Biologie begrippenlijst Nectar H17 (V6)
H17.1
1. DNA = bevat de informatie voor het maken van eiwitten, verdeeld over 46 chromosomen in de
celkern.
2. Nucleotiden = bestaat uit een fosfaatgroep, suikermolecuul en een stikstofbase.
3. Stikstofbase = adenine (A), cytosine (C), guanine (G) en thymine (T), vormt H-bruggen waarbij A-T
en C-G verbonden zijn door 3 H-bruggen.
4. Basenparen = A-T en C-G, vaste combinaties van verbonden stikstofbasen.
5. Complementair = doordat steeds dezelfde basenparen ontstaan zijn de DNA strengen
complementair.
6. 5’ eind = einde van een streng waar de vrije fosfaatgroep aan zit.
7. 3’ eind = einde van een streng waar de vrij OH-groep.
8. Histonen = speciale eiwitten die de DNA-moleculen bij eukaryoten in de kern verstevigen en
beschermen.
9. Nucleosoom = geheel van 8 histonen met daaromheen gerold DNA.
10. Chromatinedraad = verschillende aan elkaar gekoppelde nucleosomen, spiraliseert tot
chromatine waardoor het DNA-molecuul heel compact in de celkern is opgeborgen.
11. mtDNA = mitochondriaal DNA, DNA in de mitochondriën, erft via de eicel naar zoon en dochter.
12. Genoom = totale DNA van een persoon, bevat 19.000 genen.
13. Genen = een stuk DNA met informatie voor de productie van een of meerdere eiwitten. Alle
cellen hebben hetzelfde DNA, maar afhankelijk van de functie zijn verschillende genen actief.
14. Sequentie = volgorde van stikstofbasen die een DNA-code vormen.
15. Niet-coderend DNA = heeft als functie het produceren van rRNA of tRNA, of het regelt het aan-
en uitschakelen van genen in het coderende DNA.
16. Coderend DNA = codeert voor eiwitten.
17. Repetitief DNA = herhalingen van series nucleotiden, vaak in niet-coderend DNA, het aantal
herhalingen varieert van 2 tot enkele duizenden.
18. STR’s = short tandem repeats, korte repeats van twee tot tien nucleotiden.
19. Loci = plek in het DNA.
20. DNA-profiel = schrijfwijze voor het profiel van het DNA.
, H17.2
1. DNA-replicatie = proces waarbij DNA-moleculen zich verdubbelen tijdens de S-fase, een
enzymencomplex verbreekt de H-bruggen tussen de DNA-strengen.
2. Helicasen = ritst naar beide kanten het DNA open.
3. Replicatievorken = de twee openingen die ontstaan door het openritsen van de helicasen.
4. Primase = RNA-polymerase eiwit die op het startpunt een primer vast maakt.
5. Ribonucleotiden = de primer die door de primase wordt vastgemaakt bestaat uit ongeveer 20
ribonucleotiden, RNA met ribose en uracil.
6. DNA-polymerase = een nieuwe streng die gevormd wordt vanaf de primer, van 3’ naar 5’.
7. Leidende streng = de streng die van 3’ naar 5’ loopt.
8. Volgende streng = de streng die van 5’ naar 3’ loopt, tegen de leesrichting in waardoor de
replicatie in kleine stukjes verloopt.
9. Achterwaarts kopiëren = het kopiëren van de volgende streng gaat in vergelijking met de
leidende streng achterwaarts.
10. Okazaki-fragment = de kleine stukjes replicatie die ontstaan door het achterwaarts kopiëren van
de volgende streng.
11. Ander type DNA-polymerase = vervangt alle RNA-nucleotiden uit de primers door DNA-
nucleotiden.
12. Ligase = enzym dat de Okazaki-fragmenten aan elkaar tot een complete streng koppelt en
controleert of de replicatie foutloos is.
13. Semi-conservatief = elk nieuw molecuul bestaat uit een oorspronkelijke en een nieuwe streng.
14. PCR-methode = polymerase-chain-reaction, vindt plaats in een machine die steeds snel en
nauwkeurig van temperatuur wisselt. Een proces voor het vermeerderen van DNA.
15.Deoxyribosenucleotiden = Bestaan de DNA-primers die gebruikt worden tijdens de PCR-methode
uit. Ze worden zo ontworpen dat ze complementair zijn aan beide 3’-einden van het doel-DNA
16. Doel-DNA = het DNA wat een onderzoeker wilt vermeerderen.
17. Gelelektroforese = techniek die DNA-fragmenten scheidt op basis van hun grootte (groot->klein).
18. Capillairelektroforese = een variant van gelelektroforese, hierbij bewegen de kleine moleculen
ook het snelste (verste).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller djoekeseverijnen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.