Samenvatting Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, ISBN: 9789013166170 Inleiding strafrecht
66 views 3 purchases
Course
Inleiding strafrecht
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Book
Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht
Samenvatting van het boek 'grondtrekken van het Nederlandse strafrecht' en aanvullende literatuur zoals artikelen die worden opgegeven. Bevat informatie over het strafprocesrecht, culpa, voorwaardelijke opzet, het voorbereidend onderzoek, het legaliteitsbeginsel, strafuitsluitingsgronden, schulduit...
Het opleggen van een straf dient voornamelijk 2 doelen: vergelding en
preventie. Het kwaad dat de dader van een strafbaar feit veroorzaakt bij
het slachtoffer of aan de maatschappij als geheel, wordt door het
opleggen van straf in de eerste plaats vergolden door leedtoevoeging. Dit
vergeldingsapect kan zorgen voor een morele genoegdoening: de dader
heeft kwaad afgeroepen over de samenleving en daarom roept de
samenleving kwaad af over hem.
De preventiegedachte gaat uit van en eenvoudige principe: mensen
willen geen straf krijgen, dus zullen zij gedrag dat mogelijk tot straf leidt,
zoveel mogelijk proberen te voorkomen. Men onderscheidt 2 soorten
preventie:
1. Speciale preventie = moet voorkomen, of ontmoedigen, dat de
gestrafte wederom in de fout gaat.
2. Generale preventie = ook andere dan de gestrafte moeten lering
trekken uit het feit dat er voor het plegen van een strafbaar feit
straf opgelegd kan worden. De gestrafte moet een voorbeeld zijn
dat potentiële wetsovertreders afschrikt.
- Materieel strafrecht = bepaalt welk gedrag niet toegestaan is en
welke personen daarvoor kunnen worden gestraft.
- Formeel strafrecht = bepaalt welke regels moeten worden gevolgd
wanneer een norm van het materiële strafrecht is overtreden.
- Sanctierecht = heeft betrekking op de voorwaarden waaronder
bepaalde straffen mogen worden opgelegd en ten uitvoer gelegd.
, Hoofdstuk 7: Inleiding strafprocesrecht
Procesdeelnemers:
- Verdachte = op grond van feiten en omstandigheden die worden
geconstateerd in een bepaald strafrechtelijk onderzoek, kan het
redelijke vermoeden ontstaan dat een strafbaar feit heeft
plaatsgevonden (verdenking) en dat een bepaalde persoon dat feit
heeft begaan (verdachte).
- Raadsman = advocaat die de verdachte adviseert en met hem de
verdediging voert. De verdachte en zijn raadsman samen worden
‘de verdediging’ genoemd.
- Getuige.
- Slachtoffer.
- Deskundige = de rechter doet voor onderzoek een beroep op
deskundigen. Deskundigen die speciaal onderzoek verrichten voor
een rechter worden forensische deskundigen genoemd.
- Rechtbank, gerechtshof en Hoge Raad = het rechtsgebied van een
rechtbank wordt een arrondissement genoemd. In ieder
arrondissement is 1 rechtbank gevestigd, die alle zaken in eerste
aanleg behandelt. Er bestaan in totaal 11 rechtbanken. Een ressort
omvat een aantal arrondissementen Gerechtshoven zijn verbonden
aan een ressort. Er zijn 4 gerechtshoven. Deze behandelen alle
zaken in hoger beroep. De hoogste rechterlijke instantie is de Hoge
Raad. Deze is gevestigd in Den Haag. De rechtbank kent een aantal
typen alleensprekende rechter. De kantonrechter oordeelt over de
meeste overtredingen (art. 382 Sv). Eenvoudige misdrijven worden
door de politierechter berecht (art. 368 Sv). Zaken met
minderjarige verdachten worden door de kinderrechter behandeld.
Bij de gerechten worden de rechters raadsheren genoemd. Bij de
Hoge Raad werken naast de raadsheren ook advocaten-generaal.
Zij hebben een adviserende functie: zij geven hun visie op de zaken
die aan de Hoge Raad worden voorgelegd. Het hoofd van de
advocaten-generaal wordt procureur-generaal genoemd. Bij de
gerechten werken ook rechters die slechts deelnemen aan het
onderzoek dat aan de zitting voorafgaat. Zij worden rechter-
commissaris respectievelijk raadsheer-commissaris genoemd.
- Politie.
- Openbare ministerie = het OM is de instantie die de beslissing
neemt om een zaak aan de rechter voor te leggen (art. 9 Sv). Ieder
arrondissement heeft een eigen bureau van het OM. Dit wordt het
parket genoemd. Bij de rechtbank spreken we van het
arrondissementsparket en bij het gerechtshof van het
, ressortsparket. Bij het arrondissementsparket werken officieren
van justitie. Bij het ressortparket worden zij advocaten-generaal
genoemd. Voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit bestaat
het landelijk parket en voor de opsporing en vervolging van
milieudelicten, economische delicten en fraude het functioneel
parket. De leiding van het gehele OM is in handen van het college
van procureurs-generaal (art. 130 RO).
- Reclassering = heeft zowel adviserende als toezichthoudende
taken. De reclassering is belast met het toezicht op de naleving van
voorwaarden. Zij is ook belast met de tenuitvoerlegging van
taakstraffen.
