100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Anatomie en fysiologie deel 2 $13.40
Add to cart

Summary

Samenvatting Anatomie en fysiologie deel 2

 20 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting anatomie en fysiologie deel 2. Zeer volledig. Genetica, ph, voortplantingsstelsel, beenderenstelsel, de zintuigen, hormoonstelsel, spierstelsel... wordt hierin allemaal uitgelegd.

Preview 4 out of 170  pages

  • February 9, 2023
  • 170
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Anatomie
De PH-regulatie in het menselijk organisme
Het zuur-base evenwicht




Materie: atomen en moleculen
Structuur van een
waterstof-atoom: H
– Kern
• Protonen: 1
• Neutronen: /
– Elektronenschil:
• Elektron: 1

H+ -ion:
Elektron werd afgestaan
Enkel proton blijft over 
H+ -ion = proton

De PH
• De eenheid waarmee we de zuurtegraad van een oplossing beschrijven
• Het is een maat voor de waterstof (H+)-ionen concentratie in die oplossing
• Een oplossing is neutraal als er evenveel H+-ionen inzitten als hydroxide (OH-)-ionen
– Dit is het geval in water: proeft neutraal
• Een oplossing is zuur als er méér H+-ionen in zitten dan OH—ionen.
• Een oplossing is basisch of alkalisch (synoniem) als er méér OH—ionen
inzitten dan H+-ionen.
• Aanwezigheid H+ ionen maakt zuur

• De pH wordt gedefinieerd als -log[ H+]
• In fysiologische oplossingen ligt de [ H+] steeds relatief laag, d.w.z. steeds kleiner dan
1/10 mol/liter = 10-1 mol/liter
– Voor plasma bv. is dit kleiner dan 1/10.000.000 mol/L of 10 –7 mol/liter of
0,0000001 mol/lit

1

, • Vandaar dat men zocht naar een werkbaar getal: het negatieve logaritme van de [H+]:
• Men neemt de exponent van de 10de macht en maakt die pos.
• Zo bekom je voor water bv. het cijfer 7; voor plasma: 7,4

• Het is belangrijk te zien dat hoe kleiner de [H+] is, hoe minder zuur dus, hoe groter de
negatieve exponent van de 10de macht (want grotere noemer in breuk), dus hoe
groter (hoger) de pH.
• Een hoger cijfer van pH betekent dus minder zuur, een lager cijfer betekent een
zuurdere oplossing.
– pH 1: is 1/10 mol H+-ionen /L (is 10-1 mol/liter) is 100 maal zuurder dan pH 3
die overeenkomt met 1/1000 mol H+-ionen /L (is 10-3 mol/liter)

Normale waarden van PH
• pH van plasma moet liggen tussen 7,35 en 7,45
• Bij pH van het plasma < 7,35 spreekt men van verzuring of acidose
• Bij pH van het plasma > 7,45 spreekt men van alkalose
• Plasma is minder zuur dan water (ph 7)

Anarganische verbindingen
• pH en concentratie waterstofionen




PH- regulatie
Het is belangrijk dat de pH van het plasma
(en daarmee ook die van het weefselvocht en het
intra-cellulair milieu) zo constant mogelijk blijft.
Om dit te bekomen bestaan er:

1. Buffersystemen
Deze vangen kleine stoornissen in het evenwicht op.

2. Compensatiemechanismen
De uitscheidingsorganen (longen en nieren) zullen
trachten te compenseren indien de capaciteit van de
buffers overschreden wordt.
• Respiratoire compensatie (bij metabole problemen)
• Renale compensatie (bij respiratoire problemen)




2

,Buffersystemen
• Fysiologische buffers zijn mengsels van een zwak zuur en een zout van dat zwak
zuur.
• Ze hebben als doel de pH van een oplossing zo constant mogelijk te houden.
• Wanneer men aan een oplossing waarin een buffersysteem aanwezig is, kleine
hoeveelheden zuur of base toevoegt, zal de pH, nauwelijks wijzigen.
• De zuren (H+-ionen) of de basen (OH—ionen) die toegevoegd worden zullen
‘gebufferd’ worden.
– Ze worden scheikundig ‘gebonden’, zodat ze niet langer ‘vrij’ in de oplossing
voorkomen, en zodoende de pH niet meer beïnvloeden.

Buffersystemen in het bloed
Er zijn een aantal buffersystemen waarvan we er
2 bespreken:
• Het (diwaterstof)carbonaat/bicarbonaat systeem,
– de belangrijkste buffer van het bloedplasma, een extra-cellulair
buffersysteem
• De hemoglobine-buffer,
– de belangrijkste intracellulaire buffer, nl. werkzaam binnenin de rode
bloedcellen
– meer moeite om acidose te vermijden dan alkalose te vermijden → co2 uit
stofwisseling dat altijd gevormd wordt, eiwitten dat we afbreken → door
stofwisseling worden continue organische stoffen en co2 gemaakt waardoor
we verzuren

het carbonaat/bicarbonaat systeem
• De hoeveelheid NaHCO3 (natriumbicarbonaat) in het plasma, noemt men ook de
alkali-reserve.
• Deze beschermt ons tegen het verzurend effect van sterke zuren (stofwisseling)
• Natriumbicarbonaat vormt het sterke zuur om tot een zout van dat sterke zuur, met
vorming van koolzuur (H2CO3)
• Dit koolzuur is een zwak zuur, dat bovendien onder de vorm van CO2 kan uitgeademd
worden (respiratoire compensatie)

Buffering van sterk zuur (HA) door natriumbicarbonaat.
• NaHCO3 + HA NaA + H2CO3
– NaA is een zout van het sterke zuur HA
– (A staat voor ‘acid’)
– Daardoor verschuift het evenwicht:
H2CO3 H2O + CO2 naar rechts
– Het extra gevormde CO2 wordt uitgeademd.
– (longen worden gestimuleerd tot hyperventillatie)
• De hoeveelheid NaHCO3 die in staat is deze zuren te neutraliseren en ons dus tegen
acidose beschermt, noemt men alkali-reserve




3

, De hemoglobine-buffer
• Hemoglobine reageert zuur, bij binding met zuurstof, het splitst dan H +-ionen af
– Er wordt een zout van het zuur gevormd, nl. kaliumhemoglobinaat, KHb
• Hemoglobine kan H+-ionen binden, wanneer het terug zuurstof afgeeft, en in ruil CO2
bindt
– Kalium wordt terug afgesplitst. We schrijven deze gereduceerde vorm als HHb
• We spreken nu van een buffersysteem
– Het mengsel van KHb en HHb, is een buffer




Hemoglobine-buffer
• = vermogen van Hb, om H+ te binden in de weefsels, omdat juist daar door reactie
van CO2 met H2O, veel H+ ontstaat (door koolzuur vorming!)
• Op deze manier, gaat het bloed thv de weefsels, niet extreem verzuren
• (Een bijkomende buffer-rol: kaliumfosfaat-buffer in de RBC)

CO2 vervoer in het bloed:
3 mogelijkheden!
Ter hoogte van de weefsels, komt CO2 de bloedbaan in:
• Een klein deeltje gaat in oplossing (als gas)
• Minder dan de helft: binding aan Hb:
carbamino-binding: HHbCO2 (buffering van Hb)
• Meer dan de helft reageert met H2O tot
koolzuur, dat gedeeltelijk ontbindt in H+ en
HCO3- (bicarbonaat):
dit H+ moet gebufferd worden




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller savannahmaldoy. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $13.40. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$13.40  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added