Gezinspedagogiek diversiteit in gezinnen (FSWE2062A)
All documents for this subject (12)
Seller
Follow
farahkarimbaksh
Content preview
Probleem 2.6.6- Single or Patchwork?
LD 1: Wat is de achtergrond informatie rondom samengestelde zinnen (definities,
trends, theorieën en interventies)?
Bron: van Galen en van Roon, 2020
Gezin = elk leefverband van een of meer volwassene die
verantwoordelijkheid dragen voor de verzorging en opvoeding van een of
meer kinderen.
2017 365 duizend huishoudens met ouders met minderjarige kinderen,
die te maken hebben met complexe gezinsverbanden (via stief-relaties,
halfbroers of -zussen) (19 procent), in 1997 waren dat er 232 duizend (13
procent).
Ouders gaan na een relatiebreuk tegenwoordig vaker samenwonen met
iemand die ook al kinderen heeft, met als gevolg dat kinderen van
gescheiden ouders vaker stiefbroers en -zussen hebben.
Kinderen van laagopgeleiden hebben vaker te maken met niet-
samenwonende ouders dan kinderen van middelbaar- en hoogopgeleiden.
Kinderen van middelbaar- en hoogopgeleide ouders maken vaker deel uit
van stiefgezinnen. Laagopgeleide moeders hebben vaker dan gemiddeld
kinderen met meer dan één partner.
Kinderen van gescheiden moeders zonder migratieachtergrond hebben
vaker te maken met de meest complexe gezinsverbanden (stiefouders plus
stiefbroers en -zussen plus eventuele halfbroers en -zussen) dan kinderen
van gescheiden moeders met een niet-westerse migratieachtergrond.
Eerste demografische transitie (1880-1960) toenemende bereikbaarheid van
basisbehoeften voor iedereen: werk, gezondheid, huisvesting, onderwijs en
sociale zekerheid. De samenleving kende een gezinsmodel gebaseerd op
gescheiden rollen voor de man en de vrouw. Het overlijden van moeder kwam
regelmatig voor en vaak hertrouwden de mannen hierna. Stiefmoeders waren
vervolgens de regel in het leven van de kinderen. Door de betere
gezondheidszorg kwam er een scherpe daling van de sterfte. Die ging samen met
een stijging in het percentage huwelijken, daling van de huwelijksleeftijd en
minder echtscheidingen.
Tweede demografische transitie (1965-) de traditionele vorm van samenleven
eindigde in deze periode. Het werd gekenmerkt door uitstel en afstel van huwelijk
en van kinderen krijgen, stijging in ongehuwd samenwonen, echtscheidingen en
eenoudergezinnen. Het gezinsleven werd complexer maar nu niet door sterfte
maar meer door scheiding.
Conclusie
Tussen 1997 en 2017 hebben steeds meer kinderen te maken met
complexere gezinsverbanden. Gemiddeld genomen zijn de ouderlijke
structuren binnen niet-intacte gezinnen niet echt veranderen; relatief
evenveel ouders hebben een nieuwe samenwoonpartner na de
relatiebreuk. Niet-samenwonende ouders gingen in 2017 al wel vaker
samenwonen met iemand die ook al kinderen had waardoor er meer
stiefzussen en stief- waren dan vroeger.
, Kinderen hadden in 2017 vaker te maken met een niet-samenwonende
ouder, waarbij dit aandeel onder kinderen met een laagopgeleide moeder
sterker is gestegen, dan kinderen van een hoogopgeleide moeder. Past bij
de algemene trend = lagere SES houdt verband met verhoogde kans op
opgroeien in niet-intact gezin.
Geen eenduidig verband gevonden in het opleidingsniveau van de moeder
en de mate van gezinscomplexiteit waarmee kinderen te maken krijgen na
de relatiebreuk van hun ouders. Bij hoogopgeleide ouders zien we wel dat
er vaker sprake is van een stiefouder.
Kinderen met een moeder zonder migratieachtergrond na de relatiebreuk
van de ouders vaker te maken met complexe gezinsverbanden. Zij hadden
het vaakst stief-aanhang.
In 1997 had bij bijna 9 van de 10 gezinnen waar minimaal één juridische
ouder van een minderjarige kind deel van uitmaakte geen enkel kind een
bijzondere (stief- of half) verwantschap. In 2017 was dit gedaald tot 8 op
de 10.
Bron: Raley, 2020
Demografie en voorspellers van hertrouwen nieuwe partnerschappen
De mate van hertrouwen is gedurende het midden van de 20 e eeuw
gedaald. Ondanks die daling, is er een groter aandeel gekomen in het
aantal partners die hertrouwde na een huwelijk.
Hoewel hertrouwen en opnieuw samenwonen nog niet veel is onderzocht,
wordt er wel gekeken naar verschillen in wie waarschijnlijk opnieuw zal
hertrouwen of samenwonen.
o Mannen hertrouwen bijv. vaker dan vrouwen, maar dit sekseverschil
neemt met de tijd wel af.
o Die genderverschillen variëren ook door leeftijd; de mannelijke
voordelen voor hertrouwen schijnen het grootst te zijn op oudere
leeftijd.
o Moeders hebben verder een lagere mate van het aangaan van
nieuwe partnerschappen dan vaders. Dit kan komen doordat de
moeders vaker met de kinderen wonen.
Educatie wordt geassocieerd met een langzame transitie naar het eerste
huwelijk, vaak door een vertraging vanwege school deelname. Maar,
educatie is een zwakke voorspeller voor hertrouwen vooral onder vrouwen.
= de minst onderwezen zijn de langzaamste om te hertrouwen.
De grotere neiging van witte om met Aziaten op Latijns-Amerikaanse te
hertrouwen dan met andere witte is waarschijnlijk gerelateerd aan de
meer gesloten huwelijksmarkten waar zij eerst in zaten,
LD 2: Wat is de invloed van de verschillende gezinssamenstellingen op de
ontwikkeling van het kind en de ouder?
Bron: Amato, 2005 = alleenstaand ouderschap en stiefgezinnen
Amato onderzoekt de effecten van gezinsvorming op kinderen en
evalueert of de huidige programma’s ter bevordering van het huwelijk
tegemoet komen aan de behoeften van kinderen.
Doel van het artikel = informeren over het debat dat gaande is hierover
aan de hand van 3 vragen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller farahkarimbaksh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.