100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting economie (GESLAAGD) $10.87   Add to cart

Summary

Samenvatting economie (GESLAAGD)

 127 views  5 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het vak economie in de richting criminologie/rechten. Zeer uitgebreide samenvatting met nodige grafieken.

Preview 4 out of 99  pages

  • February 10, 2023
  • 99
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
1




Economie
Hoofdstuk 1: Inleiding
1. Waarover en hoe denken economen?
Relevant voor criminologie
Welke zijn de kosten van criminaliteit?
Niet enkel voor de slachtoffers, maar ook
voor de gemeenschap: de niet direct
getroffenen kunnen hun gedrag wijzigen,
preventieve maatregelen nemen, …
Hoe criminaliteit bestrijden? Een
belangrijke vraag hierbij: wat is het effect
van de voorgestelde maatregel op het
gedrag van het individu of de groep?
Welke zijn de kosten van de voorgestelde
maatregelen ter bestrijding van de
criminaliteit?
Zijn de verwachte maatschappelijke baten
van een maatregel (= baten vanwege het
terugdringen van de criminaliteit) groter
dan de maatschappelijke kosten?

Economische invalshoek
Wat kan en wat kan niet geproduceerd worden in een geval van fundamentele schaarste? Elke gemeenschap wordt met
deze vraag geconfronteerd. We hebben middelen nodig waardoor we goederen produceren en diensten kunnen
uitoefenen, om behoeften te realiseren. We moeten doen aan rationeel handelen, omdat er spanning is tussen behoeften
en middelen.

De economische wetenschap bestudeert het keuzeprobleem van het individu (of de groep), dat volgt uit de aanwezige
beperkingen; hierbij gaat ze ervan uit dat individuen (groepen) rationeel handelen, gegeven hun voorkeuren en
beperkingen; tenslotte wordt de maatschappelijke uitkomst beoordeeld vanuit welvaartsstandpunt en wordt
desgevallend beleidsadvies geformuleerd.

2. Economische kringloop
Schematische weergave van interacties tussen groepen van beslissingsnemers, ook wel economische agenten genoemd.
De belangrijkste economische agenten die wij bekijken: onderneming, gezin en overheid.

Consumptie (consument): verwerven van goederen en diensten ter bevrediging van behoeften. Consumptie is dus een
belangrijke determinant van de welvaart van een individu en van een gemeenschap.

Productie (producent): het voortbrengen van goederen en diensten die op de gepaste tijd en plaats ter beschikking
worden gesteld.

Onderneming
De onderneming is de belangrijkste producent, hij koopt of levert inputs die het productieproces worden omgezet in de
output. Ze gaan een finaal goed (output) produceren, maar hiervoor hebben ze middelen (inputs) nodig.

, 2

Lopende inputs zijn productiemiddelen die verdwijnen in het productieproces: grondstoffen en hulpstoffen.

Productiefactoren zijn kwalificaties die gebruikt worden in het productieproces: arbeid en kapitaal.

Kapitaalgoederen (of investeringsgoederen) = door de mens vervaardigde duurzame productiemiddelen (bv. machines,
fabrieksgebouwen, machines, uitrusting,…). Een deel van kapitaalgoed dat verloren gaat in het productieproces noemen
we een depreciatie of afschrijving.

Investering = aankoop van een kapitaalgoed

Bruto-investeringen = dekt alle investeringen die ondernemingen doen

Een deel van bruto-investeringen noemen we afschrijving, depreciatie of vervanging = goederen die vervangen moeten
worden omdat ze niet meer werken = vervangingsinvesteringen (bv. je koopt een nieuwe auto omdat de andere te oud is)

Wanneer je je voorraad doet toenemen, dus van aantal verandert, noemen we dat netto-investeringen of
uitbreidingsinvesteringen.

Toegevoegde waarde is het verschil tussen de waarde van de output (verkoopcijfer) en de waarde van de lopende input.
Het verschil tussen bruto en netto is depreciatie.

Belangrijk is dat je inziet dat de toegevoegde waarde dan het inkomen dat gecreëerd wordt bij een onderneming en kan
worden uitgekeerd tot de productiefactoren die hebben bijgedragen aan de productie van het product.

Zie het voorbeeld van bierbrouwen op dia 17 van hoofdstuk 1.

Gezin
Ze bieden arbeidsdiensten aan aan ondernemingen, in ruil daarvoor krijgen ze inkomen.

Wat kunnen ze doen met hun inkomen? Ofwel geven ze het uit, ofwel sparen ze het op. Sparen zorgt voor een toename
van het vermogen, maar ook een uitgestelde consumptie.

Sparen + consumeren = inkomen

Hoe ga je rationeel handelend beslissen wat je wel gaat kopen en wat niet?

Overheid
De overheid speelt een belangrijke rol in de economische sfeer: ze gaat regulerend optreden via wetten en decreten,…
Bijvoorbeeld om het misbruik van dominante posities te gaan verhinderen. Ze verhinderen dat ondernemingen
onderliggende afspraken gaan maken met elkaar.

De overheid zorgt voor de inkomensverdeling- en herverdeling. De inkomensongelijkheid die gecreëerd wordt op de
markt, zo hoog is dat wij ons als gemeenschap daar niet in kunnen vinden. Via de sociale zekerheid en progressieve
belastingen wordt dit opgelost.

