Samenvatting boek Gedragswetenschappen (Approaches to Psychology)
Samenvatting Approaches to Psychology, ISBN: 9780077140069 Introductie Gedragswetenschappen (200300480)
Samenvatting Approaches to psychology
All for this textbook (5)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Sociologie
Introductie Gedragswetenschappen
All documents for this subject (9)
Seller
Follow
StuviaManMetHetStuviaPlan
Reviews received
Content preview
Samenvatting Introductie
Gedragswetenschappen
Boek: Approaches to Psychology (Glassman & Hadad)
- Hoofdstuk 1 -
Gedragswetenschappen zijn simpelweg op zoek naar de verklaring van gedrag,
hoe komt het tot stand. Hoe autonoom is het gedrag van het individu eigenlijk?
Er staan twee dimensies centraal.
Wie tussen de individu en samenleving de oorzaak en het gevolg is, valt te
betwisten. Ze zijn eigenlijk onlosmakelijk met elkaar verbonden. In hoeverre
kunnen we gedrag verklaren aan de hand van het belang van
voorgeprogrammeerde instincten.
Inzicht in menselijk handelen vereist inzicht in de menselijke aard. De basale
kenmerken en processen van het menselijk organisme. Basale mensbeelden
zijn filosofische of religieuze overtuigingen die zich binnen de psychologie
vertalen naar sociaalwetenschappelijke theorieën. Basale mensbeelden worden
gevormd door de wisselwerking van perceptie en eerdere ervaringen.
Schemata: gestructureerde informatie en sturende denkpatronen.
Er zijn vijf dominante perspectieven op menselijk gedrag. Ze kijken op een
andere manier naar de conceptie van menselijke natuur, de voornaamste
oorzaken van gedrag en mensbeeld (zie ook: de afbeelding op de volgende
bladzijde).
1) Biologisch
2) Behavioristisch
3) Cognitief
4) Psychodynamisch
5) Humanistisch
Alle basale mensbeelden zijn abstract en hebben een kern van waarheid, maar
leggen allemaal de nadruk op een bepaald kenmerk en zijn daardoor eenzijdig.
,Geen perspectief verklaard alles, geen perspectief verklaard niks. Ze zijn
reducties van de werkelijkheid.
Aspecten biologisch adaptieve mensbeeld:
-Het evolutionair perspectief op het niveau van soort, niet op individu. De
mens is het resultaat van een zeer langzaam en langdurig proces van
verandering. De menselijke soort deelt veel met andere diersoorten, evolutie
bouwt voort op wat er al is. Ons belangrijkste evolutionaire kenmerk is ons grote
brein. Psychologische eigenschappen zijn een weerspiegeling van evolutie. Ze
hebben een bijdrage geleverd aan het overleven van de soort. We kunnen
bijvoorbeeld emoties afleiden van anderen, verwanten en niet-verwanten uit
elkaar halen en met anderen samenwerken. Genen worden overgedragen door
seksuele productie, dus hoe kiezen mensen hun partner? Vrouwen zijn
selectiever, mannen zijn in competitie. Er is conflict tussen de seksen wanneer de
reproductieve strategieën botsen. Vrouwen zijn eerder jaloers bij emotioneel
ontrouw, mannen eerder bij seksuele ontrouw. Sommigen denken dat
evolutionaire psychologie op al het menselijk gedrag toegepast kan worden.
Anderen zijn kritisch, omdat bestaande verhoudingen worden gerechtvaardigd,
het deterministisch is, cultuur negeert en van achteraf wordt geredeneerd.
-Adaptieve vermogens zijn ontwikkeld om ons aan te passen aan onze
omgeving.
-Samenspel van natuur en cultuur staat centraal.
Sommige fysieke kenmerken zijn erfelijk, maar hoe zit dat met psychologische
kenmerken? Hier begint het nature-nurture debat. Persoonlijkheid, cognitieve
vermogens, agressie, criminaliteit, seksualiteit, gezondheid, wat is aangeboren
en wat is aangeleerd? En hoe pakken we bepaald gedrag aan?
