Samenvatting criminaliteit- en veiligheidsbeleid
Week 1 (p. 11-25)
De overgang van naar een laatmoderne samenleving ging gepaard met:
- Hoog niveau van criminaliteit.
- Een sterk besef onder burgers van onveiligheid een aanzienlijke moeilijkheden voor burgers,
overheid en andere partijen om via traditionele wegen antwoorden te vinden op de
problemen van criminaliteit en overlast.
- De positie van de overheid is veranderd.
De overgang naar de laatmoderne samenleving is het resultaat van 3 ontwikkelingen:
1. Een proces van globalisering: veel activiteiten en gebeurtenissen die op grote afstand met
elkaar plaatsvinden, raken directer met elkaar verbonden. er zijn nieuwe mogelijkheden
van informatietechnologie.
2. Sociale activiteiten worden steeds meer losgekoppeld van hun lokale context
(disembedding): we verliezen tradities en er ontstaat een posttraditionele sociale orde.
3. De sociale reflexiviteit groeit: de noodzaak voor mensen om steeds meer te reflecteren op je
eigen keuzes en handelingen. individuen moeten en kunnen steeds meer keuzes maken
uit verschillende levensstijlen.
Al deze ontwikkelingen zorgen ervoor dat het sociaal vertrouwen veranderd. Vroeger was het vooral
gebaseerd op lokale verhoudingen en persoonlijke bekendheid, maar nu wordt het onderling
vertrouwen minder context en persoonsgebonden en wordt het steeds meer gebaseerd op abstracte
systemen.
!! dit impliceert niet dat er meer gevcaren zijn dan vroeger !! alleen het karakter van de risico’s is
veranderd.
Gevolg: er is een hoog risicobesef, een groot beroep op de expertise van abstracte systemen en
tegelijk een gebrek aan vertrouwen in hun capaciteiten. het gezag en legitimiteit van de overheid
is verloren. Taken en verantwoordelijkheden gaan geheel of gedeeltelijk over naar andere partijen.
Door groeiende welvaart en consumptiegoederen is de gelegenheid tot criminaliteit sterk
toegenomen. Ook onderklassevorming kan een factor zijn die heeft bijgedragen aan een groei van de
criminaliteit. Ook met de komst van migranten.
- Tussen 1960 en 2002 is er een groei van criminaliteit geweest.
- Sinds 2006 is er een daling van de criminaliteit.
Het is dus niet daadwerkelijker crimineler geworden (objectieve onveiligheid).
Subjectieve onveiligheid: hoe burgers de onveiligheid ervaren. Tot 1999 steeg het aantal
Nederlanders dat zich onveilig voelden. Na 1999 nam dit af.
Toch blijft het besef van veiligheidsrisico’s een belangrijk thema bij burgers. Dit komt o.a. door:
- De omvang van de criminaliteit, waardoor burgers in hun dagelijks leven voortdurend
bedacht zijn op en rekening houden met criminaliteit en onveiligheid. wie zet zijn fiets
neer zonder hem op slot te zetten, wie fietst alleen in het donker naar huis? Ook de keuze of
je in een stad of dorp gaat wonen is bepalend.
- Er is een wijdverspreid gevoel onder burgers dat onveiligheid een groot probleem is, terwijl
de onveiligheid en criminaliteit eigenlijk is verbeterd de afgelopen jaren.
- Angst is zelf ook oorzaak van onveiligheidsgevoelens gebrekkigheden/wanorde leidt tot
mogelijkheid van criminaliteit.
Paradox of fear: mensen die minste risico lopen, voelen zich het meest bedreigd.
,Burgers hebben het gevoel onvoldoende vat te hebben op het eigen leven verlies van traditionele
zekerheden en sociale verbanden, de groeiende individualisering en de directe verbinding met
andere plekken elders op de wereld geven weliswaar nieuwe mogelijkheden bij de inrichting van het
leven, maar leveren ook onbehagen en onzekerheden op. Deze onzekerheden worden vertaald naar
onveiligheidsgevoelens.
Veel burgers verwachten van de overheid vooral dat ze oplossingen, garanties bieden voor de
veiligheidsproblemen in de publieke ruimte. De opvatting van burgers over hoe de overheid dat moet
doen, bevatten echter inconsistenties en tegenstellingen.
Enerzijds wil in Nederland een groot aantal burgers dat de overheid hard en repressief
optreedt, maar alleen zodra het gaat om ‘de ander’. Gaat het om overlast/criminaliteit door
personen die tot de eigen kring worden gerekend, dan heeft men andere wensen, zoals het
bereikbaar en beschikbaar zijn van de politie.
Dit hangt ook samen met een ander verschijnsel:
Enerzijds verwachten veel burgers van de overheid een garantie op veiligheid bij verstoring
door personen of groepen die men een lage status en marginale positie toeschrijft en
waarmee men zich niet identificeert. Anderzijds claimen zij voor zichzelf het recht op vrijheid,
spanning, avontuur en wijst men iedere betutteling van de overheid af.
