100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Summary Dealing with Diversity $3.18
Add to cart

Summary

Summary Dealing with Diversity

 848 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

A complete summary of the material for the examination of Managing Diversity in block 2. It contains the appropriate chapters of the book Conversation lining in Legal Practice and Intercultural Communication.

Preview 5 out of 9  pages

  • January 21, 2013
  • 9
  • 2011/2012
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Omgaan met Diversiteit

Boek: Gespreksvoering in de Juridische Praktijk en Interculturele Communicatie

Gespreksvoering in de Juridische Praktijk: Hoofdstuk 14.1 t/t 14.3.2 (intranet)

Interculturele Communicatie: Hoofdstuk 1

Ieder mens is:

- Als alle andere mensen
- Als sommige andere mensen
- Als geen enkel ander mens

Diversiteit: Het geheel van dimensies die gezamenlijk jouw sociale indentiteit vormen en jou uniek
maken als persoon en die tegelijkertijd van invloed (kunnen) zijn op jouw sociaalmaatschappelijke
positie

Verschillende dimensies van diversiteit:

- Etniciteit
- Klasse
- Levensfase
- Talent/handicap
- Religie
- Sekse
- Seksuele oriëntatie
- (beroeps)socialisatie

Niveau’s van diversiteit:

- Microniveau (interpersoonlijkniveau): omgaan met diversiteit in de interactie tussen client en
sociaaljuridisch dienstverlener
- Mesoniveau (organisatieniveau): Hoe diversiteitsproof is een organisatie?
- Macroniveau (samenleving): Hoe gaat een samenleving om met diversiteit

Professionele grondhouding:

3 factoren:

- Zelfbeeld: je eigen referentiekader
- Beroepsbeeld: eigen kijk op uitoefening functie
- Context: in wat voor beroepsveld werk je



Cultuur:

Hofstede: De collectieve mentale programmering die de leden van een groep onderscheidt van die
van andere groepen

,Overgebracht door:

- Opvoeding
- Socialisatie
- Normen en waarden
- Waarneming

Mogelijke subculturen:

- Werelddeel
- Land
- Etnische cultuur
- Regio
- Stad
- Geloof
- Sociale klasse
- Geslacht
- Leeftijd
- Beroep
- Hobby
- Bedrijfscultuur

Drie niveau’s van programmering:

1. Menselijke natuur
2. Cultuur
3. Individu

Cultuur opgebouwd uit 3 lagen

1. Tastbare zaken (buitenste laag)
a. Taal, rituelen
2. Normen en waarden
3. Basiswaarden (diepste laag)

Cultuurrelativisme:

- Uitgaan vam verscheidenheid: alles is mogelijk
- Verschillende culturen zijn gelijkwaardig aan elkaar
- Eigenheid van cultuur staat voorop en dient gerespecteerd te worden
- Gevolg: onverschilligheid jegens de verschillende culturen

Cultuuruniversalisme:

- Bepaalde waarden en normen zijn geldig voor mensen uit alle culturen
- Overheersende cultuur staat bovenaan (mindere culturen dienen zich aan te passen)

Cultuurpluralisme:

- Ieder mens is uniek

, - Gelijkwaardigheid en verscheidenheid
- Een mens is onderdeel van verschillende sociale systemen, waardoor er sprake is van
meervoudige sociale identiteit

Drie aannames voor de communicatie van mensen tussen verschillende culturen van Hoffman:

1. Ondanks alle verschillen kent iedere samenleving gelijksoortige problemen waarvoor mensen
een oplossing dienen te zoeken (voedselverwerving, werk, scholing, opvoeding, etc)
2. Alle mensen handelen zo rationeel en zinvol mogelijk. Door deze aanname is het mogelijk om
inzicht te krijgen in iemands manier van handelen en zijn gedrag te begrijpen
3. Culturele verschillen kunnen worden overbrugd door mensen vertrouwd te maken met
nieuwe denk- en handelingskaders.

Het kruispuntdenken: Manier van denken, voelen, handelen en kijken naar je omgeving, die je
uitnodigt tot inclusief en dynamisch denken

Centrale gedachte: Ieder mens wordt gevormd door vijf assen van maatschappelijke betekenisgeving:
gender, etniciteit, klasse, seksualiteit, nationaliteit. Deze assen treden gelijktijdig op en worden altijd
beïnvloed door macht, gender en etniciteit

Centrale begrippen (iemand heeft meerdere maatschappelijke posities en sociale indentiteiten bezit
(man én hetero én wit)):

- Multidimensionaliteit in plaats van monodimensionaliteit
- Gelijktijdigheid van verschillende assen in plaats van eenzijdigheid
- En-/en-denken in plaats van of-/of-denken
- Insluiten in plaats van uitsluiten
- Gelijkwaardigheid
- Wederkerigheid



Het analysemodel van Roosevelt Thomas jr.