Er is volgens Frans de Waal een biologische basis voor sekseverschillen in
gedrag, maar kunnen geen rechtvaardiging zijn voor sociale ongelijkheid. Bij
sommige apen zijn vrouwen leiders, dit betekent dus dat fysieke dominantie
zonder invloed van cultuur niet centraal staat bij mensen. Ook zijn invloedrijke
ouderen, zorgzame mannen en homoseksueel contact waargenomen onder apen.
Erfelijkheid is de overdracht van genen.
Prenataal gebeurt tijdens de zwangerschap. Samen met erfelijkheid vormt dit
aangeboren kenmerken van een individu.
Postnataal gaat over opvoeding en omstandigheden waarin we leven. Het gaat
over sociaal structurele en culturele aspecten.
Over het samenspel tussen erfelijkheid en omgeving bestaan meerdere
interpretaties:
-Genetische aanleg komt tot uiting via de omgeving. Een genetische aanleg tot
alcoholisme komt niet tot uiting als alcohol haram is.
-Omgevingsinvloed hangt af van genetische aanleg. Zonder talent is succes soms
beperkt.
Schizofrenie is een ontregelende cognitieve aandoening. 15% van de bevolking
heeft genetische aanleg hiervoor, 1% krijgt uiteindelijk schizofrenie. Een aantal
omgevingsfactoren kunnen schizofrenie inschakelen zoals misbruik en trauma in
de jeugd, sociale uitsluiting, mensen die in een grote stad wonen en
cannabisgebruik.
, Directe invloeden van omgeving op genen: straling of radioactiviteit.
Genetische schade.
Verandering van aansturing genen: dieet, levensstijl en stress. Hoe de genen
gebruikt worden, epigenetica. Niet het genotype, maar het fenotype worden
veranderd. Kinderen geboren tijdens hongerwinter hebben als volwassenen meer
kans op overgewicht, hart- en vaatziekten. Epigenetisch is het erfelijke systeem
aangetast.
Hoe bepaalt men de mate van erfelijkheid, oftewel de sterkte van samenhang
tussen verschillen in kenmerk en genetische informatie in een populatie? Voor dit
soort onderzoek wordt vaak gekeken naar tweelingen of broers en zussen. Dit
kan ons een indicatie geven van de mate waarin een bepaalde attributen erfelijk
zijn.
De mate waarin genen een rol spelen hangt af van de omgeving, bijvoorbeeld bij
overgewicht. Als er geen eten is, zul je zelf met aanleg niet snel dik worden.
- Hoofdstuk 2 -
De omgeving van een individu kan die individu dingen aanleren. Van kinds af aan
word je cultureel beïnvloed en leer je door ervaring. Die leerprocessen staan
centraal in het behaviorisme. Deze heeft betrekking op het gedrag van zowel
mens als dier. Gedrag is gebaseerd op ervaring en er moet bestudeerd worden
hoe dat gedrag tot stand komt. Deze richting gelooft in de maakbaarheid van de
mens.
Niet alles is echter biologisch mogelijk om te leren. Imprinting is fase-gevoelig
leren, bepaalde dingen zijn makkelijker te leren op bepaalde leeftijden.
John Money was 20e-eeuwse seksuoloog. Hij vond dat de genderidentiteit van
kinderen ongedifferentieerd is en dat de sociale omgeving een grote rol speelt in
het vormen van de genderidentiteit. Al lijkt het moeilijk een genderidentiteit op
iemand te forceren.
Vormen van leren:
-Klassiek conditioneren: een nieuwe stimulus wordt gekoppeld aan bestaande
responsen.
-Operant conditioneren: het belonen of bestraffen van spontaan gederag.
-Sociaal leren: het observeren van consequenties voor anderen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StuviaManMetHetStuviaPlan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.