100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Bestuursrecht 1 HBO-Rechten Hva Casusuitwerkingen, Proeftoetsen etc. $8.58
Add to cart

Class notes

Bestuursrecht 1 HBO-Rechten Hva Casusuitwerkingen, Proeftoetsen etc.

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In dit document staan alle huiswerk uitwerkingen door het blok heen en proeftoetsen. Ook heb ik hier veel aantekeningen in gemaakt die mij veel hebben geholpen bij het leren voor het tentamen. Ik heb met mijn samenvatting een 7.2 gehaald en ik hoop dat dit jullie ook zou kunnen helpen <3. Veel s...

[Show more]

Preview 4 out of 40  pages

  • February 11, 2023
  • 40
  • 2020/2021
  • Class notes
  • N.v.t.
  • All classes
avatar-seller
Bestuursrecht Oefententamens
Proeftoets bestuursrecht 1
1. Leg uit welke functie* van het bestuursrecht blijkt uit de artikelen van afdeling 3.2
van de Awb?
Er zijn drie verschillende functies, de instrumentele, de normerende en de waarborgfunctie.
Er is hier sprake van de normerende functie. Deze artikelen gaan over zorgvuldige
voorbereiding en andere beginselen waarmee het bestuursorgaan rekening moet houden bij
het nemen van besluiten.
De Normerende functie = Deze regels regelen dus waar het bestuur zich aan moet houden bij
de uitoefening van haar bevoegdheden.
De Waarborgfunctie = Geeft de burgers middelen om het beleid van het bestuur te
beïnvloeden en zich ertegen te verzetten.
De Instrumentele functie = Bepaalde bevoegdheden geven het bestuur instrumenten om het
publiekrecht uit te oefenen.

2. Leg aan de hand van een voorbeeld uit wat bedoeld wordt met een zaakgerichte
beschikking*.
Een zaakgerichte beschikking is een beschikking gericht op een zaak. Hierbij wordt het
besluit genomen over de bijzondere eigenschappen van het object of de hoedanigheid waar
het besluit betrekking op heeft. Vb. is de onbewoonbaarheid van een pand.

3. Een bestuursorgaan moet besluiten zorgvuldig voorbereiden. Noem twee activiteiten
die, in het kader van de zorgvuldige voorbereiding van een besluit*, van een
bestuursorgaan kunnen worden verwacht.
Voorbeelden van activiteiten zijn; Het horen van belanghebbenden, het onderzoek doen
naar de feiten of het inwinnen van informatie. (Feiten vaststellen)

4. Geef aan van de onderstaande rechtsnormen of ze materieel* of formeel* zijn.
Vertrouwensbeginsel Materieel
Verbod op détournement de pouvoir Materieel
Gelijkheidsbeginsel Materieel
Materiele rechtsnormen bevatten geen echte rechtsregels, vb. zijn redelijkheid en trouw.
Formele rechtsnormen Bevatten echte rechtsregels, vb. is de wet.

5. Leg het verschil uit tussen een vrije en een gebonden beschikkingsbevoegdheid*.
Gebonden beschikkingsbevoegdheid = Het bestuur kan nauwelijks aar eigen inzicht handelen
Vrije beschikkingsbevoegdheid = Het bestuur heeft de vrijheid naar eigen inzicht te
handelen.

6. Leg uit wat bedoeld wordt met een pro forma* bezwaarschrift.
Een pro forma bezwaarschrift is een bezwaarschrift waarin de gronden van bezwaar nog
ontbreken, wat dus nog niet of maar zeer summier gemotiveerd is. Het is nog niet af. (229)

7. Leg uit waaruit blijkt dat je als belanghebbende niet in beroep kan tegen een
algemeen verbindend voorschrift*. Vermeld het relevante wetsartikel.
Artikel 8:3, tweede lid, AWB zondert de avv’s uit van beroep. (p.249 boek)

,Casus Dance event Jus d’Orange
Meneer Feestbeest organiseert al jaren het populaire tweedaagse dance event Jus d’Orange
in het Noorderpark in Amsterdam. Ook dit jaar verwacht hij 5000 bezoekers, die zich op het
festivalterrein voornamelijk zullen vermaken met dansen, eten en drinken. Een nieuwe
attractie dit jaar is het reuzenrad, dat hij naast het hoofdpodium wil plaatsen. Daarvoor
moeten wel heel wat takken van hoge bomen worden gesnoeid. Het feestbeest heeft grond
van artikel 2.40 Apv Amsterdam een evenementenvergunning gekregen namens de
burgemeester van Amsterdam.

