• Ontwikkeling van de longen en bronchi
• Ontwikkeling van de trachea en de oesophagus à moeten
gescheiden zijn
o Afwijkingen:
§ Oesophagus stopt & komt lucht in de maag
§ Trachea en oesophagus blijven verbonden met
elkaar
• Acinus: deel van de longen dat bestaat uit een terminale
bronchiolus, alveolaire kanalen en alveolaire zakken die bestaan
uit clusters van alveoli waar de gasuitwisseling met het bloed plaatsvindt. Alveoli ontwikkelt zich tot 8
jaar
1.2 ADEMHALING
• Bij een diepe ademhaling à signaal naar de hersenen om te ontspannen en kalmeren
• Vervolgens sturen de hersenen dit signaal naar je lichaam
• In gespannen situaties zul je meestal op een meer oppervlakkige, onrustige manier ademhalen
• Het ritme van je ademhaling zegt dus veel over lichamelijke en geestelijke toestand
• Lichaamscellen hebben energie nodig voor al hun stofwisselingsactiviteiten
• Grootste fout à te weinig uitademen à kan leiden tot hyperventilatie
1.2.1 EEN SNELLE ADEMHALING KAN LEIDEN TOT KLACHTEN
• Ademhalingsklachten: kortademigheid, beklemd gevoel op de borst, veel zuchten
• Hartklachten: hartkloppingen, pijn of steken in de borst
• Krampklachten: stijfheid van de spier, tintelingen in handen of rond de mond
• Klachten van het CZS: duizeligheid, zwart voor de ogen, droge mond, transpireren
• Maagdarmklachten: misselijkheid, buikpijn, opgeblazen gevoel, overgeven
• Algemene klachten: gespannenheid, angst, paniek, slaapproblemen
1.2.2 STATUS VAN DE INGEADEMENDE LUCHT
• Varieert in: droog, koud, stoffig, warm, vochtig
• De ingeademde lucht wordt verwarmd of gekoeld naar lichaamstemperatuur verzadigd met
waterdamp
• Wordt gezuiverd door muscus (aanhechting stofdeeltjes)
• Neusharen:
, o Filteren fijn stof
o Veel bloedvaten à warmt lucht op
o Mucus à bacterieel
o Concha nasalis
• Reukharen wordt geactiveerd als slijm vochtig is (airco droogt slijmvlies uit)
1.2.3 CAVUM NASI
• Voornaamste aanvoerroute van de lucht
• Conchae nasalis vergroten het oppervlak en veroorzaken turbulenties
• Opwarming:
o Hiervoor zorgt de enorme doorbloeding van de neusslijmvliezen
• Filtering en zuivering:
o Haren van de voorste nares vangen de grotere deeltjes
o Mucosa vangt kleinere deeltjes op (stof en bacteriën)
o Mucosa beschermt onderliggend epitheel tegen irritatie en uitdroging
o Trilharen drijven het slijm naar de keel waar het wordt doorgeslikt of opgehoest
• Bevochtiging:
o Luchtverplaatsing over vochtig slijmvlies
• Reuk speelt ook een rol bij de vertering
• Neusslijmvlies irritatie à niezen à neus snuiten
• Vraag examen: Wat is de functie van de neus?