De overheid is de producent van publieke goederen, ze zijn niet rivaal en niemand kan worden uitgesloten van deze
consumptie. Dit in tegenstelling tot private goederen. Een voorbeeld: de verlichting in het stadspark is publiek, deze
zouden niet niet branden als je ervoor moest betalen.

De overheid stuurt economische activiteit, zowel bij micro- als macro-economie. Er bestaan binnen de overheid monetaire
instrumenten (die werken via interest) en budgettair beleid (zoals belastingen en overheidsuitgaven) om op te treden
wanneer het slecht of goed gaat met de economie.

, 3

Dit is de simpelste economische kringloop. De overheid en het
buitenland zijn hier niet bij betrokken, enkel gezinnen en
binnenlandse ondernemingen.

Vraag en aanbod ontmoeten elkaar in de outputmarkt, in het
afgewerkte goed, die worden aangevraagd door gezinnen. De
factormarkt bestaat uit ondernemingen die productiefactoren
van gezinnen kopen.

Er zijn geen lekken in deze economische kringloop, het is een
gesloten vicieuze cirkel. Maar er blijkt er toch eentje te zijn:
het sparen van gezinnen, ze zetten een deel van hun inkomen
opzij en vloeit dus niet terug naar de factormarkt.

3. Hoe welvarend zijn we?
Bruto binnenlands product
Het gaat om acties creëren in de economische welvaart. We illustreren dit aan de hand van de exponentieel stijgende
economische groei.

We bekijken de evolutie van de totale wereldproductie (het zogenaamde wereld BBP: bruto binnenlands product) en de
verdeling over de landen.

We hebben prijzen nodig om deze termen te kunnen uitdrukken.

2012
BBPnominaal = p12012  q12012 + p22012  q22012
We gaan de hoeveelheid van elk goed vermenigvuldigen met de prijs van dat goed. Het eerste deel is dus de waarde van
de productie van goed 1 in dat jaar. Het tweede deel is dus de waarde van de productie van goed 2 in dat jaar. Als we dit
met alle goederen doen, kunnen we het nominaal bruto binnenlands product bekomen. Je kan dit bij elk jaar berekenen.

Om internationaal te gaan vergelijken, hebben we 1 gemeenschappelijke munt nodig. Het BBP van België wordt uitgedrukt
in euro, het BBP van VK in ponden,… daarom gebruiken we universeel de dollar. We maken gebruik van de wisselkoers,
het verschil tussen de munten.

Om intertemporeel (over de tijd heen) te gaan vergelijken, gebruiken we de omvang of fysieke grootheden. We gaan de
productie van elk goed waarderen, 1 onderdeel van elk goed per jaar.

➔ We kijken naar de wereld BBP in ppp-dollar van een bepaald basisjaar.

Het zijn niet de wisselkoersen die je kan waarnemen, ze wijzigen van minuut per minuut. Het zijn geconstrueerde
wisselkoersen.

PPP-dollar = koopkrachtpariteitswisselkoers van de munt van land x, deze zorgt ervoor dat je met 1 dollar evenveel koopt
in de VS als in land x. De koopkracht is dus hetzelfde.

We zijn geïnteresseerd in de omvang en niet de waarde van het goed. We zoeken de reële BBP om de stijging van welvaart
vast te kunnen leggen: je gebruikt de prijzen van het basisjaar.

2012
BBPreëel = p12015  q12012 + p22015  q22012
De prijs door het door ons gekozen basisjaar vermenigvuldigen we met het aantal van een ander jaar. Deze verschilt van
jaar tot jaar, de prijs van het basisjaar niet.

, 4

Productie
De wereldbevolking is sterk gestegen, dus behoeften stijgen ook. De
wereld BBP (uitgedrukt in miljarden dollar) stijgt ook, met bijna 500 keer.
De enige reden waarom het wereld BBP groter wordt is omdat de omvang
groter wordt, niet omdat de prijs duurder wordt.

Het wereld BBP per capita: we delen het wereld BBP (rode) door de
wereldbevolking (blauwe). Er blijft een stijgend exponentieel verband.

BBP per capita




Frequentiehistogram over 185 landen.

Links: 27 landen worden gekenmerkt dat hun BBP per capita tussen 2000 en 4000 dollar. Deze landen zijn arm.

Rechts: 4 landen worden gekenmerkt dat hun BBP per capita meer dan 80.000 dollar bedraagt. Deze landen zijn rijk.

Het gemiddelde jaarinkomen per capita bedraagt ongeveer 15.000 euro.

Qatar is het rijkste land per capita, maar dit is niet representatief. We weten dat dit ongelijk verdeeld is onder rijke
oliesjeiks.

We kunnen gaan herschalen aan de hand van indexcijfers.

Levensverwachting (dia 30)
Elke cirkel staat voor een land, de grootte van de cirkel staat voor de
omvang van het land. Globaal gezien is er een correlatie tussen
welvaart en welzijn. Er zijn uitschieters, maar gemiddeld gezien is een
hoger inkomen gepaard met een hogere levensverwachting.




Korf
Een groot verschil over de tijd heen is dat de goederenkorf veel groter
is geworden, maar de samenstelling van deze korf ook. De Belgische
economie bepaalt 3 sectoren: landbouw & visserij, industrie en
diensten.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller criminologiestudente. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.87. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62555 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.87  5x  sold
  • (0)
  Add to cart