cel II samenvatting in vraag-antwoord vorm voor active recall
31 views 0 purchase
Course
Cel II : Structuur en functies
Institution
Universiteit Gent (UGent)
Cel II : Structuur en functies
samenvatting van de leerstof in de vorm van vraag-antwoord. Handige manier om de leerstof te verwerken door active recall.
16/20 gehaald in de eerste zit!
Hoofdstuk 1 biochemie
Welke types van zwakke interacties zijn er? - Waterstofbrugvorming
- Hydrofobe effect
- Ionaire of elektrostatische binding
- Deze drie bovenstaande worden
beïnvloed door naburige moleculen
- Een vierde is de vdW
Hoe ontstaat het polaire structuur van H20? - Door de grotere elektronegativiteit
van het zuurstofatoom zuigt dat de
gemeenschappelijke
elektronenparen van de covalente
bindingen met de
waterstofatomen naar zich toe.
Door de geometrie van de
watermolecule resulteert dat in
een polaire structuur.
Wat is een dipoolmoment? zuurstofatoom en de twee
waterstofatomen respectievelijk partieel
negatieve en positieve ladingen krijgen.
Hoe wordt een waterstofbrug gevormd? de watermoleculen zich ten opzichte van
elkaar oriënteren zodanig dat het vrije
elektronenpaar van een zuurstofatoom
zich positioneert naar een
waterstofatoom van een naburige
watermolecule.
Wat is het verschil met een covalente binding? - Geen e gedeeld
- Bindingsenergie is veel lager
- Afstand tussen kernen en moleculen is
anders
Hoe komt het dat waterstofbruggen hoge Vermits de waterstofbruggen tussen de
kookpunt hebben? watermoleculen continu uitwisselen
ontstaat een dynamisch netwerk
Welke andere moleculen dan water doen aan H-O maar ook H-N, H-C en H-F
waterstofbruggen? Ook tussen alcohole, amino en carbonyl en
amidegroepen zijn waterstofbruggen mogelijk
(dus niet enkel h2O)
- Er moet wel een H donor en een
acceptor zijn steeds
Wat is ionaire binding? Wanneer de ene veel harder trekt aan de
andere en je een kation en een anion krijgt.
Wat is de diëlektriciteitsconstante (D)? De aantrekkingskracht tussen de kation en de
anion wordt beïnvloed door omgevingsfactoren
weergeven door D
Wat is een watermantel? De negatieve O atomen oriënteren zich rond
een positief metaalion hierbij komt energie vrij
, die hydratatie energie wordt genoemd,
wanneer de metaalionen moeten bewegen
doorheen kanalen verliezen ze hun
watermantel.
Wat zijn van der Waals krachten? Wanneer twee moleculen samenkomen
kan er transiënt een dipool geïnduceerd
worden die resulteert in een zwakke
interactie tussen deze moleculen
Waarvan vdW sterk afhankelijk? - Van de afstand tussen twee atomen
Wat is een van-der-Waals-radius? Wanneer de moleculen elkaar te dicht naderen
zal er afstoting zijn en als ze te ver van elkaar
zijn zal er geen kracht zijn of verminderen dus
er moet een optimale afstand zijn waarin ze
elkaar naderen
- Die is ongeveer tweemaal de
afstand van de covalente binding
Wat is complementaire stapeling? Herkenning en binding van de juiste
partnermoleculen of intramoleculaire
herkenning bij opvouwing van eiwitten
Wat is het hydrofoob effect? Verbindingen die moeilijk oplossen in water
Hoe wordt waterstofbrugvorming gebruikt bij dubbelstrengig DNA tot stand via
DNA? waterstofbrugvorming tussen de
nucleotiden
Hoe gebeurt de herkenning van DNA door elektrostatische interacties en
transcriptiefactoren? waterstofbrugvorming
2. lipiden
- Wat zijn de drie grote groepen van lipiden?
- Hoe ziet een fosfolipide eruit?
- Wat is de natuurlijk voorkomende vorm?
- Waarmee kan de fosfaatgroep nog bijkomend veresterd zijn? OH of SCIE
- Hoe ziet een Difosfatidylglycerol molecule eruit?
- Hoe ziet een fosfolipide-ether eruit?
- Hoe ziet een sfingomyeline eruit?
- Hoe ziet een lysofosfolipide eruit?
- Hoe ziet een glycolipide eruit?
- Wat heeft een glycolipide niet?
- Uit welke drie groepen bestaat een glycolipide?
- Hoe ziet de eerste groep eruit en wat is de naam ervan?
- Hoe zie de tweede groep eruit?
- Wat is de derde groep en hoe ziet het eruit?
- Wat is een paracrien mitogen?
- Wanneer kan je zien aan een mitoch dat het autofagie begint te doen?
- Hoe ziet een fosfatidylinositol molecule eruit?
- Wat is tay-sachs ziekte?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dentalstudent02. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.18. You're not tied to anything after your purchase.