(het herkennen van omgaan met verschillen en overeenkomsten)

1. Toenemen/afnemen diversiteit
2. Ontkennen/negeren van diversiteit
3. Assimileren: minderheden moeten zich aan de dominante cultuur aanpassen
4. Onderdrukken van diversiteit: net doen alsof er geen diversiteit is
5. Isoleren: mensen met verschillende culturen apart zetten
6. Tolereren: diversiteit wordt ontkend of niet geheel geaccepteerd
7. Relaties opbouwen/samenwerken: acceptatie en begrip
8. Zorg voor wederzijdse aanpassing

Optie 7 en 8 staan voor accepteren van omgaan met diversiteit. De andere opties zorgen voor
toenemen of afnemen van diversiteit

,Analysemodel Geert Hofstede

5 cultuurdimensies:

1. Identiteit

Individualistisch, op eigen identiteit en ontwikkeling als persoon gericht

Collectivistisch, op identiteit van groep gericht

2. Hiërarchie

Macht, ongelijkheid / gelijkheid tussen verschillende sociale klasse

3. Sekse/gender

Verschillen in de rol van man/vrouw

4. Waarheid

Mate van tolerantie van het onbekende/onzekerheden

5. Deugd/confuciaans dynamisme

Waaraan wordt de hoogste waarde toegekend en hoe vullen mensen hun dag in?
Lange / korte termijn


Het 4-D-model van Philomena Essed

Om duidelijk te maken op basis van welke veronderstellingen een bedrijf of persoon handelt begin je
met de volgende vier vragen:

1. Veronderstelling: Van welke veronderstelling wordt uitgegaan, van welke normen, waarden
en vanzelfsprekendheden?
2. Theorie: Van welk theoretisch kader wordt uitgegaan, hoe kijkt iemand tegen de
samenleving of de ander aan?
3. Beleid: Van welk beleid wordt uitgegaan? Wat wil je veranderen, welke doelen stel je, wat
wil je behouden?
4. Praktijk: Voor welke praktijk wordt gekozen, hoe voer je het beleid uit?

Aan de hand van deze vragen kan je kijken welk van de door Essed onderscheiden 4-D-modellen op
de organisatie van toepassing is.

1. Deficit denken
- Veronderstelling: Eigen samenleving en cultuur is beter dan andere samenlevingen en
culturen (cultuurhiërarchie)
- Theorie: De ene cultuur is hoger ontwikkeld dan de andere

, - Beleid: Nieuwkomers moeten zich aanpassen aan de dominante cultuur
- Praktijk: Assimilatie

2. Differentie
- Veronderstelling: Het gegeven dan er verschillen bestaan en dat alle culturen even
waardevol zijn
- Theorie: Het is goed om informatie uit te wisselen over de verschillende culturen
- Beleid: Het wordt belangrijk gevonden om informatie uit te wisselen over etnische
minderheden
- Praktijk: Uitwisselen van informatie kan stigmatiserend werken (Men kan uitgaan van
stereotypen en machtsaspecten ontkennen)

3. Discriminatie
- Veronderstelling: Iedereen heeft recht op gelijke behandeling en eigen cultuur
- Theorie: Men gaat uit van machtsverschillen in de samenleving, van ongelijke structurele
verhoudingen, dat zorgt voor discriminatie
- Beleid: Antidiscriminatiebeleid, voorrangsbeleid of beleid van positieve actie
- Praktijk: Men heeft geen of onvoldoende aandacht voor discriminatie binnen de eigen groep
of durft deze niet ter discussie te stellen omdat er enkel op racisme als vorm van
discriminatie wordt gelet

4. Diversiteit
- Veronderstelling: Alle culturen of individuen hebben wat te bieden
- Theorie: De samenleving veranderd door de invloed van iedereen (inclusief denken), men
kijkt zowel naar de verschillen als overeenkomsten
- Beleid: Niet problematiseren maar kijken naar de voorwaarden waaronder ieders kwaliteiten
tot uiting kunnen komen
- Praktijk: De discussie wordt gereduceerd tot etniciteit en multiculturaliteit, waardoor er
wordt vergeten te kijken naar gender, leeftijd en andere dimensies van diversiteit



Het analysemodel TOPOI van Hoffman

Het topoi-model laat zien op verschillende niveaus waar een miscommunicatie kan ontstaan

Centrale uitgangspunt: “Het gaat om de persoonlijke ontmoeting: Het is in de ontmoeting met
anderen dat wij een idee kunnen vormen over onze eigen identiteit. Zo’n ontmoeting gaat vaak
gepaard met conflicten, spanningen en confrontaties. Totdat die ontmoeting zo vanzelfsprekend is
dat jij een deel wordt van mijn ik en ik een deel wordt van jou, is er pas sprake van een dialoog van
het leven” (Hoffman, 2002)

Drie kernvragen die belangrijk zijn bij het analyseren van de miscommunicatie:

1. Wat is mijn aandeel?
2. Wat is de ander zijn aandeel?

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ACScheer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.18. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48072 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$3.18  4x  sold
  • (0)
Add to cart
Added