100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting ALLE literatuur Diagnostiek (Universiteit Utrecht) $8.07
Add to cart

Summary

Samenvatting ALLE literatuur Diagnostiek (Universiteit Utrecht)

4 reviews
 358 views  37 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een literatuursamenvatting van alle literatuur uit studiejaar 2020/2021 voor het vak Diagnostiek van opvoedings- en ontwikkelingsproblemen die in het 2e jaar van Pedagogische Wetenschappen wordt gegeven. Het bestaat uit alle hoofdstukken van Tak - Handboek psychodiagnostiek voor de hulpverle...

[Show more]

Preview 4 out of 147  pages

  • Yes
  • February 12, 2023
  • 147
  • 2020/2021
  • Summary

4  reviews

review-writer-avatar

By: jmarkhorst • 1 month ago

review-writer-avatar

By: anoukvergeer50 • 11 months ago

review-writer-avatar

By: brittkwakkenbos • 11 months ago

review-writer-avatar

By: elisehardeman • 11 months ago

avatar-seller
Week 1
De Bruyn – H1 t/m H4
Hoofdstuk 1: Inleiding
Klinische psychodiagnostiek: informatie over de cliënt en diens omgeving wordt verzameld met het
oog op het ontwerpen van de meest adequate aanpak van problemen die door de cliënt zelf of diens
omgeving zijn gesignaleerd.
- Zoek- en beslissingsproces dat in gesprek met de cliënt en omgeving wordt uitgevoerd;

Traditionele perspectief: onderscheiden van personen naar hun individuele psychische kenmerken,
zoals die zich manifesteren in hun typische gedrags- en uitingsvormen, en m.b.v. tests.

Ongewapend oordeel: diagnosticus spreekt oordelen uit zonder expliciet een beroep te doen op
methodologische principes of systematische procedures die kunnen voorkomen dat er fouten en
onterechte vertekeningen in het oordeel optreden.
- Leidt vaak tot tekorten/vertekeningen; vaststellen van deze leidt niet vanzelf tot verbetering
o Gaat om het exploreren van een probleem en afweging van meer soorten informatie

Noodzaak van opleiding in diagnostische besluitvorming: onderzoek naar de kwaliteit van het
ongewapende oordeel (1), ontwikkelingen in de beslissingskunde (2) en het ontwikkelen van
voorschrijvende kaders ten behoeve van de professionele diagnostiek (3).
- Prescriptief kader/model: zoekende (heuristische) procedures onderwerpen aan het
diagnostische proces, om dit proces in de praktijk sturing te geven.

Diagnosticus is afhankelijk van de kwaliteit van hulpmiddelen  inhoudelijke theorieën over het
ontstaan en in stand blijven van probleemgedrag, kennis over normale en afwijkende
ontwikkelingspatronen, instrumenten en technieken om gedrag in kaart te brengen en statistische en
psychometrische technieken om gegevens te verwerken.

Beperking van gedragswetenschap: constant in ontwikkeling en bevat beperkte cumulatieve kennis;
en verschijnselen van gedrag worden vanuit sterk uiteenlopende perspectieven bekeken.

Empirisch-analytische aanpak: handelen van diagnosticus verloopt volgens regels die zelf
geëxpliciteerd kunnen worden. Daardoor wordt het handelen transparant en kan de toetsing door
hem of door anderen worden onderworpen;
- Zorgt voor zorgvuldigheid zonder afbreuk van inventiviteit en creativiteit;

Hoofdstuk 2: Uitgangspunten
Wetenschappelijke diagnostiek: algemene menselijke grondstructuur van het probleemoplossend
omgaan met persoonlijkheids- en gedragsproblemen i.c.m. wetenschappelijke-empirische kennis.
- Kennis: geheel van wetmatige verbanden, verklaringsschema’s, theorieën, methoden en
instrumenten die in de gedragswetenschap wordt gehanteerd.
- Door de empirische benadering: toetsing is voor andere onderzoekers herhaalbaar;

Diagnostiek kan niet altijd voldoen aan eisen van wetenschappelijk handelen; en het vereist, als
toepassingsgebied van gedragswetenschap en onderdeel van hulpverlening, denk- en doe-
activiteiten die niet/zelden tot het gedragsrepertoire van wetenschappelijke onderzoeker behoren;
- Voorbeeld van ‘toepassingsgebied van gedragswetenschap’: verklaringsschema’s van formeel
niveau op individuele problemen.

, - Voorbeeld van ‘onderdeel van hulpverlening’: een bepaald instrument niet gebruiken.

Van Strien  De diagnosticus is wetenschappelijker naarmate hij:
- Explicieter werkt met theorieën en verschillende theorieniveaus duidelijker met elkaar in
verband brengt;
- Bewust rekenschap geeft in welke gevallen hij wel of niet kiest voor een bepaalde theorie;
- Duidelijker de denkstappen vastlegt die geleid hebben tot het advies;
- Onderzoek doet naar de waarde van theorieën voor problemen waar ze betrekking op
hebben en naar het effect van ingrepen;
- De resultaten van het eigen werk uitwisselt met collega’s.

