Antwoorden eindtermen Mfn Mediationtoets (9,6 mee behaald!). Deze samenvatting is gebaseerd op de benodigde literatuur en 8 daagse cursus. Met dank aan deze zelf geschreven samenvatting, die alle benodigde stof voor de Mfn Mediationtoets omvat, heb ik 48 van de 50 vragen goed kunnen beantwoorden en...
3.1 Eindterm: Mediation
3.1.1 De kandidaat kan de grondslagen van mediation beschrijven
• Procedurele rechtvaardigheid = hoor en wederhoor, partijen komen zo veel mogelijk aan
hun trekken. Er is sprake van transparantie , zeggenschap over inhoud, neutrale
procesbegeleider en zelfbeschikking. Betrokken partijen moeten zich volledig gehoord voelen.
• Mensbeeld achter mediation = mensen mogen over hun eigen belangen beslissen,
zelfstandigheid staat bij mediation centraal. Als de partijen samen een keuze maken, moet
deze wel berusten op voldoende kennis die ze met het oog op een verantwoorde keuze
gekregen hebben (informed consent). Mediator stelt partijen zelf in staat om eruit te komen.
• Coöperatie versus competitie = bij mediation wordt er samen naar een win-win situatie
gewerkt.
• Complexiteit van de samenleving = de Nederlandse wet kent meer dan 140.000
verschillende wetten, waardoor een mediation reëler is dan procederen, omdat procederen
jaren kan duren.
• Contractmodel binnen horizontale verhoudingen = een mediation eindigt vaak met een
vaststellingsovereenkomst met afspraken die partijen zelf bedacht hebben, waardoor er ook
meer draagvlak voor is. Dit is anders bij een verticale uitspraak van de rechter.
3.1.2 De kandidaat kan de kenmerken van mediation beschrijven
• Vrijwilligheid = partijen mogen de mediation stopzetten, als zij het niet meer zien zitten
(commitment voor mediation is vereist). Een mediator mag partijen die twijfelen voor
mediation wel wijzen op de alternatieven voor mediation, die vaak een minder autonoom
karakter hebben (procederen). Vaak stopt het twijfelen dan. Vrijwilligheid betekent ook dat,
een eventuele uitkomst middels de mediation, wordt vastgelegd in een VSO.
• Autonomie van partijen = partijen maken gebruik van zelfbeschikking bij mediation door zelf
te beslissen over de uitkomst van een conflict. De mediator heeft als primaire doel de
zelfbeschikking te steunen en te stimuleren.
• Neutraliteit = mediator heeft geen voorkeur voor een partij en heeft ook geen voorkeur voor
een bepaalde uitkomst (onpartijdigheid).
• Vertrouwelijkheid = alles wat nieuw ter tafel komt, blijft binnen mediation, tenzij anders
overeengekomen.
3.1.2 De kandidaat kan de verschillende benaderingen van mediation benoemen, kent de sterktes en
zwaktes van deze benadering en kent de principes waarop deze benaderingen gebaseerd zijn
Zie ommezijde
,Benadering Kenmerken (principes) Sterktes Zwaktes
Evaluatieve Focus op proces en focus op inhoud. Veel gebruik van caucus. Past goed bij zakelijke Mediator kan te paternalistisch zijn
(resultaatgerichte) mediation Positioneel onderhandelen, gericht op het maken van concessies. conflicten die snel (autonomie van deelnemers wordt
Mediator stelt zich in caucus als advocaat van de duivel op. opgelost moeten worden. bedreigd). Mediator kan manipulatieve
interveniëren, waardoor keuzes onder druk
tot stand komen). Te weinig plenaire
sessies, waardoor partijen minimaal met
elkaar communiceren.
