100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
NLT uitwerking gehele dossier Meten & Interpreteren (bevat zowel vraag als antwoord + uitleg met berekening) $6.44
Add to cart

Exam (elaborations)

NLT uitwerking gehele dossier Meten & Interpreteren (bevat zowel vraag als antwoord + uitleg met berekening)

1 review
 126 views  8 purchases
  • Course
  • Level

Dit document bevat de volledige uitwerking van het gehele dossier van NLT meten & interpreteren. In dit document staan zowel de vragen als antwoorden. Ook wordt er een uitgebreide uitleg per vraag gegeven met berekening (denk aan formule, tabellen en eenheden/grootheden). Wil je je eigen antwoorden...

[Show more]

Preview 4 out of 44  pages

  • February 11, 2023
  • 44
  • 2021/2022
  • Exam (elaborations)
  • Questions & answers
  • Secondary school
  • 5

1  review

review-writer-avatar

By: carinegathier • 2 months ago

avatar-seller
NLT Module
-Meten & interpreteren -

,Opracht 1:
a) Bekijk figuur 2 van de koolstofkringloop. Waar komt de koolstof vandaan
die door menselijk handelen in de atmosfeer terecht komt?
De koolstof die door menselijk handelen in de atmosfeer terecht komt, komt
door de fossiele brandstoffen en cementproductie.
b) Vind je de uitspraak dat er steeds meer koolstof in de koolstofkringloop
komt, terecht? Gebruik in jouw antwoord de begrippen ‘kleine en grote
koolstofkringloop’. Zoek eventueel de betekenis van deze begrippen op.
Naar mijn mening is de uitspraak dat er steeds meer koolstof in de
koolstofkringloop komt, terecht. Dit vind ik omdat door de menselijke
handelingen (zoals bijvoorbeeld fossiele brandstoffen), komt er meer koolstof
in de koolstofkringloop waardoor de kleine koolstofkringloop meer vervuild
wordt door de enorme koolstoftoename. Doordat de kleine kringloop vervuild
wordt, raakt ook de grote koolstofkringloop vervuild. De uitspraak is dus
terecht.
Opdracht 2: Geef nog een nominale variabele waarbij cijfers worden gebruikt.
Een voorbeeld van een nominale variabele waarbij cijfers gebruikt worden is
bijvoorbeeld het leerlingennummer die je op school krijgt toegewezen om zo een
bepaalde leerling te herkennen. Mijn nominale waarde is dus bijvoorbeeld 1756383.
Hier kan niet aan gerekend worden en is dus alleen een getallenreeks om een
bepaald individu aan te wijzen. Je leerlingnummer is dus een kwalitatieve variabele.
Opdracht 3: Geef zelf een ander voorbeeld van een ordinale schaal.
Een voorbeeld van een ordinale schaal is de indeling van mensen op leeftijd:
 Baby
 Peuter
 Kleuter
 Kind
 Puber
 Jongeren
 Volwassenen
 Ouderen/bejaarden
Hierbij is er sprake van ordening en betekent hoe lager in de schaal, hoe ouder en
dus hoe meer levenservaring. Deze waarden zijn kwalitatieve variabelen. Ook zijn de
variabelen discreet en kan hier niet aan gerekend worden.
Opdracht 4: Zowel discrete als continue variabelen zijn op de intervalschaal te
meten. Geef een voorbeeld van elk van beide metingen.
Discrete variabelen  de waarden bestaan uit hele getallen die een bepaalde
betekenis aannemen.
Continue variabelen  kunnen alle mogelijke waarden aannemen tussen twee
bepaalde meetpunten (op een interval).

,Een voorbeeld van een discrete variabele is het aantal ogen dat je kunt gooien met
een dobbelsteen. Je kan namelijk niet bijvoorbeeld 2,5 gooien. Je gooit of 2 of 3.
Daarom is dit dus een discrete variabele.
Een voorbeeld van een continue variabele is de lengte van mijn broertje. Hij kan
bijvoorbeeld 155 cm zijn maar ook 156,34. Er is dus niet een vaste verdeling over
welke waarde hij kan aannemen. Het kan elk getal zijn op een bepaald interval.
Opdracht 5:
5.1 Meetschalen
Hieronder is een aantal situaties geschetst of vragen gesteld waarbij sprake is
van een meting. Probeer in elk van de gevallen aan te geven op welke schaal
wordt gemeten. Leg je antwoord uit.
a) Nominaal  er kan alleen ja of nee geantwoord worden en er zijn dus niet een
aantal mogelijkheden maar alleen 2 waarden
b) Nominaal  een ring kan alleen 5 waarden aannemen (blauw, geel, rood,
groen, zwart)
c) Interval  de maten lopen uiteen op een interval tussen 2 meetwaarden (XXS
tot XXL)
d) Ordinaal  een sofinummer heeft te maken met ordening waarbij andere
getallen een andere betekenis heeft (hogere schaal).
e) Nominaal  je benoemt hetgeen wat je meet (het nummer van de cd)
f) Ordinaal/interval  ordinaal omdat je te maken hebt met een bepaalde
ordening, interval omdat er sprake is van een rangschikking met betekenis
g) Nominaal  het benoemen van hetgeen wat je meet
h) Rationaal  kwantitatief (aantal bezoekers)
i) Rationaal  het cijfer die een bepaalde waarde aanneemt
j) Nominaal  bepaalde betekenis
k) Rationaal  kwantitatief gegeven
l) Interval  de klassen lopen uiteen verschil tussen klassen heeft betekenis
m) Rationaal  verschil tussen 2 waarde heeft betekenis + nulpunt
n) Rationaal  kwantitatief gegeven
o) Interval  bepaalde verdeling
p) Nominaal  postcode benoemt de variabele
q) Rationaal  kwantitatief

, 5.2 Rekenkundige formules
Welke rekenkundige bewerkingen je kunt uitvoeren met een variabele, hangt af
van het niveau waarop de variabele is gemeten.
Geef in het schema in figuur 7 aan welke rekenkundige formules op welk
niveau zinvol zijn.
Rekenkundige Nominale Ordinale schaal Interval schaal Ratio schaal
formule schaal
3<4 Wel Wel Niet Niet
3+4=7 Wel Niet Niet Niet
2*3=6 Wel Niet Niet Niet


5.3 Enquêtevragen
Afhankelijk van de wijze waarop een enquêtevraag wordt gesteld, kan de
leeftijd van een respondent op een ordinale of op een ratioschaal worden
gemeten.
Bedenk hiervoor twee verschillende enquêtevragen.
Rationaal  hoe oud bent u/wat is uw leeftijd?
Ordinaal  hoe oud was u toen u leerde zwemmen?
a) 6 jaar
b) 7 jaar
c) 8 jaar
d) 9 jaar
6. Opdracht
In het artikel in bron 1 wordt geconcludeerd dat de abrupte temperatuursdaling
rond 1945 is toe te schrijven aan een ‘artefact’. Leg uit wat hiermee wordt
bedoeld
Met een artefact wordt een meetfout bedoeld. Deze meetfout wordt door kunstmatige
factoren beinvloed.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anissaousr204. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.44  8x  sold
  • (1)
Add to cart
Added