Oordelen en beslissen in onzekerheid zijn typerend voor o.a. diagnosticus. De alledaagse
diagnostische situaties is te typeren als een voorbeeld van slecht gedefinieerde beslissingsproblemen
Belang van onderzoek naar foutenbronnen in het oordelen en beslissen:
1. Onderzoek naar wijze waarop mensen met kansen en waarschijnlijkheden omgaan;
2. Onderzoek naar vuistregels en heuristieken die mensen geneigd zijn te volgen;
3. Onderzoek naar de kwaliteit van professionele diagnostiek;

Groot deel van het werk van de diagnosticus bestaat uit schatten, afwegen en herzien van kansen. Uit
onderzoek blijkt echter dat mensen hier over het algemeen slecht in zijn.
- Onderzoek gedaan naar cognitieve vuistregels en heuristieken:
o Beschikbaarheidsheuristiek: mensen hebben de neiging de kans op het optreden van
een verschijnsel hoger in te schatten naarmate zij met minder moeite voorbeelden
van het verschijnsel voor de geest kunnen halen
o mensen zoeken vooral informatie die de eigen opvatting ondersteunt.
- De kwaliteit van professionele diagnostiek laat het logischerwijs vaak ter wensen over.
Diagnostici moeten de kwaliteit van eigen besluitvorming kritisch evalueren en verbeteren.

Beslissingsprobleem: keuzeprobleem waarbij verschillende opties verschillende consequenties
kunnen hebben m.b.t. het doel; keuze berust op de mogelijkheid van positieve/negatieve gevolgen

Descriptieve beslissingstheorie: focust niet alleen op beschrijven, maar ook op verklaren van
beslissingsgedrag.
Normatieve beslissingstheorie: gaat verder dan beschrijven en verklaren, en schrijft ook voor hoe de
beslisser formeel te werk moet gaan op basis van een aantal rationele axioma’s.

Beslissingskunde: verzameling van modellen en procedures die aangeven hoe de beslisser in de
verschillende stappen van het beslissingsproces het best kan handelen voor het te bereiken doel.

Normatieve diagnostiek (Westmeyer): de tak van de methodologie die zich bezighoudt met het
funderen, formuleren en onderzoeken van diagnostische regels en procedures.

Redenen waarom in het boek gekozen is voor prescriptieve diagnostiek i.p.v. normatieve diagnostiek:
1. Normatief (Westmeyer) heeft een algoritmische en geen heuristieke betekenis;
a. Genoegen nemen met moderately normative models = een set vuistregels en
procedures die heuristisch zijn; verhogen kans op goede beslissingen (Westmeyer)
2. Normatieve diagnostiek is enkel bruikbaar in goed-gedefinieerde beslissingssituaties, die
zelden worden aangetroffen in de klinische diagnostiek.

, 3. Prescriptief gebruiken voor beslissingsondersteuning in complexe, naturalistische situaties,
die niet te reduceren zijn tot het ideaaltypische formele beslissingsprobleem
Prescriptieve diagnostiek is in Nederlands leer van de diagnostiek.
- Specifiek voor prescriptieve diagnostiek: fundering van de spelregels wordt gezocht in het
analyseren en blootleggen van grondkenmerken van het professioneel diagnostische proces.
- De vraag: Hoe kan de diagnosticus het best het diagnostisch proces vormgeven?

In Nederland: empirische cyclus heeft de grondtoon van prescriptieve diagnostiek:
- Centraal staan de activiteit van het genereren en toetsen van hypothesen.
- Hypothesetoetsende diagnostische modellen: modellen gebaseerd op empirische cyclus.
o Geven in algemene zin aan welke stappen in welke volgorde op welke wijze
doorlopen moeten worden; niet uitgewerkt tot concrete voorschriften en regels.

Hoofdstuk 3: De diagnostische cyclus
Proces van formulering van hulpvraag tot diagnostisch onderzoek:
- Hulpvraag (C)  type diagnostische hulpvraag (D)  type vraagstelling (C+D)  type
onderzoek (D);
- Een cliënt komt met een hulpvraag  niet elke hulpvraag is een diagnostische hulpvraag, en
daarom gaat de diagnosticus samen met de cliënt na welke informatie nodig is 
gezamenlijk wordt de diagnostische hulpvraag geherformuleerd tot een vraagstelling 
verbinding leggen tussen type vraagstelling en type (diagnostisch) onderzoek.
- Belangrijk voordeel van onderscheidt tussen diagnostische hulpvraag en type vraagstelling:
controle wordt mogelijk op de mate waarin het onderzoek aansluit bij de hulpvraag.

