100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting BuiteNLand Aardrijkskunde H2 $5.58   Add to cart

Summary

Samenvatting BuiteNLand Aardrijkskunde H2

  • Course
  • Level

Ik heb een samenvatting geschreven over hoofdstuk 2.

Preview 2 out of 10  pages

  • February 8, 2023
  • 10
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
AARDRIJKSKUNDE HOOFDSTUK 2
2.1
Straling die aarde ontvangt wordt door de atmosfeer en het aardoppervlak verwerkt en
uiteindelijk weer terug naar het heelal gestraald.
De inkomende zonnestraling bestaat uit kortgolvige straling → binnen de straling wordt de
energie heel compact vervoerd. De atmosfeer is te dun om dit soort straling goed te kunnen
absorberen. Het aardoppervlak wordt wel goed opgewarmd hierdoor en straalt daardoor ook
weer straling terug → langgolvige straling en wordt dus minder compact vervoerd. De aarde
straalt meer langgolvige straling uit dan dat het kortgolvige ontvangt.
Stralingsbalans → het dynamisch evenwicht in inkomende en uitkomende straling op aarde.

In de energiebalans van de aarde is er een belangrijke rol weggelegd voor het
broeikaseffect. Dit is het absorberen van langgolvige straling door de atmosfeer en dat is
cruciaal voor het klimaat. Het pompt de warmte rond voordat die weer verloren gaat aan het
heelal. Zonder broeikaseffect is het veel te koud op aarde. Doordat de mens extra
broeikasgassen (koolstof, aardolie, aardgas, steenkool) aan de atmosfeer toevoegt, wordt
het broeikaseffect versterkt → versterkt broeikaseffect.

In de tropen staat de zon immers hoog aan de hemel, waardoor ze loodrecht op het
aardoppervlak vallen en die maar een klein hoeft te verwarmen. Bij ons staat de zon een
stuk lager aan de hemel waardoor de zon schuin valt. Hoe hoger je de bergen in gaat hoe
dunner de lucht, je krijgt het benauwd en verbrand snel omdat de lucht je minder beschermt
tegen de invallende zon.

2.2
De zon staat in de tropen hoog aan de hemel → warm.
- Lucht zet bij opwarming uit, waardoor er per volume eenheid minder luchtdeeltjes
zijn.
- Lucht is minder zwaar en drukt minder hard op het aardoppervlak.
= lagedrukgebied
Door deze lage druk kan de lucht makkelijk opstijgen.

Hogedrukgebied → de lucht is zwaar en drukt hard op het aardoppervlak. Hier daalt de
lucht, warmt de lucht op en is droog. (woestijn) Rond de polen is het koud. Koude lucht is
zwaar en daalt. Je vindt er dus een hogedrukgebied. Al deze luchtstromen bij elkaar noemen
we de atmosferische circulatie.

Lucht stroomt aan het aardoppervlak dus van hoge naar lage druk, maar krijgt daarbij een
afwijking doordat de aarde draait. Als je met de wind in de rug kijkt, is deze afwijking op het
zuidelijk halfrond naar links en op het noordelijk halfrond naar rechts → de wet van Buys
Ballot/corioliseffect. Als wind van lage naar hoge baansnelheid waait, raakt de wind achter.
Dit gebeurt bij passaten.
In de tropen waait de wind op het noordelijk halfrond dus meestal uit het noorden oosten en
op het zuidelijk halfrond uit het zuidoosten → passaten.

, De passaat waait niet altijd, omdat de hoogte van de zon varieert. Het lagedrukgebied rond
de evenaar, ook wel de ITCZ genoemd, schuift dan ook naar het noorden in onze zomer en
naar het zuiden in onze winter.

Op het noordelijk halfrond krijgt de wind een afwijking naar rechts en waait dan als
zuidwestelijke wind op de kust van India naar de ITCZ dat dan in Noord-India ligt. Deze
omgebogen passaten worden moessons genoemd. Op het zuidelijk halfrond buigt de
noordoostelijke passaat in onze winter af tot een noordwestelijke moesson. Moessons
zorgen vaak voor veel regen.

2.3
De wind waait op veel plaatsen vaak uit dezelfde richting. Zo hebben we in Nederland vaak
een zuidwestenwind.
Wind die over zee waait, sleurt ook het zeewater mee. Daardoor ontstaan zeestromen die
hetzelfde patroon hebben als de luchtstromen.
Een zeestroom noemen we warm als die vanuit een relatief warm gebied afkomstig is. Zo
stroomt de Golfstroom van het Caribische gebied naar Noordwest-Europa. Het zorgt voor
het warme en vochtige klimaat van West-European.
Zeestroom → koud, als het van relatief koud gebied komt. Zorgt voor koud weer. In de
subtropen zijn aan kusten met een koude zeestroom veel woestijnen. Het koude zeewater
koelt de lucht erboven af, waardoor die weinig vocht kan vasthouden. Als deze koude lucht
naar het land stroomt, vindt daar opwarming plaats. De lucht kan nu meer vocht vasthouden,
maar er is geen vocht meer om op te nemen; er is immers land. De wind voelt daarom droog
aan en er valt geen neerslag.

Zeewater stroomt ook op grote diepte. Deze stroming noemen we de thermohaliene
circulatie. Die wordt veroorzaakt door dichtheidsverschillen in het zeewater, die worden
veroorzaakt door temperatuurverschillen en verschillen in zoutgehalte (halien).

In de Atlantische Oceaan stroomt warm water uit de tropen naar het noordoosten.
- Eerst verdampt water, zeewater wordt zouter hierdoor
- Water koelt af
- Warmte wordt gegeven aan koudere lucht en wordt meegenomen naar EU
- Een deel bevriest door afkoeling, water wordt nog zouter
- water zinkt naar bodem
= diepwaterpomp proces

Samen met een kleinere, soortgelijke diepwaterpomp in de zuidelijke Atlantische Oceaan bij
Antarctica, vormt het de motor van de thermohaliene circulatie.
De oceaan- en zeestromen → oceanische circulatie. Samen met de luchtstromen uis de
oceanische circulatie erg belangrijk voor de herverdeling van warmte op aarde. De tropen
ontvangen immers veel zonnewarmte doordat de zonnestralen daar loodrecht invallen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller veronboelman. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.58. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

63613 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.58
  • (0)
  Add to cart