100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Criminologie van de Strafrechtsbedeling (geslaagd eerste zit!) $9.46   Add to cart

Summary

Samenvatting Criminologie van de Strafrechtsbedeling (geslaagd eerste zit!)

 68 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

De samenvatting is een combinatie van slides en notities, aangevuld met informatie uit het handboek. Gastlessen zijn niet inbegrepen!

Preview 4 out of 87  pages

  • February 12, 2023
  • 87
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
CRIMINOLOGIE VAN DE
STRAFRECHTSBEDELING




JRaveydts
HP

1

, Inleiding: de strafrechtsbedeling vanuit helikopterperspectief
Inzicht in de keten van de strafrechtsbedeling
 Opsporing  strafuitvoering
 Inzicht in de verschillende echelons, actoren en functies
 Instroom, doorstroom en uitstroom

1 HOE DENKEN WE OVER MISDRIJF EN STRAF?
Moeten we de focus leggen op de daad of op de dader?
 De slingerbeweging van het strafrecht: de klemtoon op dader of
daad verlegd zich van tijdskader tot tijdskader

(1) Ancien régime (tot aan de 18de eeuw)
 Centrale figuur: vorst of koning had het alleenrecht op bestraffing (hield veel willekeur in)
 Bekentenis werd afgedwongen
 Straf moest een voorbeeld straf zijn  De daad mag niet gebeuren / afschrikking
- Doel van de straf: vergelding en afstraffing, maar ook algemene preventie
- “wrede middeleeuwen”  maar recent onderzoek toont aan dat beul of folteraar moeilijk te vinden was dus straffen
werden vaak afgekocht

(2) Verlichting en Klassiek Strafrecht (18e-19e eeuw)
 Bepaald mensbeeld: de mens is een rationeel wezen en kan een afweging maken tussen kosten en baten
 Sociaal contract: je geeft als burger een deel van jouw vrijheid af aan de overheid, deze zal je in ruil daarvoor beschermen
 Magna Carta:
- legaliteit (geen wet = geen straf  misdrijf en straf staan in de wet geschreven en iedereen wordt geacht die te
kennen)
- proportionaliteit (straf in proportie met de overtreding)
- subsidiariteit (strafrecht wordt pas ingezet als er geen andere optie meer is)
 Vaste straffen: rechter volgt de wet (La bouche de la loi)
 Misdrijf staat centraal  men kijkt niet naar de dader
 Focus op vergelding want sociaal contract is verbroken
- Toch ook algemene en bijzondere preventie

(3) Positivisme (2de helft van de 19de eeuw)
 De mens is geen rationeel wezen maar is gedetermineerd (de mens heeft geen vrije keuze)
 Strafrecht kan optreden voordat een misdrijf is gepleegd (vb, Lombroso; geboren misdadiger)  maatschappij beschermen
 Vergelding = zinloos  persoon kan er niet aandoen en dus staat de Magna Charta op de helling
 Slinger: van daad naar dader
 Focus op bijzondere preventie

(4) Sociaal verweer
 Klassieke strafrecht mag niet volledig worden verworpen: bepaalde groep heeft een zekere vrijheid de andere niet
 Eclecticisme van prins: slinger hangt in het midden
 ‘normale’ delinquenten versus andere delinquenten, straffen versus maatregelen (“geestesgestoorden en jeugdigen”)

(5) Na WOII: overgangsfase, bloei, welvaartstaat en verzorgingsstaat (uitbouw sociale vangnetten vb. onderwijs,
gezondheidszorg)