Voorbeelden van hulpvragen, vraagstellingen en onderzoekstypen:
Prototype diagnostische hulpvraag Type vraagstelling Type onderzoek Code
Hoe moet ik verwoorden wat ik t.o.v. mij/dit kind Verheldering Verhelderend VHD
ervaar?
Wat is er met mij/dit kind aan de hand? Onderkenning Onderkennend ODK
Waarom is dit met mij/dit kind aan de hand? Verklaring Verklarend VKR
Hoe kan ik/dit kind het best geholpen worden? Indicatie Indicerend IDC

Vaak is er niet één hulpvraag, maar meerdere. Bij een combinatie van vragen volgt dan ook een
combinatie van onderzoekstypen, die niet in willekeurige volgorde worden uitgevoerd.
- Het doel: optimaal antwoord geven op de vraag van de cliënt; vaak is een optimaal antwoord
op een hulpvraag, afhankelijk van een andere hulpvraag = diagnostische scenario.
o Verhelderend onderzoek is de gepaste aanvangsstap van elk scenario.
o 0-scenario: na het verhelderende onderzoek, is er geen verder onderzoek nodig.
o 1-scenario: het 0-scenario wordt met één type onderzoek uitgebreid;
o 2-scenario: het 0-scenario wordt met twee typen onderzoek uitgebreid;
o 3-scenario; verheldering  onderkenning  verklaring  indicatie

Correspondentie van onderzoekstypen met diagnostische scenario:
Onderzoekstype Stap Component Code
Verhelderend 1 klachtanalyse KA
Onderkennend 2 probleemanalyse PA
Verklarend 3 verklaringsanalyse VA
Indicerend 4 Indicatieanalyse IA

, ‘Diagnose’  gebruikt in twee verschillende betekenissen:
1. Als onderkenning van een stoornis;
2. Als verklaring voor het probleem of de stoornis;

Aard van problematiek: herhaald doorlopen van het volledige scenario of onderdelen daaruit; een
optimaal diagnostisch beslissingsproces dwingt tot een cyclisch verloop. De cyclus is prescriptief:
schrijft stappen en substappen voor die de diagnosticus moet doorlopen.
- Mate van doorgaan, herhalen of teruggaan in cyclus  hangt af van de zekerheid van kennis.
- Onderzoek start bij aanmelding van cliënt (Anm) en eindigt bij advies (Adv).
- Elke stap die wordt genomen levert een conclusie op; bij onvoldoende zekerheid wordt de
bron achterhaald. Afhankelijk van in welke stap deze bron ligt, wordt een keuze gemaakt
voor herhaling of terug gaan naar vorige stap.

Verschillende analyses:
1. Klachtanalyse: diagnosticus verzamelt de klachten (=uitspraken die aangeven dat de situatie
of het gedrag van de cliënt, of de gevolgen daarvan, door de cliënt als negatief beleefd
worden) (1) en gaat na of de verwoording ervan door de cliënt overeenkomt met wat hij
bedoelt (2); ook nagaan van diagnostische hulpvraag (3).
a. Verhelderende diagnose: ordening van klachten en herkenning daarvan;
2. Probleemanalyse: problemen zijn situaties of gedragingen waarover de diagnosticus kan
aannemen dat er sprake is van een ongunstige (=psychologische aanpassing en ontwikkeling
van cliënt worden verstoord of dreiging tot verstoring) toestand. Diagnosticus legt verband
tussen klachten en problemen (1), controleert dit (2), groepeert het (3) en benoemt de
problemen en de ernst ervan (4).
a. Onderkennende diagnose: benoeming van problemen in terminologie;
3. Verklaringsanalyse: verklaringen zijn (empirisch) getoetste uitspraken over condities, die
afzonderlijk of in samenhang het probleem hebben doen ontstaan of in stand houden. De
diagnosticus geneert hypothesen (1), leidt er empirische toetsbare voorspellingen uit (2),
formuleert en toets deze (3) en stelt een integratief beeld op (4).
a. Verklarende diagnose: samenhangend beeld, waarin één of meer condities met een
bepaalde mate van waarschijnlijkheid als verklaring voor het probleem gelden.
4. Indicatieanalyse: indicaties zijn empirisch/theoretisch onderbouwde aanbevelingen voor
interventies. De diagnosticus formuleert een interventiedoel (1), inventariseert de in
aanmerking komende typen interventies (2), bepaalt in onderling overleg het nut van de
mogelijke alternatieven (3), onderzoekt of de criteria voor interventies van toepassing zijn
(4), schat de kans van slagen in (5) en formuleert een aanbeveling (6).
a. Indicerende diagnose: lijst van indicaties; aanbevelingen voor mogelijke interventies.

De kwaliteit van de hulpverlening heeft baat bij het beschikken over aparte prescriptieve modellen:
1. Er zijn problemen waarvoor geen interventie bekend, beschikbaar of nodig is
2. Als er wél een volledige klinische cyclus mogelijk is (diagnostische cyclus verbonden met de
theoretische cyclus), vormt de ene deelcyclus controle op de andere.
a. Advies heeft de vorm van een voorwaardelijke voorspelling, gebaseerd op theorie.

Behandelingscyclus: verkennende behandelingsanalyse (VBA), voorspellen van reacties (VR),
toetsende behandeling (TB) en evaluatie t.o.v. het globale doel (EGD).

Regulatieve en empirische cyclus verwijzen naar het methodologische wetenschappelijk handelen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller johanna_. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.07. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.07  37x  sold
  • (4)
Add to cart
Added