Samenvatting Grondslagen van Auditing en Assurance H9 t/m H12
10 views 0 purchase
Course
IFA
Institution
Hogeschool Arnhem En Nijmegen (HAN)
Book
Grondslagen van auditing en assurance
Samenvatting van H9 t/m H12 van het boek Grondslagen van Auditing en Assurance. Hierin worden o.a. de controledoelstellingen uitgelegd, wat materialiteit inhoud en wat een risicoanalyse is. Plus een compacte toelichting van de verschillende controlewerkzaamheden.
Grondslagen van auditing en assurance samenvatting
Hoofdstuk 9: Doelstelling van de jaarrekeningcontrole
9.1 Doel van de jaarrekeningcontrole
Voor de accountant is het doel van zijn controle van een financieel overzicht dat hij een redelijke
mate van zekerheid verkrijgt over de vraag of de financiële overzichten als geheel geen afwijking van
materieel belang bevatten die het gevolg is van fraude of van fouten. Op basis hiervan kan de
accountant een oordeel geven over de vraag of de financiële overzichten in alle van materieel belang
zijnde opzichten in overeenstemming met het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële
verslaggeving zijn opgesteld. (NV COS 200)
De leiding van de huishouding is verantwoordelijk voor het opstellen en het uitbrengen van de
jaarrekening met toezicht daarop door de organen die zijn belast met governance.
De accountant geeft zijn oordeel in de vorm van een controleverklaring bij de jaarrekening. In een
door de accountant afgegeven controleverklaring moet een aantal elementen verplicht worden
vermeld. De belangrijkste elementen zijn:
- De reikwijdte van de controle
- Een getrouw beeld
- Een redelijke mate van zekerheid
9.2 Reikwijdte van de jaarrekeningcontrole
Het begrip reikwijdte van de controle heeft betrekking op welke controlewerkzaamheden in gegeven
omstandigheden nodig zijn om het doel van de controle te bereiken. De reikwijdte van de controle is
op die grond de norm waaraan de accountant onder de gegeven omstandigheden moet voldoen.
9.3 Getrouw beeld van de jaarrekening
Het goedkeurend oordeel van de accountant komt tot uitdrukking in de worden ‘geeft een getrouw
beeld’.
Bij onderzoek naar de getrouwheid van de jaarrekening komen de volgende aspecten aan de orde,
samengevat in het begrip getrouw beeld:
- Aanvaardbaarheid. Aanvaarbaarheid speelt met name een rol bij de keuze van de
grondslagen en/of veronderstellingen die de entiteit heeft gehanteerd.
- Toereikendheid. Toereikendheid heeft betrekking op de vraag of al hetgeen wat nodig is voor
een goede interpretatie van de verantwoording, duidelijk en voldoende is weergegeven.
- Betrouwbaarheid. Betrouwbaarheid van informatie wordt bepaald door de mate waarin de
informatie juist en volledig is. Hierbij omvat het begrip juistheid ook de bewering over het
bestaan en de eigendom. Het begrip tijdigheid omvat zowel de juistheid als volledigheid
opnemen van transacties en gebeurtenissen in de verantwoording.
- Rechtmatigheid. Rechtmatigheid is voor de controle van jaarrekeningen van
overheidsinstellingen een afzonderlijke controledoelstellingen. Hierbij zijn de relevante wet-
en regelgeving in het bijzonder van belang.
9.5 Redelijke mate van zekerheid
Met een redelijke mate van zekerheid wordt bedoeld: een hoge, maar niet absolute mate van
zekerheid
Er bestaan beperkingen die inherent zijn aan de elke controle en die van invloed zijn op de
mogelijkheden van de accountant om afwijkingen van materieel belang te ontdekken:
- Beperkingen door het toepassen van deelwaarnemingen
- Beperkingen die inherent zijn aan interne beheersingsmaatregelen
, - Het gegeven dat de meeste controle-informatie eerder iets aannemelijk maakt dan dat ze
sluitend bewijsmateriaal verschaft.
9.5 Axiomatisch voorbehoud
Het axiomatische voorbehoud van de accountant heeft betrekking op afwijkingen in de jaarrekening
die naar hun aard niet hoeven te worden ontdekt of kunnen worden ontdekt door de accountant bij
de jaarrekeningscontrole. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt in het kwalitatief axiomatisch
voorbehoud en kwantitatief axiomatisch voorbehoud.
De oorzaken van het kwalitatief axiomatisch voorbehoud zijn gelegen in de volgende
omstandigheden:
- De accountant kan niet deskundig zijn op alle gebieden die voor de controle van de
verantwoording relevant zijn
- De accountant kan niet voortdurend aanwezig zijn op alle plaatsen waarop zich voor de
verantwoording relevante gebeurtenissen kunnen volstrekken
- Er doen zich feiten voor die naar hun aard niet uit de administratie blijken of die door het
management bewust buiten de administratie worden gehouden
- De accountant kan alleen de uiterlijke kenmerken van de werking van de administratieve
organisatie en interne beheersing waarnemen, waardoor onzekerheden blijven bestaan die
mede worden veroorzaakt door (on)opzettelijke fouten en samenspanning.
Het kwantitatief axiomatische voorbehoud is sterk gerelateerd aan de afweging van kosten en nut
van de accountantscontrole.
9.6 Nadere uitwerking van controledoelstellingen
De jaarrekening als financiële verantwoording is te interpreteren als een verzameling van
beweringen door de verantwoordingsplichtige, ook wel management assertions genoemd.