Faciliterende Focus op proces, niet op de inhoud. Geïnspireerd op het Harvard model Veel plenaire sessies Door te sterke sturing op het proces kan de
(oplossingsgerichte) (gericht op onderliggende belangen), systeembenaderingen en autonomie van partijen in het geding
mediation oplossingsgerichte gesprekstechnieken. Mediator schakelt soms naar komen. Een mediator kan hier te veel op
veiligere onderwerpen (topic shift). Nadruk ligt hier op plenaire sessies. zoek zijn naar het positieve en
Mediator onthoud zich van het geven van suggesties. Mediator gemeenschappelijke, waardoor echte
herformuleerd veel en heeft een voorkeur voor het stellen van vragen. tegenstellingen niet op tafel komen.
Veel circulaire (wat heb je van de ander nodig om de situatie te Emoties moeten eerst verwerkt worden,
veranderen) en hypothetische vragen. Gestructureerd gefaseerd proces. voordat je naar de toekomst kan kijken. Te
veel emotieregulatie.
Transformatieve Geen focus op proces en geen focus op inhoud. Het gaat hier om een Mediator gaat door tot Is bij grote conflicten (crisis) niet
(communicatiegerichte/interactionele) constructieve verandering van de conflictinteractie, nadruk ligt hier op de kern van het conflict toepasbaar. Machtsverschillen krijgen,
mediation autonomie, zelfbeschikking en relatievorming. Uitgangspunt van deze en is op zoek naar de volgens sommigen, te weinig aandacht.
benadering is dat ieder mens behoefte heeft aan autonomie pijn. Deze voor is bijna Emoties kunnen mogelijk te ongelimiteerd
(zelfontplooiing) en verbinding maken in relaties met anderen, door voor ieder conflicttype worden toegepast.
conflicten worden deze behoeftes (tijdelijk) verstoord. Verbetering van geschikt. Veel
de interactie staat centraal. Een mediator zal hier niet-nuancerende zelfbeschikking en dus
interventies prefereren (stiltes, spiegelen, samenvatten en uitnodigende veel draagvlak voor een
vragen stellen). Kent geen vooraf gegeven fasering. Persoonlijk groei oplossing. Deelnemers
van partijen staat centraal. Mediator luister heel veel. vaak tevreden over
neutraliteit van de
mediator.
Narratieve Verhalen staan centraal. Iedereen construeert zijn eigen werkelijkheid. Relatie gericht en Onbekendheid met deze methode door de
(communicatiegerichte/interactionele) Ieder conflict wordt beschouwd als een strijd tussen verhalen. De theoretisch onderbouwd. mediator, deze aanpak vereist ervaring.
mediation optelsom van beide conflictverhalen is het dominante verhaal. Het Aandacht voor culturele
alternatieve verhaal moet steeds meer de overhand krijgen. Begint vaak achtergronden.
met een caucus. Vanuit het sociaal constructionisme en verwante
postmodernisme (Foucault). Mensen zijn het product van sociale
processen. Er bestaan geen feiten. Betekenisgeving staat centraal. Kent
een eigen fasering. Scenarioplanning is onderdeel van de mediation.
,3.1.4 De kandidaat kent de aandachtspunten bij de afweging of mediation een kans van
slagen heeft
• Motivatie van de deelnemers = in hoeverre is een partij bereid zijn schouders eronder te
zetten (commitment).
• Onderhandelingsruimte = gaat over wat partijen elkaar te bieden hebben en waarin partijen
over van mening kunnen verschillen (waardering, vooruitzicht en tijdstip). Heeft betrekking
op in hoeverre partijen van een eerste aanbod willen afwijken.
• Onderhandelingsbereidheid = heet ook wel de bereidheid tot gesprek of bereidheid om naar
elkaars verhaal te luisteren. In hoeverre wilt een partij het vinden van een oplossing in eigen
hand houden en hoe graag wil en partij juridische rompslomp voorkomen.
• Competentie van deelnemers = in hoeverre kúnnen partijen zelfstandig het conflict
oplossen.