Art. 2.40 van Apv Amsterdam luidt als volgt:
Vergunningsplicht evenement
a. Het is verboden zonder vergunning van burgemeester een evenement te houden.
b. De aanvraag voor een vergunning wordt ingediend uiterlijk acht weken voor de
datum van aanvang van het evenement.
c. De burgemeester kan in verband met de voorbereidingstijd van het evenement van
deze termijn afwijken.
d. De burgemeester kan een aanvraag om een evenementenvergunning weigeren om
redenen van openbare orde, openbare veiligheid, volksgezondheid of het verkeer.

8. Leg uit op welke manier de burgemeester aan de bevoegdheid* is gekomen om een
evenementenvergunning te verlenen. Ga er bij de beantwoording van deze vraag
vanuit dat de burgemeester een bestuursorgaan is.
R:
Het gaat hier om attributie*: de wetgever schept in een dergelijke situatie zelfstandig een
voordien nog niet bestaande bevoegdheid en kent die toe aan een (bestuurs) orgaan
De bestanddelen zijn dan dus:
1. In het leven roepen van een nieuwe bevoegdheid.
2. Door de wetgever.
3. Die wordt toegekend aan een bestuursorgaan.
T:
1. Met art. 2.40 APV wordt de, voordien nog niet bestaande, bevoegdheid gecreëerd
om een evenementenvergunning te verlenen.
2. Art. 2.40 APV is opgesteld door de gemeentelijke regelgever: de gemeenteraad van
Amsterdam, zie art. 147 Gemeentewet.
3. Blijkens art. 2.40 APV heeft de burgemeester de taak gekregen, en dat is blijkens de
casus een bestuursorgaan.

C: De burgemeester heeft de taak om evenementenvergunningen te verlenen via attributie
verkregen.

Vervolg casus
Piet woont aan het Noorderpark en heeft een hekel aan de wildgroei van festivals in
Amsterdam. De muziek die op de festivals wordt gespeeld is zo hard dat hij zijn normale
bezigheden niet kan uitoefenen. Als liefhebber van klassieke muziek vindt hij bovendien alle
popmuziek verschrikkelijk. Hij vindt dus dat hij erg te lijden heeft onder de geluidsoverlast
die de festivals in het Noorderpark veroorzaken. Hij gaat dan ook in bezwaar tegen de
vergunningverlening voor het festival aan meneer Feestbeest.

, 9. Leg uit of Piet belanghebbende* is bij de vergunningverlening aan Feestbeest. Loop
alle voorwaarden van het belanghebbende-begrip langs.
R:
Artikel 1:2 lid 1 AWB
Voor de belangen van een rechtspersoon, niet zijnde de aanvrager oftewel de
normadressant (derde-belanghebbende), heeft de jurisprudentie de OPERA-criteria
ontwikkeld die duidelijkheid geven wanneer een (rechts)persoon belanghebbende is.
Een belang moet:
- Het belang moet objectief bepaalbaar zijn: dit betekent dat een belang niet louter-
subjectief mag zijn.
- Het moet een persoonlijk belang betreffen: degene die door het besluit wordt
geraakt, moet zich in voldoende mate onderscheiden van andere personen die ook
gevolgen van het besluit zullen ondervinden. Hierbij wordt vaak het afstands-en
zichtcriterium gebruikt.
- Het moet een eigen belang zijn: wie belangen van anderen wil behartigen kan dat
alleen doen als gemachtigde.
- Het belang moet rechtsreeks zijn, dat wil zeggen, direct betrokken zijn bij het besluit.
Er moet voldoende causaal verband zijn tussen de gevolgen van het besluit en het
geraakte belang.
- Het moet gaan om een actueel belang: vrees voor onzekere toekomstige
ontwikkelingen die het gevolg zouden kunnen zijn van een aangevochten besluit
geven geen belang in de zin van artikel 1:2 AWB.
T:
O: Het is wel subjectief, want het feit dat hij er een hekel aan heeft is subjectief.
Geluidsoverlast is wel weer als objectief aan te merken als het meetbaar is. Objectief is goed
behalve het subjectieve argument dat hij de muzieksmaak niet goed vindt.
P: Piet heeft een persoonlijk belang, nu hij kan onderscheiden van een willekeurige derde nu
hij aan het park woont. Hij voldoet aan het afstands- en zichtcriterium.
E: Piet komt op voor eigen belang.
R: Op zich bestaat er wel een verband tussen het door hem gestelde belang en de
vergunningverlening: door de verleende vergunning heeft hij last van het geluid. Het
verband is dus rechtsreeks.
A: Het is wel actueel, want Piet woont aan het park waar het festival zal plaatsvinden. De
vergunning is al verleend aan Feestbeest, maar dit is niet doorslaggevend.