De verdachte (art. 27 Sv):
- Wanneer de vervolging eenmaal is aangevangen, dus wanneer een
rechter bij de zaak betrokken is, wordt de persoon tegen wie de
vervolging is gericht als verdachte beschouwd (lid 2).
- Er moet spraken zijn van een redelijk vermoeden dat de persoon in
kwestie een strafbaar feit heeft gepleegd. Het redelijke vermoeden
moet gebaseerd zijn op feiten en omstandigheden (lid 1).
Rechten van de verdachte
- Zwijgrecht (art. 29 Sv) = de verdachte mag niet worden
gedwongen zichzelf te belasten in een strafrechtelijke procedure
(‘nemo tenetur’). Volgens lid 2 moet de verdachte op de hoogte
worden gesteld van zijn zwijgrecht (cautie). Het verzuim de cautie
te geven kan tot gevolg hebben dat de door de verdachte afgelegde
verklaring niet wordt gebruikt voor het bewijs (art. 359a Sv). Dat
geldt alleen wanneer de verdachte door het cautieverzuim
daadwerkelijk in zijn belangen is geschaad.
- Het recht op rechtsbijstand (art. 28 Sv) = in veel gevallen wordt
van overheidswege een advocaat aangewezen die de verdachte zal
bijstaand. Deze raadsman wordt de piketadvocaat genoemd.
- Het recht op kennisneming van processtukken (art. 30 Sv) = de
verdachte moet in ieder geval de volledige beschikking over
processtukken krijgen vanaf het moment dat hem de dagvaardging
is uitgereikt (art. 33 Sv).
- Verdachte heeft get recht om te worden geïnformeerd over de
beschuldigingen tegen hem (art. 27c Sv).
- Recht op een tolk (art. 29b Sv).
- Recht op tegenonderzoek (art. 263 Sv en 150a lid 3 Sv).
- Recht op een eerlijk proces (art. 6 EVRM).
De getuige
- Wanneer hij wordt opgeroepen door de politie voor verhoor is hij
niet verplicht om te verschijnen.
- Bij oproep door een rechter-commissaris is hij wel verplicht te
verschijnen (art. 213 Sv).
- Wanneer een getuige ter terechtzitting wordt gehoord, moet hij
altijd worden beëdigd (art. 290 lid 4 Sv). Legt hij een valse
, verklaring af, dan maakt hij zich schuldig aan meineed (art. 207
Sr).
- De getuige is verplicht te verklaren wanneer hij door de rechter-
commissaris of ter zitting wordt gehoord. Weigert hij dit, dan kan
hij worden gegijzeld (art. 221 en 294 Sv).
- Geeft de wet de getuige het recht om te zwijgen, dan wordt
gesproken van een verschoningsrecht.
Procesfasen:
1. Opsporingsonderzoek = de OvJ zal naar aanleiding van de
resultaten van het opsporingsonderzoek kunnen besluiten om een
zaak wel of niet aan de rechter voor te leggen. Tijdens het
opsporingsonderzoek wordt bewijsmateriaal verzameld. Wanneer
de zaak voor de rechter wordt gebracht, zal deze zaak mede aan de
hand van het bewijsmateriaal in het dossier worden beoordeeld. De
politie heeft de zaak voorbereid. Er wordt dan ook wel gesproken
van het voorbereidend onderzoek.
2. Onderzoek ter terechtzitting = de volgende procesfase wordt
ingeleid door een dagvaarding. De dagvaarding is een brief van de
OvJ waarin hij de verdachte oproept om op een bepaalde tijd en bij
een bepaald gerecht te verschijnen. Daarnaast bevat de
dagvaarding een of meer strafbare feiten waarvan de verdachte
wordt beschuldigd. Dit gedeelte wordt de tenlastelegging
genoemd. Het onderzoek ter terechtzitting begint doordat de
strafzaak wordt uitgeroepen (art. 270 Sv). Het onderzoek ter
terechtzitting, inclusief de behandeling in hoger beroep en het
cassatieberoep, wordt wel aangeduid met de term ‘eindonderzoek’.
3. Beraadslagging en uitspraak.
4. Rechtsmiddelen = de veroordeelde en het OM hoeven geen
genoegen te nemen met de uitspraak van de rechtbank. Hoger
beroep en cassatieberoep zijn 2 rechtsmiddelen om een beslissing
van een overheidsinstantie te kunnen aanvechten.
5. Tenuitvoerlegging = wanneer het niet meer mogelijk is hoger
beroep of cassatieberoep aan te tekenen, wordt de uitspraak
onherroepelijk (art. 557 Sv).
In principe staat bet opsporingsambtenaren vrij die handelingen te
verrichten die zij noodzakelijk achten in het kader van de opsporing.
Echter zal er bij die handelingen die personen beperken in de uitoefening
van hun mensenrechten steeds een wettelijke bepaling moeten zijn die
bevoegd maakt tot dat specifieke optreden, een bevoegdheidsverlenende
norm. Artikel 1 Sv bevestigt het legaliteitsbeginsel voor strafvorderlijke
handelingen.
Bevoegdheidsverlenende normen kennen ten minste 3 soorten
bestanddelen, te weten:
1. De handeling (welke handeling mag verricht worden?);
2. De bevoegde (door wie mag de handeling worden verricht?);
3. De bevoegdheidsvoorwaarden (onder welke voorwaarden is de
bevoegde gerechtigd die handeling te verrichten?).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ervacftcc. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.48. You're not tied to anything after your purchase.