1.3 PHARYNX
• Oriëntatie:
o Van schedelbasis tot C6
o Achter de neus, mond en larynx en breder aan de bovenkant
FUNCTIES
• Doorgang lucht en voedsel
• Opwarming en bevochtiging
• Smaak (via N. olfactorius)
• Gehoor: tuba auditiva à loopt van nasopharynx naar middenoor en laat gehoor lucht toe
• Bescherming (lymfecellen in reticulair BW)
• Spraak (resonantiekamer samen met sinussen)
1.3.1 NASOPHARYNX
• Achter de neusholte boven het palatum molle (zachte verhemelte)
• Laterale uitmonding tuba auditiva (Eustachius) = verbinding middenoor
• Achterwand tonsillae pharyngeae (neusamandelen)
• Vooral zichtbaar bij kinderen tot 7 jaar, atrofiëren daarna geleidelijk
1.3.2 OROPHARYNX
• Achter de mondholte (palatum molle tot C3)
, • Zijwanden lopen over zacht verhemelte waardoor 2 plooien ontstaan
o Arcus palatoglossus
o Arcus palatopharyngeus
o Tussen deze plooien bevindt zich reticulair BW = tonsilla palantina
1.4 LARYNX
• Verbindt laryngopharynx en de trachea à ter hoogte van C3 tot C6
o Na puberteit bij mannen groter
BESTAAT UIT KRAAKBEEN (NIET ZO HEEL BELANGRIJK)
• Cartilago thyroidea
o Meest naar voor
o Hyalien KB (halveringen)
o Voorkant nek en vormt de prominentia laryngea (adamsappel)
• Cartilago cricoidea
o Hyalien KB
o Omringd door volledig de larynx
o Bedekt met cilinderepitheel met trilharen
• Cartilagines arytenoidea
o 2 piramidevormige hyalien KB boven op het ring-KB
o Vormen de aanhechting voor de stembanden (fluisteren is slecht voor de stembanden)
• Epiglottis (elastisch KB)
o Bladvormig hyalien KB-plaatje
o Sluit larynx af tijdens slikken = bescherming trachea en bronchi
FUNCTIES
• Spraak/geluid
• Bescherming van de onderste luchtwegen
• Doorgang voor lucht
• Bevochtigen, filteren en opwarmen
EXAMEN VRAAG
Wat gebeurt er als je een groot stuk voedsel wil inslikken?
• Normaal peristaltiek à te groot stuk voedsel à slokdarm kan niet naar achter door WK à slokdarm
beweegt naar voor à KB-ringen van de luchtpijp zijn hoefijzervormig dus te groot stuk voedsel kan
daar tussen à je voelt het echt naar beneden gaan
1.5 TRACHEA
Verlengstuk van de larynx ter hoogte van Th5
ALGEMENE BOUW
• Verbindt de keelholte met de hoofdbronchi
, • Ventraal bedekt door schildklierweefsel
• Dorsaal begrensd door oesophagus
• Vormvast lumen door hoefijzervormige KB-ringen
• Delen van de wand:
o Mucosa
o De trachea bestaat uit 3 weefsellagen en wordt opengehouden door 16 tot 20 onvolledige C-
vormige hyalien KB-ringen
o Tunica fibrocartilaginea
o Tunica adventitia
o Paries membranosus
§ Vormt de verbinding tussen 2 uiteinden van de KB-ringen
§ Bij te groot stuk voedsel duwt de oesophagus het membraan naar binnen
o Hyalien KB
FUNCTIES
• Ondersteuning en toegankelijkheid
• Mucociliair transport (synchroon & regelmatig bewegen van de trilharen zodat slijm naar larynx wordt
gebracht)
• Hoestreflex
• Opwarming, bevochtiging en filtering
• Overgang naar de longen
1.6 PULMONES
BOUW
• Apex: boven de clavicula
o +/- 2,5 cm boven midden clavicula, nauw contact met de bloedvaten en zenuwen in de
nekbasis
• Basis tot de 5de rib (lever 5-10de rib, lever lokaliseren à op scheiding tussen 5 & 6de rib tikken à dof
geluid, patiënt vragen om in de ademen en tikken à hol geluid)
• Costaal oppervlak: direct contact met de costale KB
• Mediaal oppervlak: bevat longhilus (bloedvaten vertrekken en komen binnen)
• Dexter:
o Lobus superior = 3 segmenten
o Lobus medius = 2 segmenten
o Lobus inferior = 5 segmenten
FUNCTIES
• Regulatie van luchttoevoer
• Door op- of ontspannen van de gladde spieren in hun wanden verandert de doorsnede van de
luchtwegen (à hoeveelheid lucht en de snelheid)
• Gereguleerd door het AZS (autonome zenuwstelsel)
o Parasympatische stimulatie = samentrekking
o Sympatische stimulatie = verwijding
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nelldresinfestraets. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.04. You're not tied to anything after your purchase.