• Machtsverdeling tussen deelnemers = enerzijds met weinig verweer tegenover anderzijds
het willen domineren. Druk op de ander uitoefenen doe je door de ander op voordelige
feiten te wijzen, alternatieven voor de huidige relatie te noemen, manipuleren, bluffen,
doordrukken of het initiatief nemen. Zo kan je de machtsbalans in eigen voordeel
beïnvloeden. Een onevenwichtige machtsbalans wordt pas problematisch als zij een
evenwichtige besluitvorming in de weg staan.
• Conflictniveau = ook wel de escalatiegraad genoemd. Naarmate het conflict verder
geëscaleerd is, kan het moeilijker zijn om partijen überhaupt gezamenlijk aan tafel te krijgen.
Soms is het volstrekt onmogelijk, in andere gevallen dient eerst een de-escalatieproces plaats
te vinden (Glasl).
3.1.5 De kandidaat kan globaal onderstaande vormen van conflictinterventie benoemen en de
verschillen, overeenkomsten en verhoudingen met mediation aangeven
• Mediation = partijen worden geassisteerd bij communicatie en onderhandelingen.
• Rechterlijke procedure = uitkomst wordt bovenpartijdige beslist. Richt zich op de juridische
aspecten van een conflict.
• Bindend advies = Rijdende Rechter of Geschillencommissie. Let op! Bindend advies is niet
dwingend, binnen 4 weken kan men alsnog naar de rechter stappen.
• Evaluatie = neutrale derde identificeert de geschilpunten en assisteert bij het opzetten
van een conflictmanagementplan (Early Neutral Evaluation).
• Factfinding = nadruk ligt hier op het helder krijgen van de feiten.
• Med-arb = is een vorm tussen mediation en arbitrage, waarbij een neutrale derde assisteert
bij de onderhandelingen, maar de eindbeslissing neemt als er geen overeenkomst gesloten
wordt.
• Minitrial (minitrage) = jury hoort korte pleidooien en geeft niet bindende uitspraak.
• Pendeldiplomatie = diplomatie waarbij de onderhandelaar voortdurend heen en weer reist
tussen de rivalen. Kan bij de evaluatieve mediationbenadering optreden.
• Arbitrage = deskundigen horen pleidooien aan van partijen en geven een bindend oordeel.
Arbitrage wordt opgelegd door rechtbank of is contractueel vastgelegd, beperkte
mogelijkheid om alsnog naar de rechter te gaan.
• Therapie = hier wordt ook geprobeerd de communicatie weer op gang te brengen, maar zit
de therapeut echt tegenover de partijen. Mediator komt pas om de hoek kijken als er sprake
is van een communicatiestoornis. Therapeut moedigt volledige expressies van gevoelens en
attitudes aan.
, • Coaching = een coach werkt (meestal) één op één, waar aan persoonlijke doelen wordt
gewerkt.
3.1.6 De kandidaat kent de globale structuur/fasering van de faciliterende
mediationbenadering en kan de inhoud van verschillende fasen beschrijven
• Opening = mediator verteld kort over de bedoeling van deze mediation.
• Exploratie = plenaire sessie waarin deelnemers hun versie van het conflict vertellen.
• Achterliggende belangen definiëren = draai- en categorisatiefase.
• Opties genereren = de onderhandelingsfase.
• Opties beoordelen op aanvaardbaarheid, geschiktheid en uitvoerbaarheid
• Besluit nemen en vastleggen van afspraken
3.1.7 De kandidaat kent de rol, taken en verantwoordelijkheden in het mediationproces van
• Mediator = moet een goede werkrelatie opbouwen, deelnemers motiveren voor mediation,
kwaliteit van communicatie tussen deelnemers verbeteren, mediationproces reguleren en
conflictkwesties behandelen.
• Co-mediator = samen met een andere mediator om elkaars krachten te bundelen.
• Andere deelnemers als adviseurs en vertegenwoordigers = adviseurs kunnen bij een
mediation aanwezig zijn, vertegenwoordigers kunnen niet-deelnemer zijn, maar toch
betrokkene bij een mediation.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mitchellbrokking. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.33. You're not tied to anything after your purchase.