Summary
Samenvatting probleem 3
- Course
- Institution
Met dit document heb je een handig overzicht van probleem 3.
[Show more]
Seller
Follow
farahkarimbaksh
Content preview
Probleem 3.3.3: Wie ben ik? Waar sta ik?LD 1: Wat is etnische identiteit (verband met acculturatie, persoonlijke
identiteit)?
Bron: Phinney, 2001
Dit artikel overziet de huidige theorie en onderzoek naar etnische identiteit en
immigratie en de implicaties van etnische identiteiten op de adaptatie van
immigranten. Etnische en nationale identiteiten en hun rol in adaptatie kan het
beste worden gezien als een interactie tussen de attitudes en
karaktereigenschappen van immigrante en de reactie van de ontvangende
gemeenschap die wordt gemodereerd door bepaalde omstandigheden van de
immigrante groep binnen de nieuwe samenleving.
Etnische identiteit en Acculturatie
De etnische identiteit komt meer aan het licht als deel van het
acculturatieproces wanneer immigranten in een nieuwe samenleving
komen. Het echte onderscheid tussen de constructen van etnische
identiteit en acculturatie is minder duidelijk.
Acculturatie wordt echter gezien als een veel breder construct: gedrag,
attitudes en waarden zitten hierin, en verschillen in contact met andere
culturen. Een cultureel veranderingsproces dat op gang komt wanneer
twee groeperingen met een verschillende cultuur langdurig met elkaar in
contact komen
Etnische identiteit is dat aspect van acculturatie dat zich focust op het
subjectieve deel van ergens bij horen of je aangesloten voelen bij een
cultuur.
o Acculturatie is in die zin een overkoepelende term waar etnische
identiteit bij hoort. De etnische identiteit is als het ware het
raamwerk waar acculturatie door begrepen wordt.
Zowel de etnische- als de persoonlijke identiteit verwijzen naar het
zelfbeeld (sense of self)
o Etnische identiteit als lid van de groep, hoe ben je hetzelfde als
de anderen?
o Persoonlijke identiteit (sociale identiteit) wat onderscheidt je van
anderen?
Beide ontwikkelen zich! Vooral tijdens adolescentie & vroege
volwassenheid
Het huidige denken ziet dat acculturatie geen lineair proces van
verandering is. Het vergt het opgeven van de cultuur van eigen origine en
het assimileren in een nieuwe cultuur.
o Het lijkt een soort 2-dimensioneel model van acculturatie zoals
gezien in de theorie van Berry, 2 dominante aspecten van
, acculturatie namelijk het vasthouden van de eigen cultuur en het
aanpassen aan het ontvangende land.
o Er zijn volgens Berry 2 vragen belangrijk
Issue 1: In welke mate behouden ze hun eigen cultuur?
Issue 2: In welke mate hebben zij contact met andere
culturen (dominante cultuur)?
Het antwoord op deze 2 vragen bepaalt welke vorm
van acculturatie je aanneemt integratie, assimilatie,
separatie of marginalisatie.
Het model benadrukt dat het acculturatieproces
diverse wegen kent en dat het niet altijd nodig is voor
immigranten om hun eigen cultuur op te moeten geven
als ze in een nieuwe cultuur komen. Je hebt dus niet
altijd en een etnische identiteit en een nationale
identiteit.
Berry’s ideaal is een goed startpunt voor het begrijpen van de variatie in
etnische identiteit. In een model van acculturatie zijn etnische identiteit &
nationale identiteit (identiteit als nieuw lid van de samenleving) 2
dimensies van de groepsidentiteit die erg verschillen. Elke identiteit kan
sterk en zeker zijn of juist onderontwikkeld en zwak.
o Een persoon die een sterke etnische identiteit behoudt en daarbij
ook zich kan identificeren met de nieuwe samenleving wordt gezien
als een: geïntegreerde of bi-culturele identiteit.
o Een persoon met een sterke etnische identiteit die niet identificeert
met een nieuwe cultuur heeft een: gesepareerde identiteit.
o Een persoon die de etnische identiteit opgeeft en identificeert met
alleen de nieuwe cultuur kent een: geassimileerde identiteit.
o Een persoon die zowel de etnische identiteit opgeeft en niet
identificeert met de nieuwe cultuur kent een: gemarginaliseerde
identiteit.
