Dit document geeft de samenvatting over het onderwerp nieren en membranen voor de toets nlt. Het is een goede manier om jezelf voor te bereiden op de toets.
Nieren verwijderen afvalstoffen uit ons bloed. Dit gebeurt globaal in twee stappen:
- stap 1: In deze stap gaat er een groot gedeelte vloeistof uit het bloed:
voorurine.
- stap 2: In deze stap gaat een groot gedeelte (alleen de goede stoffen) van
het vorige deel terug naar het bloed. Er wordt urine gevormd.
stap 1
Bloed dat de nier binnenkomt, gaat via de nierslagader naar kleine slagadertjes
die zich vertakken tot kleine kluwens. De glomerulus (bol met haarvaatjes) laat
kleine deeltjes en een grote hoeveelheid vocht door. De bloeddruk zorgt hiervoor.
In de kapsel van Bowman wordt het voor urine opgevangen. Het filtreren van het
bloedplasma is gebaseerd op het verschil in deeltjesgrootte. De wand van de
glomerulus bestaat uit podocyten en daartussen zitten spleten met fijne haartjes
die de kleine stoffen doorlaten naar het voorurine. Deeltjes als eiwitten worden
tegengehouden en gaan door in de bloedbaan, dit gebeurd ook doordat de
haartjes negatief zijn geladen, en dus de eiwitten afstoten.
stap 2
Vanuit de kapsel van Bowman loopt de vloeistof via een nierbuisje naar de lus
van Henle. De wandcellen van dit nierbuisje haalt de nuttige stoffen uit het
voorurine naar het bloed. Alles wat niet wordt geabsorbeerd door deze wand blijft
in de voorurine. Vervolgens loopt het urine deze weg: nierbuisje → de lus van
Henle (nierschors tot het midden van de nier en terug) → nierpapil → urine komt in
nierbekken. De dikke bindweefsel om de nierbekken zorgt dat het urine de nier
niet aantast, en via de nierbekken en de urineleider komt het urine in de blaas
terecht. Voor elke stof die wordt teruggehaald in het bloed is er een specifiek
transportkanaal. Het bloed die uit de glomerulus komt krijgt door een rond de
bloedvaatjes en de lus van henle oplopende osmotische waarde, een hogere
osmotische waarde, waardoor het bloed vervolgens water uit de voorurine zuigt
(zo’n 99%). De urine neemt in concentratie toe totdat het alleen nog maar uit
overtollig water en afvalstoffen bestaat.
, Actief transport
Actief transport kost erg veel energie, en wordt gegenereerd door de verbranding
van glucose met zuurstof. Daarnaast kost de oplopende osmotische waarde
veel energie. Twee belangrijke hormonen voor de nierwerking zijn: ADH en
aldosteron. ADH stimuleert het terughalen van water uit de voorurine en kan de
waterkanalen openzetten die water uit de voorurine terug naar het bloed voert. Bij
een te groot wateraanbod zet ADH de waterpoorten niet open en blijft dit in het
urine om uitgescheiden te worden. Aldosteron zorgt voor de terugresorptie van
natrium ionen en regelt daarmee de osmotische waarde van het bloed. Wanneer
de hoeveelheid natrium ionen in het bloed omlaag wordt gebracht, zal ook de
heropname van water verminderen, waardoor het bloedvolume afneemt.
Wanneer een nier te traag werkt duurt de uitscheiding te lang en kan er
vergiftiging optreden. Als je te weinig water in je lichaam hebt zitten, moeten de
nieren meer energie stoppen in osmose om water terug in het bloed te halen, om
zo het bloedvolume op peil te houden.
Modellen voor de nierwerking
professor Kolff heeft de kunstnier bedacht en gebruikte het cellofaan als
membraan en is selectief permeabel. Je kunt dit vergelijken met een filter waarbij
de bloeddruk zorgt voor de druk op de filter. In zijn kunstnier kon hij de eerste stap
wel nabootsen, maar de tweede stap niet.
Verschillende transporten
- Actief transport: Vervoer van stoffen via een celmembraan waarbij energie
verbruikt wordt, met als gevolg dat stoffen door concentratieverschil
vervoerd kunnen worden. Gebruikt ATP. Gaat tegen gradiënt in.
- Passief transport: Hetzelfde als actief transport, maar dan kost het geen
energie. Gaat met gradiënt mee.
- Symport: Het gelijktijdig vervoeren van twee stoffen.
filmpje: transporten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joelbleijenburg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.78. You're not tied to anything after your purchase.