De burgers gingen de laatste jaren ook steeds negatiever oordelen over de overheid en de politie.
Oorzaak kan worden gevonden in:
Individualisering, de-traditionalisering en groeiende sociale reflexiviteit waardoor er een
verschuiving plaats vindt van een bevels- naar een onderhandelingshuishouding: De
Nederlandse bevolking is kritischer gaan denken over gezagsdragers. er moet meer
onderhandeld worden met burgers en er moet meer overtuigd worden. Gezag moet
verdiend worden.
Er zijn processen van uitsluiting: bijvoorbeeld in de onderklasse. Jongeren keren zich terug in
een afstandelijke, soms vijandelijke relatie met de politie.
De burgers denken soms ook anders over de politie d.m.v. massamedia: er is veel aandacht
voor criminaliteit en dit leidt tot wankelvertrouwen in de overheid en politie. emoties van
slachtoffers worden bv. breed uitgemeten in de media.
Conclusie: enerzijds hanteren burgers hoge verwachtingen en eisen t.a.v. de politie. Anderzijds is het
vertrouwen dat zij aan de politie geven in een tijd van afgenomen traditioneel gezag tijdelijk en
voorwaardelijk.
Onveiligheid: betrekking op situaties waarin gevaren voor de mens bestaan of worden verwacht en
waarin het niveau van bescherming nu of in de naaste toekomst onvoldoende is of zo wordt ervaren.
Dark number: als ergens aandacht voor is, komen er meer aangiftes. Denk bv. aan voice of holland.
Stijging van criminaliteit:
1. Stijgende welvaart: hierdoor ontstaat er meer gelegenheid.
2. Individualisering en afnemend gezag.
3. Sociale ongelijkheid: onderklasse, verbroken samenleving.
4. Haperende handhaving: te kort + ‘moet toch kunnen’.
5. Globalisering: internationale drugsmarkten staan op de stoep.
6. Hebzucht.
Daling van criminaliteit: Meer maatregelen n.a.v. onveiligheidsgevoelens (bv. harder straffen, meer
bewaking), vergrijzing, verandering drugsgebruik.
, Week 2 (p. 26-46 + art. Boutellier p. 125-151 + art. Garland p. 6-20 + art. Bunt & Swaaningen p.
497-514)
Op de politie en justitie en overheid staat enerzijds een toenemende druk om aan de eisen en vragen
van burgers tegemoet te komen. Anderzijds zijn gezag en legitimiteit van de politie en overheid
afgenomen en daarmee het vertrouwen van burgers in het vermogen van deze instanties tot
oplossingen te komen. de overheid probeert het vertrouwen terug te verdienen door hen te
overtuigen van haar aanpak en daadkracht.
6 ontwikkelingen in de veiligheidszorg:
1. Versterken van organisatorische en beheersmatige arrangementen:
In de jaren 90 vonden er grote reorganisaties plaats bij OM, politie en rechterlijke macht. meer
nadruk op prestaties.
2. Verschuiving in de verhouding tussen overheid en andere partijen:
Het gaat van government naar governance, waarbij steeds meer taken van de overheid door andere
partijen worden overgenomen. de overheid kan het vaak niet alleen en oplossingen zijn in veel
gevallen slechts te realiseren als andere partijen daaraan een actieve bijdrage leveren.
Hierbij horen weer 3 deelontwikkelingen:
Lokaal integraal veiligheidsbeleid dat zich in Nederland heeft ontwikkeld: onder regie
van de gemeente wordt op lokaal niveau geprobeerd door samenwerking tussen
private en publieke partijen antwoorden te vinden op criminaliteit en onveiligheid.
Naast politie en gemeente doen ook scholen, woningbouwcorporaties, burgers,
bedrijven en welzijnsinstellingen mee.
De privatisering van de politiefunctie: de private veiligheidszorg krijgt niet alleen een
toezichtstaak in de private ruimte, maar ook in de publieke ruimte (zoals
winkelcentra, bedrijventerreinen of gewoon op straat).
Er ontstaat een groeiende belangstelling voor het versterken van de betrokkenheid
van burgers en bedrijven bij de aanpak van onleefbaarheid en onveiligheid: van
burgers en bedrijven wordt meer verwacht.
3. Transnationalisering van de politie:
De traditionele directe koppeling tussen nationale staat en politie wordt doorbroken. nauwere
samenwerking over de grenen in de strijd tegen internationaal georganiseerde misdaad, terrorisme.
Hierbij horen weer 5 deelontwikkelingen:
Het ontstaan van transnationale politie(samenwerkings)organisaties: denk hierbij aan
Interpol, Europol.
Er bestaat in uiteenlopende vormen samenwerking tussen politieorganisatie uit
verschillende landen p meer tactisch en operationeel niveau: deze samenwerking is
gericht op een concreet probleem. Er kan informatie worden uitgewisseld of er kan
sprake zijn van een gezamenlijk opsporingsonderzoek.