Etnische- en Nationale identiteit en hun interrelatie
Breed genomen is etnische identiteit het gevoel van een individu over
zichzelf in termen van deelname aan een specifieke etnische groep. Het
wordt algemeen vaak gezien: zelf identificatie, gevoel van ergens bij
horen, commitment maken naar de groep en een gevoel van gedeelde
waarden.
De etniciteit zelf gebruiken we om aan te duiden dat we het hebben over
een subgroep binnen een grotere context zoals een natie, die een bepaald
voorouderschap claimen en overeenkomen in de volgende elementen:
cultuur, religie, taal etc.
Etnische identiteit is daarom een dynamisch construct dat ontwikkelt en
verandert als reactie op ontwikkelings- en contextuele factoren. De
formatie van de etnische identiteit is vaker gezien in termen van
progressie tijdens de adolescentie krijgt vooral de jeugd. Vooral die van
een etnische origine met een lage status vooral de confrontatie waardoor
zij veel leren over hun eigen etniciteit.
o Het zoeken naar die identiteit kan leiden tot de juiste affirmatie en
ook een gevoel van waardering van de groep, maar kan juist ook
leiden tot onzekerheid en verwarring over de groep. De fases van
, die proces zijn niet onvermijdelijk en hangen vaak samen met de
socialisatie ervaringen in de familie/gemeenschap/school etc. en het
is hierbij belangrijk te noemen dat niet iedereen het uiteindelijke
punt van een etnische identiteit bereikt.
Onderzoek laat zien dat je etnische identiteit verandert in reactie op
sociaal psychologische en contextuele factoren, die reacties veranderen
over tijd en hoe deze kenmerken bij jou zelf voorkomen.
o Voorgeschreven identiteit: de identiteit die andere jou
toeschrijven, omdat zij jou zo zien.
Zoals etnische identiteit, nationale identiteit is een complexer construct
dat wordt gezien als het gevoel van bij een grotere gemeenschap horen en
de attitudes die je dan tegenover die gemeenschap hebt.
In het 2-dimensioneel model van Berry zijn etnische en nationale
identiteiten onder immigranten onafhankelijk; ze kunnen beide hoog/laag
zijn, en een individu kan enkel tot de 4 categorieën horen.
o In contrast het universele model/lineaire model zou juist zeggen
dat wanneer de ene identiteit sterker wordt, de andere juist
verzwakt (negatief gecorreleerd). Je zou dan dus volgens Berry
alleen kunnen eindigen in assimilatie of separatie.
o Het 2-dimensionele model van etnische en nationale identiteiten
wordt in onderzoeken veel meer ondersteund. Lineaire metingen
van de 2 types worden vaak statistisch onafhankelijk gezien, maar
de relatie kan onderling groepen en settings wel verschillen!
Onderzoek ICSEY onderzoekt de kracht en interrelatie van de 2
identiteiten in 4 immigrante ontvangende landen: de VS, Israël, Finland en
Nederland
o In alle landen was de scores voor etnische identiteit hoger dan de
score voor nationale identiteit. De scores voor etnische identiteit
waren vooral in de VS & NL hoger.
o De scores voor nationale identiteit waren het hoogst in VS en Israël.
De Nederlandse scores waren hier het laagst.
Verschillen in de scores kunnen onder andere komen door situaties van
bepaalde groepen en de settingen waarin zij zich bevinden
o Mexicanen hadden een positieve score in de VS bijvoorbeeld. Dit
komt vooral omdat Mexicanen een groot deel van de populatie zijn
in het zuiden van California die een duidelijke cultuur hebben die
ook over het gehele gebied is getrokken. Hierom is het makkelijk
voor hen om zowel onderdeel te zijn van hun eigen cultuur als die
van de wijdere samenleving.
o Daarnaast is ook de setting belangrijk; in NL was de correlatie
tussen de 2 identiteiten negatief en significant voor Antilianen wat
zou zeggen dat zij zich meer gesepareerd of geassimileerd voelen.
Antilianen zijn Nederlandse bewoners maar de overheid lijkt het te
behandelen alsof ze dit niet zijn. Hierdoor voelen zij zich oneerlijk
behandelt en zullen zij zich eerder zien in een gesepareerde
identiteit.
Het is belangrijk hier te benoemen dat hoewel etnische en nationale
identiteiten onafhankelijk van elkaar zijn, de relaties echt variëren door
context; sommige landen maken integreren mogelijk waardoor je sneller
een bi-culturele identiteit kan worden maar andere contexten voeden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller farahkarimbaksh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
67474 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now