Dit is een samenvatting van alles stof die je moet kennen voor het vwo eindexamen economie. Alles is duidelijk uitgelegd met ondersteuning van tabellen, grafieken en toelichtingsboxen. Economie is een vak waarvoor je veel stof moeten leren en deze samenvatting behandelt dat allemaal in minder dan 2...
Inhoud:
1. Ruilen over de tijd 7. Arbeid, belasting en welvaart
2. Risico en informatie 8. Samenwerken en onderhandelen
3. Markten 9. Binnenlandse macro-economie
4. Kosten, opbrengsten en winst 10. Buitenlandse handel en de valutamarkt
5. Elasticiteit 11. Monetair beleid
6. Overheidsingrijpen
Ruilen over de tijd
Rente is de prijs van sparen en lenen op de vermogensmarkt. Je hebt twee soorten rente:
Enkelvoudige interest = rente wordt berekend over het beginbedrag
Samengestelde interest = rente over rente = 1,04aantal jaren × beginstorting
In dit voorbeeld is de rente 4%. Ook moet je rekening houden met het prijsniveau:
nominale effectieve rente index
Reeele rente index = x 100
prijsindex
Als het prijsniveau daalt is er sprake van deflatie, als het prijsniveau stijgt is er sprake
van inflatie! Overigens is de vermogensmarkt opgedeeld in de geldmarkt (korte
termijn) en de kapitaalmarkt (lange termijn). De rente op de kapitaalmarkt is vaak
hoger omdat er meer risico is bij een langere looptijd.
De consumentenprijsindex geeft het prijsverloop weer van een pakket producten en
diensten. Bij de berekening hiervan wordt rekening gehouden met de weging. Door
inflatie of deflatie kan de gevoelswaarde van geld afwijken van de feitelijke waarde, dit
heet geldillusie. Er zijn verschillende soorten inflatie:
- Bestedingsinflatie: als de effectieve vraag groter is dan de productiecapaciteit
(overbesteding). Er is schaarste en de prijzen stijgen.
- Kosteninflatie: als de kosten per product toenemen en ondernemingen dit
doorberekenen in de verkoopprijs, ontstaat er kosteninflatie.
De kosten per product kunnen stijgen door:
Loonkosteninflatie: als de loonkosten per product stijgen! Houd hierbij rekening met
arbeidsproductiviteit. Stijging loonkosten < stijging arbeidsproductiviteit = geen inflatie.
Rente-inflatie, belastinginflatie: als de rente/belasting stijgt.
Geïmporteerde inflatie: als de wisselkoersen of de prijs van geïmporteerde goederen
stijgt.
Winstmarge-inflatie: als bedrijven meer winst per product willen gaan maken en dus
hun producten duurder gaan maken.
Gevolgen inflatie:
- Daling van de koopkracht.
- Loon-prijsspiraal: prijzen stijgen – vakbonden eisen meer loon – door hogere
loonkosten per product stijgen de prijzen verder – vakbonden eisen meer loon.
- Verslechtering internationale concurrentiepositie
- Sparen levert niks op, lenen is gunstig: mensen gaan uitgeven!
1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller niekdemeijier. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.