonder bestuursrecht bevat regels die speciaal zijn opgesteld voor de bijzondere gebieden waarop
het openbaar bestuur actief is. De rechtsgebieden in het bijzonder bestuursrecht heten bijvoorbeeld
het sociaalzekerheidsrecht, omgevingsrecht, milieurecht, vreemdelingenrecht, gezondheidsrecht,
economische bestuursrecht en fiscaal bestuursrecht.
Op elk terrein van het bijzonder bestuursrecht bestaan talrijke regelingen die de inhoud van rechten,
plichten en bevoegdheden bepalen of regels voor procedures die gevolgd moeten worden. De
wetgever probeert om in deze bestuursrechtelijke verscheidenheid enige eenheid en samenhang te
brengen met zogenoemde coördinatiewetgeving. In een coördinatiewet worden bepalingen die in
alle regelingen op een bepaald gebied van het bestuursrecht voorkomen bij elkaar gebracht.
Paragraaf 5: De Algemene wet bestuursrecht
1.5.1 De Awb
In de Awb zijn algemene regels opgenomen die van toepassing zijn op het hele bestuursrecht en in
beginsel op elk bestuurstaak. De basis voor de Awb is gelegen in art. 107 lid 2 Gw, dat aan de
wetgever de opdracht geeft om een wet te maken met algemene regels van het bestuursrecht, met
als doel:
- Het bevorderen van eenheid binnen de bestuursrechtelijke wetgeving
- De vereenvoudiging van bestuursrechtelijke wetgeving.
- Het opnemen in de wet van ontwikkelingen in de bestuursrechtelijke rechtspraak.
- Het treffen van algemene voorzieningen voor onderwerpen die zich niet lenen voor regeling
in een bijzondere wet.
De Awb is een aanbouwwet die in vier fasen (tranches) tot stand is gekomen door er steeds meer
inhoudelijke onderdelen aan toe te voegen. Na een eerste hoofdstuk met inleidende bepalingen
volgen in hoofdstuk 2 regels voor het verkeer tussen burgers en bestuursorganen. Hoofstuk 3 bevat
algemene bepalingen over besluiten. Hoofdstuk 4 bevat bijzondere bepalingen over besluiten. De
handhaving van overtredingen is geregeld in hoofdstuk 5. Hoofdstuk 6 bevat algemene bepalingen
over bezwaar en beroep, terwijl in hoofdstuk 7 de bijzondere bepalingen op dit vlak. Regels over de
wijze van procederen bij de bestuursrechter zijn vastgelegd in hoofdstuk 8. Hoofdstuk 9 gaat over de
behandeling van klachten. Hoofdstuk 10 bevat bepalingen over bestuursorganen waaronder het
laten uitoefenen van een bevoegdheid door een ander orgaan. Hoofdstuk 11 eindigt met
slotbepalingen.
, De Awb bevat 3 bijlagen:
1. Over rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter
2. Regels die aangeven welke bestuursrechter bevoegd is
3. Regels over verlaagd griffierecht
De indeling van de Awb toont al een van haar belangrijkste kenmerken: de gelaagde structuur.
Daarmee wordt bedoeld dat de wet is opgebouwd uit verschillende lagen, waarbij telkens eerst de
algemene bepalingen worden genoemd en daarna de bepalingen voor de meer bijzondere gevallen.
1.5.2 Relatie tot het bijzonder bestuursrecht
De regels van het algemeen bestuursrecht zijn in beginsel steeds van toepassing op die van het
bijzonder bestuursrecht. Indien de regel in de bijzondere wet afwijkt van die in de Awb, dan gaat de
regel in de bijzondere wet voor, tenzij afwijking nodig is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller madelonely. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.68. You're not tied to anything after your purchase.