De beweringen van verantwoordingsplichtige kunnen in vijf hoofdcategorieën worden gerangschikt,
te weten over:
1. Bestaan. Beweringen over het bestaan houden in dat transacties die zijn opgenomen in de
jaarrekening, daadwerkelijk hebben plaatsgevonden en dat bezittingen en schulden die zijn
opgenomen in de jaarrekening, feitelijk bestaan op de balansdatum.
2. Volledigheid. Beweringen over volledigheid houden in dat de verantwoordingsplichtige stelt
dat alle transacties die hebben plaatsgevonden en alle bezittingen en schulden van de
huishouding zijn opgenomen in de jaarrekening.
3. Waardering of allocatie. Beweringen over waardering of allocatie houden in dat bezittingen,
schulden, eigen vermogen, opbrengsten en kosten voor het juiste bedrag in de
verantwoording zijn opgenomen.
4. Rechten en verplichtingen. Beweringen over rechten en verplichtingen houden in dat in de
jaarrekening opgenomen bezittingen het eigensom zijn van de huishouding en dat in de
jaarrekening opgenomen schulden een verplichting van de huishouding zijn.
5. Prestatie en toelichting. Beweringen over prestatie en toelichting hebben betrekking op de
juiste rubricering en omschrijving van jaarrekeningposten en de toereikendheid van de in de
jaarrekening gegeven informatie.
De controledoelstellingen worden meestal onderscheiden in transactie gerelateerde
controledoelstellingen en balanspostgerelateerde doelstellingen. Daarnaast wordt een onderscheid
gemaakt in controledoelstellingen inzake de beweringen over prestatie en toelichting en
transactiedoelstellingen en postgerelateerde doelstellingen. Bij de categorieën van beweringen over
groepen transacties en gebeurtenissen gedurende periode die wordt gecontroleerd, horen de
volgende controledoelstellingen:
Bij de beweringen over jaarrekeningposten per balansdatum horen de volgende
controledoelstellingen:
- Bestaan
- Rechten en verplichtingen
- Volledigheid
- Waardering en toerekening
Bij de beweringen over presentatie en toelichting horen de volgende controledoelstellingen:
- Bestaan
- Volledigheid
- Rubricering
- Juistheid en waardering
, Hoofdstuk 10: Materialiteit
10.1 Begrip materialiteit
Informatie is materieel indien het weglaten of het onjuist weergeven daarvan de economische
beslissingen die gebruikers op basis van de jaarrekening nemen, zou kunnen beïnvloeden. De
materialiteit van de post of de afwijking is afhankelijk van de omvang van de post, beoordeeld onder
de bijzondere omstandigheden waaronder het weglaten of onjuist weergeven plaatsvind. Het begrip
materialiteit verschaft dus meer een drempel of kritische grens, dan dat het een primair kwalitatief
kenmerk is dat informatie moet bezitten om nuttig te zijn.
Materialiteit kent:
- Een kwantitatieve dimensie (het bedrag van de afwijking)
- Een kwalitatieve dimensie (de aard van de afwijking; de kwaliteit van financiële
verantwoording)
De accountant beoordeeld de materialiteit:
- Op het niveau van de jaarrekening als geheel
- Op beweringsniveau (in relatie tot afzonderlijke posten, soorten transacties en toelichtingen)
NV COS 320 stelt dat de accountant de materialiteit in overweging moet nemen bij:
- Het bepalen van de aard, de tijdfasering en de omvang van de uit te voeren
controlewerkzaamheden (planningsfase); en
- Het evalueren van het effect van afwijkingen
10.2 Bepalen van de materialiteit
De accountant stelt in de planningsfase de materialiteit voor de financiële overzichten als geheel en
de uitvoeringsmaterialiteit vast.
De materialiteit voor de financiële overzichten als geheel kan worden bepaald in relatie tot de
balansstelling, het eigen vermogen, het bedrijfsresultaat, de winst voor of na belastingen of de
omvang van de omzet. Aangezien de gebruikers van jaarrekeningen doorgaans primair zijn
geïnteresseerd in de bedrijfsresultaten en/of de cashflow, zijn dit vaak belangrijke referentiepunten.
De uitvoeringsmaterialiteit wordt vastgesteld om de kans dat het geheel van niet-gecorrigeerde en
niet-ontdekte afwijkingen in de financiële overzichten de materialiteit voor de financiële overzichten
als geheel overstijgt, tot een passend laag niveau terug te brengen. In de planningsfase wordt de
uitvoeringsmaterialiteit lager geschat dan de materialiteit voor de jaarrekening als geheel.
10.3 Evalueren van ontdekte afwijkingen en schattingsverschillen
Afwijkingen die tijdens de jaarrekeningcontrole worden ontdekt, moeten worden onderzocht op hun
aard en oorzaak. Ook moet de accountant vaststellen of er sprake is van afwijkingen van materieel
belang, zowel op postniveau als op het niveau van de gehele jaarrekening.
Wat betreft de aard van de geconstateerde afwijking van materieel belang kan het gaan om:
- Een onopzettelijke afwijking:
- incidentiele afwijkingen: dit is een afwijking bij de uitvoering
- systematische afwijking: dit is een afwijking als gevolg van onvolkomenheden in de
instruties of van gegenereerde of verkeerd toegepaste instructies, of een afwijking in al dan
niet geautomatiseerde processen.
- Een opzettelijke afwijking
In posten die geheel of ten dele zijn gebaseerd op schattingen, schuilt een groter risico van materiele
afwijkingen dan in posten die zijn opgebouwd uit feitelijke gegevens.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lenaverdonk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.