Neonatologie
Inleiding: perinatale/neonatale zorg in België
In België zowel zorg voor moeders als voor pasgeborene:
Afdelingen neonatale zorgen: lokale neonatale zorgen (N*-functies) en neonatale
intensieve zorgen (NIC-afdeling)
Regionale perinatale zorg (P*-functie)
Organisatie van afdelingen neonatologie
Lokale neonatale zorgen N*-afdeling:
Elk ZH dat kraamfunctie heeft, moet ook N*-functie beschikken die belast is met aanbieden
van neonatale zorg in kamer van moeder als toestand pasgeborene toelaat of vereist.
Elke N*-functie moet ruimte hebben die uitsluitend bestemd is voor toezicht op- en
verzorging van pasgeborene.
Neonatale intensieve zorgen:
Elk ZH met kraamafdeling met MIC-afdeling voor risicozwangerschappen, moet ook NIC-
bedden hebben. Deze zijn uitsluitend voorbehouden voor pasgeborenen die in levensgevaar
zijn of die acute intensieve zorg nodig hebben.
Pasgeborenen blijven op NIC-afdeling opgenomen tot ze voldoende hersteld zijn om zonder
risico overgebracht te worden naar ZH of afdeling waar ze vandaan komen.
Regionale perinatale zorg:
Bestaat uit erkende afdeling voor hoog risico zwangerschappen (MIC-afdeling) en erkende
afdeling voor neonatale intensieve zorgen (NIC-afdeling) op zelfde ZH-site.
Ziekenhuizen met P*-functie: dienst als referentiecentrum.
Ontwikkelingsgerichte zorg voor prematuur geboren baby’s en hun familie binnen
neonatologie
IFCDC: Infant- and familycentred developmental care
Belangrijkste elementen hieruit:
Architectuur Ondersteuning, Aanwezigheid ouders en Zorgpersoneel,
begeleiding en deelname aan zorg beschikbare tijd en
voorlichting ouders opleiding
Ontwerp afdelingen moet Voor ouders zeer Prikkels die zij aan hun Ouders moeten van
rekening houden met centrale belastend: ingrijpende kind geven kunnen niet gekwalificeerde
rol gezin. Moet ook voldoende gebeurtenis en een door iemand anders deskundigen de tricks
zintuigelijke prikkels bevatten. angstaanjagende gegeven worden. leren.
omgeving.
Technologische ondersteuning Gedeelgde Overgangsperiodes
besluitvorming
Communicatietechnologie Zo veel mogelijk Moment van overdracht
toepassen. betrekken door naar andere afdeling:
voldoende informatie belangrijke
te geven. scharniermomenten.
, Ontwikkelingsgerichte zorg: initiatieven
Baby Friendly Hospital Initiative (BFHI)
= beschermen en aanmoedigen van borstvoeding
Intiatief van WHO en UNICEF
ziekenhuizen moeten voldoen aan bepaalde criteria om label van ‘babyvriendelijk ZH’ te
behalen. Bv.
- Toekomstige ouders correct informeren en begeleiden
- Borstvoedingsopleiding voor vroedvrouwen op materniteit
- Veilig bereiden van kunstvoeding
Newborn Individualized Developmental Care and Assessment Program (NIDCAP)
Doel: alle zorgen die in afdelingen intensieve neonatale zorg worden verstrekt afstemmen
op gedrag van pasgeborene om op die manier zijn/haar ontwikkeling te ondersteunen en de
hechting te bevorderen.
kijken naar gedragingen van baby: wat zou hij bedoelen?
Bv. Geeuwen: kan teken zijn van discomfort.
Tekenen comfort en welzijn Tekenen stress en discomfort
Autonoom: Autonoom:
- mooie roze kleur - apneu’s
- rustige AH - schommelingen HF en sat
- stabiele saturaties - niezen
motorisch: - geeuwen
- handjes naar mond motorisch:
- grijpen - slappe tonus
- zoeken om te zuigen - grimas
Gedrag: - fronsen
- alertheid - spreiden vingers/tenen
- glimlachen Gedrag:
- heldere ogen - hyperalert
- geluidjes - jammeren
- blik afwenden
- rusteloos
- boos
kennen examen, zeer belangrijk!
Family centered care
= zorg in partnerschip: ouders zijn partners in de zorg
artsen en vpk hebben ondersteunende rol
Kernconcepten: veiligheid, kwaliteit, respect keuzes gezin, openheid in info over zorg en
samenwerken
kennen examen, zeer belangrijk!
Filmpje ppt houding kennen.
, Transitie van foetus naar neonaat
Verandering in ademhaling
Baarmoeder is een veilige omgeving waarin ongeboren kind zich goed kan ontwikkelen en al
band opbouwt met zijn omgeving.
Na geboorte is eerste taak van neonaat om, zelfstandig, een evenwicht van alle functies in
het lichaam te verkrijgen. (bv. intra-uterien geen AH nodig via longen).
Gedurende uitdrijving wordt door druk op thorax ongeveer 1/3de van longvloeistof uit long
geperst en verlaat die vloeistof het lichaam via neus en mond.
Resterende longvocht wordt opgenomen in pulmonaire circulatie en lymfatisch systeem.
Bij verlaten geboortekanaal veert thorax door elasticiteit terug en vult long zich met lucht.
Hierdoor zal pasgeborene even hoesten voordat hij 1ste ademteug neemt.
Op moment dat neonaat lucht inademt en zuurstof de longen bereikt, ontplooien alveoli zich
en start perfusie.
Op moment dat longen geperfundeerd worden is gasuitwisseling een feit.
Kind via sectio of stuitligging geboren: er blijft meer longvocht achter in longen en kan leiden
tot respiratoire insufficiëntie met tachypneu. (electieve sectio = geplande sectio)
Factoren die normale longontwikkeling beïnvloeden:
Fysische factoren
Intra-uteriene ruimte en Intra-thoracale ruimte Foetaal longvocht
vruchtwater.
Normale hoeveelheid vruchtwater Voldoende ruimte in thorax Epitheelcellen van distale luchtwegen
noodzakelijk voor normale nodig o normale ontwikkeling produceren continu vocht intra-
ontwikkeling. longen mogelijk te maken. uterien druk die longontwikkeling
Tekort longhypoplasie Bv. aangeboren afwijkingen stimuleert
Bv. PROM of renale afwijkingen zoals hernia diafragmatica
Tekort longhypoplasie
Teveel hyperplasie long
Overgang van intra- naar extra-uterien leven:
Mogelijk probleem: TTN = transiënte tachypnee van neonaat = ‘wet lung syndrome’
- malresorptie van foetaal longvocht tgv electieve sectio
- symptomen: kreunen, tachypnee, opgetrokken thorax, onrust, neusvleugelen en
verhoogde O2-nood
Verandering in circulatie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller justinevanderstraeten11. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.41. You're not tied to anything after your purchase.