Wijsbegeerte SEM2
2 visies op vrijheid
1) Negatieve visie = vrijheid van externe obstakels (DUS vrijheid = afwezigheid van
externe obstakels) bv jij bent vrij als de overheid zich niet met jou bemoeit, stoelen
niet in de weg staan op weg naar de film, je niet vastgebonden bent, wetten je niet
tegenhouden,… MAAR er zijn gradaties, je spreekt van 100% negatieve vrijheid als
er geen enkel obstakel is
2) Positieve visie = de vrijheid hangt af van de persoon die met zijn vrijheid omgaat (er
is een bep soort mens die ideaal is en wanneer je die persoon kan zijn, kan je vrij zijn)
je bent pas vrij als bepaalde interne condities vervuld zijn (bv analfabeet vs andere
lln in aula, wat staat er op bord? wij zijn vrijer tot het doel dat we willen omdat we
niet belemmerd worden door een negatieve gebeurtenis)
Isaiah Berlin (1909-1997)
- Tegenstander van positieve vrijheid en voorstander van negatieve vrijheid
- Hij heeft het onderscheid scherp gethematiseerd hij heeft de termen ‘positief’ en
‘negatief’ centraal gesteld, hij is de bedenker van de termen + dat contrast
- 1958: “Two Concepts of Liberty” zie tegenstellingen op ppt
o Voorbeeld van ‘men kan onvrij zijn ook al zijn er geen externe obstakels’: je zit
op je kot als nieuwe student en je weet niet wat je nog kan doen dus je blijft
gewoon thuis = positief MAAR als er iemand de deur op slot doet waardoor je
niet weg kan = negatief
- Negatieve vrijheid
o Onze ultieme waarden kunnen nooit afdoende gefundeerd worden
Samenlevingsproblemen zijn dan ook zelden definitief oplosbaar. Het
idee dat dat wel zou kunnen is de oorzaak van vele slachtpartijen in de
geschiedenis (je kan proberen overtuigen van jouw antwoord maar er
is geen ultiem antwoord)
o Vandaag wordt zijn visie vooral gebruikt als antwoord op pluralisme
Er zijn vele opvattingen over wat goed leven is
, Op samenlevingsniveau mogen we niet 1 van dei opvattingen over het
goed leven privilegiëren
DUS samenleving moet inhoudelijk neutraal zijn
Er kunnen conflicten over het goede leven ontstaan dus
moeten we depolitiseren (= liberale opvatting van de staat)
Antwoord van Berlin: probeer eerst te kijken of we niet gewoon
neutraal kunnen blijven in conflicten, dan is de zaak opgelost en dit is
een prachtoplossing die we voor alles moeten gebruiken
- Positieve vrijheid
Charles Taylor (1931-…)
- Kritiek op de opvatting van de negatieve vrijheid
o KRITIEK 1: niet alle externe obstakels zijn even problematisch
Bv verkeerslicht (het is een extern obstakel maar Taylor vindt dit niet
problematisch omdat iedereen het wel wilt voor bv veiligheid) vs
verbod op godsdienstbeleving
Conclusie: vrijheid is de afwezigheid van externe obstakels voor
handelingen die van belang zijn
Daarvoor is een achtergrondverstaan nodig dat stelt dat
bepaalde activiteiten en doelen waardevoller zijn dan andere
o KRITIEK 2: vrijheid wordt niet enkel ingeperkt door externe obstakels maar er
zijn ook interne obstakels door bepaalde motivaties die ik voel, ben ik
minder vrij dan ik zou willen zijn
Bv Kilimanjaro niet beklimmen door luxegehechtheid (het is niet
onmogelijk maar wel lastig parcours waar je 10 dagen voor nodig hebt,
er gaan hutjes zijn onderweg om te overnachten zonder veel luxe en
bv zonder douche je kan dan intern een conflict hebben willen
om Kilimanjaro af te vinken op bucketlist maar ook niet willen door
het gebrek aan luxe onderweg door te beslissen dat je het niet gaat
doen door het gebrek aan luxe ben je niet vrij omdat je te hard
vasthoudt aan luxe DUS niet enkel externe obstakels maar ook
interne)
, Ik kan hier in principe fout in zijn: ik kan verkeerde keuzes maken. Als
ik dat doe, dan ben ik minder ‘vrij’
o KRITIEK 3: je kan niet volkomen inhoudelijk neutraal zijn over de grenzen van
het staatsgezag (je kan niet volledig neutraal zijn over alles in de staat)
Bv onderwijs, organisatie van een stad (ruimte voor groen of voor
bewoning), grenzen van de vrije meningsuiting? Taalbeleid? Abortus?
Examenvraag: wat is een negatieve vrijheidsvisie op abortus?
- Algemene filosofie van Taylor:
o 1989: Sources of the Self
o Identiteit is ingebed in een ruimere structuur, een inescapable framework,
een kader van betekenissen dat ons houvast biedt (stickertjes plakken)
Met hiërarchische onderscheidingen
Binnen een gemeenschap
o Op het moment dat het houvast wegvalt, dat eigenlijk niets nog belangrijk is,
ontstaat er een identiteitscrisis. Vandaag is de westerse identiteit in een crisis:
het zelfverstaan van de mens wordt gekenmerkt door een spirituele en
morele desoriëntering (de grote kaders in de maatschappij vallen weg door
pluralisme en diversiteit = gedeelde visie van positieve vrijheid die wegvalt)
Leegheid (bv als er een relatie stukloopt), normonverschilligheid
o Identiteit in de moderniteit
Voor de moderniteit: identiteit stond vast
Sinds de moderniteit:
Subjectief: subject meet zich een identiteit aan
De achtergrond waartegen identiteitsvorming plaatsvindt is
niet meer dezelfde voor iedereen
Gevolg: mensen moeten zelf hun leven vormgeven ipv een
buitenaf opgelegd schema te volgen. Mensen moeten hun
identiteit zelf invullen
MAAR voor moderniteit was het eigenlijk eenvoudiger men
kon je niet bekritiseren voor wat je deed want je had er niet
voor gekozen en vandaag de dag is erkenning een probleem (=
mensen moeten zich op allerlei niveaus gaan verantwoorden
, voor de keuzes die ze maken tegenover vroeger moesten
mensen gewoon zeggen dat hun ouders dit voor hen eigenlijk
beslist hadden) = evolutie van positieve naar negatieve vrijheid
o In traditionele samenlevingen hadden belangrijke morele vragen een
antwoord dat was gebaseerd op diepe inzichten in de samenhang van de
realiteit (bv gebaseerd op een idee van de mens als beeld van God)
= POSITIEVE VRIJHEID
o In de moderne tijd heerst de neiging te zeggen dat er niet zo’n fundering is
Het enige wat men kan doen is rechten en plichten erkennen, zonder er een
inhoudelijke fundering aan te geven of een verdere… aan het handelen te
geven
= NEGATIEVE VRIJHEID
o VOORBEELD: wanneer je een mening hebt (bv je bent atheïst) dan moet je
ook de mening van anderen kunnen accepteren en respecteren (bv iemand
die zegt dat euthanasie niet oké is omdat het leven heilig is)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller San01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.