C: Piet voldoet aan de OPERA-criteria, dus hij kan als derde-belanghebbende worden
aangemerkt in dit geval.

Vervolg casus
De Stichting ‘Groen Noorderpark’ (hierna: de Stichting) is niet blij met het voorgenomen plan
van meneer Feestbeest om de bomen te snoeien en dient een bezwaarschrift in tegen de
verleende evenementenvergunning aan Feestbeest. De Stichting voert in haar
bezwaarschrift aan dat de gemeente onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de
schadelijke gevolgen voor de vogelnesten in de bomen van het park. Volgens de Stichting
had de gemeente voordat de vergunning werd verleend een deskundige moeten inschakelen
om een risico-analyse van de mogelijke impact op de natuur in het Noorderpark uit te
voeren.

, 10. Leg uit op welke rechtsnorm* (algemeen beginsel van behoorlijk bestuur) de
Stichting een beroep doet. Ga ervan uit dat de stichting belanghebbende is bij het
besluit tot vergunningverlening.
R:
De Stichting beroept zich op het zorgvuldigheidsbeginsel ex art. 3:2 AWB.
T:
Het bestuursorgaan moet op grond van art. 3:2 AWB bij de voorbereiding van een besluit de
nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen vergaren. Dit
zorgvuldigheidsbeginsel houdt dus tevens een onderzoekplicht in. Dat kan inhouden dat een
deskundige moet worden ingeschakeld.
C: Het zorgvuldigheidsbeginsel van art. 3:2 AWB

Vervolg casus
Meneer de Vries, voorzitter van de Stichting, maakt nog even een ommetje door het park en
ziet dat de voorbereidingen voor het festival in volle gang zijn. Er worden tenten geplaatst en
podia opgebouwd. Tot zijn schrik ziet hij ook een kraan van de Dienst groenbeheer van de
gemeente het terrein op rijden en parkeren onder de bomen, die volgens Feestbeest
gesnoeid zouden moeten worden. En dat terwijl de burgemeester nog niet op zijn bezwaar
heeft beslist.

11. Kan meneer de Vries iets ondernemen namens de Stichting, om te voorkomen dat de
bomen in kwestie worden gesnoeid voordat op zijn bezwaarschrift is beslist?
R:
Artikel 8:81 AWB: indien tegen een besluit bij de bestuursrechter beroep is ingesteld, dan
wel voorafgaand aan een mogelijk beroep bezwaar is gemaakt, of administratief beroep is
ingesteld, kan de voorzieningenrechter van de bestuursrechter die bevoegd is of kan worden
in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen, indien onverwijlde spoed,
gelet op de betrokken belangen dat vereist.

T:
Uit de casus blijkt dat aan het connexiteitsvereiste is voldaan. De Stichting heeft al een
bezwaarschrift ingediend. Of er sprake is van onverwijlde spoed, is altijd de vraag. Van
onverwijlde spoed is sprake als het rechtsgevolg van het besluit onomkeerbaar is. Het
snoeien van de takken van de bomen is een onomkeerbare situatie. Die komen voorlopig
niet terug.

C: De Stichting kan het beste een voorlopige voorziening vragen aan de voorlopige
voorzieningenrechter, om het besluit hangende de procedure te schorsen.

Vervolg casus
De Stichting ontvangt uiteindelijk een beslissing op bezwaar van de burgemeester. Daarin
wordt het bezwaar ongegrond verklaard. Daar is de stichting het natuurlijk niet mee eens.

12. Leg uit waar de Stichting tegen deze beslissing op bezwaar in beroep kan gaan.
Betrek in je antwoord zowel de relatieve als de absolute competentie*.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller verapankras. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.58. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.58
  • (0)
Add to cart
Added