(6) Nieuw sociaal verweer
 Belangrijk verschil: legaliteit krijgt een bijzondere, belangrijke positie  er werd teveel misbruik gemaakt
 Aandacht voor persoonlijkheid en sociaal milieu
 Individualisering, met aandacht voor de rechtspositie van de dader
 Resocialisatie centraal (re-integratie in de maatschappij)
Vandaag = diverse stromingen
- Straf = diverse straffen: Streven naar evenwicht tussen vergelding, afschrikking, resocialisatie en herstel.
- Resocialisatie als functie van een (gevangenis)straf: wat vinden jullie daar van?
- Rechter als koorddanser - publieke opinie
- Voorgaand Minister van Justitie Koen Geens: 3 fases hervormingen strafrecht, strafprocesrecht, strafuitvoeringsrecht
- Huidig Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne bouwt hierop verder
2 DE LOGICA VAN DE STRAFRECHTSKETEN – DE ECHOLONS

2

,De strafrechtsketen = een trechter
 Misdrijf = door de wet omschreven gedrag waarop een straf is gesteld die in de wet is bepaald
 Dark number = misdrijven die onder de radar van de politie blijven vb. doordat ze niet worden gerapporteerd

- 700 000 - 750 000 misdrijven/jaar bezorgd aan OM
- Slechts een klein deel ervan (35 000-55 000/jaar, 5%-7%) worden door de strafrechter behandeld
- Een klein deel daarvan (18 000/jaar) leidt tot hechtenis/gevangenisstraf

de strafrechtsketen en de verregaande juridisering
Overreglementering, uitbreiding strafrecht maar investeringen voor justitie volgden niet
 “We hebben het strafrecht verwaarloosd”
 Gevangenissen zitten overvol, coördinatie tussen diverse actoren loopt soms mank
- Overlopen/opstroppen trechter: onbeheersbare hoeveelheid straffen en het onvermogen om die uitgesproken straffen
adequaat uit te voeren
- Tast efficiëntie van het strafrecht aan en zorgt voor uitholling

De strafrechtsketen en de ruimte voor beleid
“Beleid voeren”  men wil personen zo snel mogelijk uit de strafrechtsketen
 Klassieke strafrecht: geen ruimte voor beleid (magna charta)
 Oud sociaal verweer: creatie beleidsruimte op echelon SU en deels Straftoemeting
- Bvb voorwaardelijke invrijheidsstelling, verzachtende omstandigheden
 Nieuw sociaal verweer: creatie beleidsruimte op elk echelon
- Bvb praetoriaanse probatie, Bemiddeling en Maatregelen, probatie, penitentiair verlof

Keuzes maken bij de opsporing
- = Politie, bijzondere inspectiediensten, douane
- Politie legt schriftelijk vast in processen-verbaal
- Wettelijk geen autonomie (geen politiespot): alles verbaliseren en doorgeven aan OM
- Opsporingsonderzoek onder leiding van het Openbaar Ministerie (OM) (90%)
- Dwangmaatregelen: vordering tot onderzoek, onder leiding van de onderzoeksrechter (gerechtelijk onderzoek, 10%)
Quid: staat dit op de helling?

Keuzes maken bij de vervolging
- Logica van de strafrechtelijke reactie op misdrijven: “eens een misdrijf is opgespoord en vastgesteld wordt het aan de
strafrechter voorgelegd met het ook op beoordeling en eventuele bestraffing”  realiteit is eerder uitzondering dan
regel!!
- Opsporings- en vervolgingsbeleid: richtlijnen minister van Justitie en omzendbrieven College PG’s (COLs)= bindend
voor alle leden OM… maar binnen de grenzen bepaald door de minister van Justitie/College PG’s kan het OM eigen
accenten leggen:
o = Opportuniteitsbeginsel: het OM kan beslissen om wel/niet tot vervolging over te gaan
o  OM als spilfiguur!
o Sepot in 65-70% van de gevallen
 Technische sepot: kan niet vervolgen omdat dader overleden of niet gekend is
 Opportuniteitssepot: vervolging is nadelig voor de maatschappij en persoon in kwestie vb. te grote impact
op de carrière van de dader
o Buitenrechtelijke afhandeling

Keuzes maken bij de straftoemeting
Een strafrechtelijke reactie op een misdrijf is de uitzondering
- Instellen strafvordering via OM (OM/PdK heeft vervolgingsmonopolie)
- Uitzonderingen zoals:
o Via raadkamer (na vordering van OM) na afsluiting van gerechtelijk onderzoek door onderzoeksrechter
o Door slachtoffer