Er zijn allerlei vormen van beroepsmatige uitwisseling, waarbij politiemensen uit
verschillende landen elkaar informeel kunnen treffen:
Er is een groeiend gebruik van internationale politie- of vredesoperaties waaraan
politieorganisaties uit meer landen kunnen deelnemen:
Het gaat om de internationale verspreiding van politieconcepten, modellen en
strategieën.
4. De veranderende positie van het strafrecht en de opkomst van nieuwe discoursen en
strategieën:
Voorheen was het strafrecht hét reactiemiddel op criminaliteit. Nu zijn er veel meer andere
discoursen. Denk hierbij aan risicomanagement: het gaat hierbij niet om justice, maar om
schadelastbeperking. Het gaat niet om rechtmatigheid, maar om effectiviteit en efficiëntie. Niet
alleen reactief, maar ook preventie en voorzorg. het gaat niet om de dader, maar om de daad. Er
wordt in dit geval een beroep gedaan op nieuwe vormen van deskundigheid en nieuwe experts die
, informatie kunnen leveren over de verdeling van risico’s, de schade die zij kunnen opleveren en
strategieën tot schadelastbeperking.
Het strafrecht zou te reactief zijn, onvoldoende effectief bij het terugdringen en het zou ongewenste
neveneffecten met zich meebrengen.
5. Het toenemende gebruik van technologische middelen bij preventie, toezicht en opsporing:
Nieuwe communicatiesystemen, gebruik van nieuwe technologieën (zoals DNA). Maar ook andere
technieken waarbij meer op preventie wordt gefocust, zoals: irisscan, ID controle, cashgeld bij
banken terugdringen.
6. De ontwikkeling naar een harder en strikter optredende overheid:
De politie moest strakker gaan handhaven en een hardere aanpak was gewenst. Er werden extra
instrumenten en bevoegdheden ter beschikking gesteld, zoals: identificatieplicht,
fouilleermogelijkheden, DNA-technieken, meer bevoegdheden voor controle op voertuigen, meer
cameratoezicht, hogere strafmaat.
Oorzaak van onveiligheidsgevoelens ligt vaak niet in de criminaliteit, maar in wanorde.
Er zitten veranderingen in de buurt. Het wordt vaak niet meer gezien als ‘mijn buurt’, omdat er
nieuwe bewoners zijn en dat de herkenbare orde verloren gaat.
Angstmanagement: het beheersen van angsten. ontwikkeling van criminaliteitsbestrijding gaat
naar angstmanagement.
Artikel Van de Bunt & Swaaningen:
Lange tijd was het overzichtelijk: op criminaliteit werd strafrechtelijk gereageerd. Politie, officier van
justitie en rechter werkten toe naar waarheidsvinding en de rechter besliste – indien een strafbaar
feit was vastgesteld – over de toepassing van een strafrechtelijke sanctie. Niet strafrechtelijke
organen waren niet betrokken in de preventie en de bestrijding van criminaliteit.
De laatste jaren is dit veranderd. In plaats van een exclusief strafrechtelijke aanpak van criminaliteit
werd een ‘integrale aanpak van criminaliteit’ ingevoerd. meerdere instanties (politie,
opbouwwerk, jeugdwerk, scholen) gingen vanuit hun eigen taken en bevoegdheden, en in
afstemming met elkaar, reageren op criminaliteitsproblemen.
In Nederland verwachten we wel dat de overheid het initiatief neemt.
Voorzorgcultuur: we willen ieder risico dat het fout loopt het liefst tot nul reduceren. De gevolgen
hiervan worden steeds duidelijker zichtbaar: huismeester, conducteurs, stadswachten en particuliere
beveiligers zijn vertrouwde figureren geworden in de publieke ruimtes.
In kader van criminaliteitsbestrijding gaat de aandacht (in de 2 grootste steden) vooral uit naar
overlast van zorgmijdende verslaafden en bedelaars in het winkelcentrum. Rondhangende jongeren
en bedelende verslaafden vormen het concrete gezicht van de voor het overige zo onzichtbare
grootstedelijke dreigingen. In Rotterdam zijn de kernbegrippen: ‘overlast’ ‘schoon en heel’ en zero
tolerance. Het gaat hierbij niet om een oplossing te zoeken voor de bedelende mensen, maar om de
burgers die last heeft van de bedelaar, tevreden te stellen. het binden van mensen die problemen
veroorzaken aan de samenleving heeft plaats gemaakt voor het buitensluiten van overlast
veroorzakende problemen. We houden veel rekening met de gevoelens van burgers die deze overlast
vervelend vinden.
Onveiligheidsgevoelens komen voort uit andere bronnen en ervaringen dan slachtofferschap van
misdrijven. Het antwoord op onveiligheidsgevoelens kan niet primair worden gevonden in de
bestrijding van criminaliteit en onbehoorlijk gedrag op straat.
Artikel Garland:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Amber271. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.92. You're not tied to anything after your purchase.