Deel 1: Opsporing
1 POLITIE ALS ACTOR IN DE STRAFRECHTSKETEN
3

, 1 HET WETGEVEND KADER
vertrekpunt: de Wet op het Politieambt (1992)
 Aanleiding:
Parlementair onderzoek naar de wijze waarop de bestrijding van het banditisme en het terrorisme georganiseerd wordt
(mei 1988 – april 1990) (Bendecommissie I)
- Politieoorlog, geen informatiedeling, rivaliteit, gebrek aan coördinatie,…  toen nog 3 politiediensten
- Pinksterplan (1990) – geen grote hervorming van de politiediensten, maar een geïntegreerde benadering van de
politiefunctie
o.a.: oprichting Vijfhoeksoverleg ( = overleg tussen procureur, burgemeester en drie politiediensten), demilitarisering
Rijkswacht, Samenwerking in zones o.b.v. complementariteitsbeginsel, … en de Wet op het Politieambt

 Inhoud wet van het Politieambt
Een mijlpaal: legt voor het eerst de politiefunctie vast, voor de verschillende politiediensten; zorgt voor harmonisering van
bevoegdheden en verantwoordelijkheden, zorgt voor coördinatie en samenwerking.
- Twee doelen:
1. Vastleggen van het wettelijk kader voor overlegstructuren/gezagsrelatie tussen bestuurlijke en gerechtelijke
overheden en toenmalige politiediensten (bv Vijfhoeksoverleg)
2. Vastleggen van de opdrachten, plichten en bevoegdheden van politieambtenaren van de toenmalige
verschillende politiediensten in 1 wet
- Drie krachtlijnen (zie artikel 1 en artikel De Raedt, 2013)
o Politiediensten zijn uitvoeringsorganen, ze handelen onder het gezag en de verantwoordelijkheid van de
overheden (gezagsprincipe)
o Politie treedt op om individuele rechten en vrijheden te beschermen en dragen bij tot de democratische
ontwikkeling van de maatschappij (democratisch principe)
o Gebruik van geweld of dwang kan uitsluitend onder de bij wet bepaalde voorwaarden (art 37, 37 bis en 38 WPA)
(legaliteitsprincipe)

 Evolutie tijdens en na de WPA
- Wet 18 juli 1991: oprichting Comité P  controle op politie nam toe
- Wet 18 juli 1991: wet demilitarising Rijkswacht (per 1/1/1992)
- KB 11 juli 1994: oprichting APSD (Algemene PolitieSteunDienst)  doel: coördinatie beleid door Ministers van BiZa en
Just
- Interpolitiezones – veiligheidscharter per zone (door Vijfhoeksoverleg)
- 1997: Bevestiging burgemeester als spilfiguur voor bestuurlijke politie op grondgebied gemeente; Wetboek van
Strafvordering bevestigt leidende rol van PdK en OR
- 1997: eerste verslag Commissie Dutroux-Nihoul: integratie van de drie korpsen in 1 politiestructuur – aantal
tussenvoorstellen (o.a. Commissie Huybrechts)
- Ontsnapping Dutroux 23 april 1998 = kantelmoment die ervoor zorgde dat men vandaag een geintegreerde politie op 2
niveaus kent
- 24 mei 1998: Octopusakkoord  Wet op de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus (1998) (WGP)
o Inhoud van de WGP:




Federale politie: taken
 Voorstelling federale politie: zie jaarverslagen
 Taken: gespecialiseerde functies, supralokale feiten, steun aan lokale politie
Federale politie (COL 2/2002 van 7 maart 2002 tot regeling van de taakverdeling, de samenwerking, de coördinatie en de
integratie tussen de lokale en de federale politie):

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller julieraveydts. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.46. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

85651 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.46  2x  sold
  • (0)
  Add to cart