100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting groepsdynamisch begeleiden $4.21   Add to cart

Summary

samenvatting groepsdynamisch begeleiden

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

samenvatting van de cursus en bijhorende info uit de powerpoints

Preview 3 out of 18  pages

  • February 13, 2023
  • 18
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Groepsdynamisch begeleiden


We spreken over een groep indien er een wisselwerking is tussen onderstaande kenmerken:

 Er
is een gemeenschappelijk doel waarrond de groep zich gevormd heeft
 Er
is interactie tussen de leden van de groep
 Er
is sprake van interdependentie
 Er
is bewustzijn van lidmaatschap, van een eenheid, van afgrenzing tussen de ‘leden’ en buitenstaanders
 Er
is een bepaalde mate van samenhorigheidsgevoel, van cohesie
 Er
zijn normen en waarden in de groep
 Er
is een interne organisatie
o Hiërarchie:
▪ Een beslissingshiërarchie → wie neemt uiteindelijk de beslissingen? Wie hakt de knoop door?
▪ Een deskundigheidshiërarchie → wie is hier in de groep het meest deskundig? Wie kent hier het
meest van?
▪ Een affectieve hiërarchie → wie is het populairst? Wie vinden we het leukst?
 Er is leiderschap



 Een primaire groep wordt gekenmerkt door persoonlijke, intieme relaties in directe contactsituaties en door spontaan
gedrag
o Men is zichzelf
o De sociale afstand tussen groepsleden => klein
o Je wordt beoordeeld op ‘wie je bent’ als persoon
o Relaties zijn emotioneel gekleurd
o Hebben een grote invloed op ons gedrag
 Een secundaire groep wordt gekenmerkt door minder persoonlijk contact
o Relaties zijn eerder koel, onpersoonlijk, rationeel, afstandelijk, formeel
o Relaties worden bepaald op basis van status en positie → je wordt beoordeeld obv je functie
o Leden zijn gemakkelijk te vervangen
o Invloed op het individu is kleiner, minder ingrijpend



In elke groep is er een groepsdoel → zonder doel geen groep

 Doel is de bestaansreden van de groep
 Het doel vormt het bindende element in een groep

Alle groepsleden moet de doelstelling kennen én weten op welke manier die het beste bereikt kan worden om goed te kunnen
samenwerken in een groep → doel moet duidelijk en bereikbaar zijn

 Duidelijkheid van de doelen die moeten bereikt worden + over de weg die naar het doel leidt
o Positieve invloed op cohesie => we weten heel goed waar we met zijn allen aan bezig zijn en waarom we wat
doen
o Ook een positieve invloed op de interesse in de groep en de taak
o Doelen en weg erheen onduidelijk => onzekerheid, een lage zelfwaardering, minder motivatie en minder
efficiëntie in de groep
o Doel is duidelijk => concreet, meetbaar & omschreven in gedragstermen



1

, Bereikbaarheid
o Moeilijk om je te blijven inzetten voor een doel dat erg vaag of te veraf ligt => mensen haken af en verlaten
de groep
o Formele doelstellingen => meestal op papier (in een leefgroep, instelling, werkgroep,…)
▪ Is meestal ook de bestaansreden van de groep
o Informele doelstellingen => doorkruisen misschien de formele
 Groep die goed wil functioneren => niet enkel groepsbehoeften worden vervuld, ook individuele behoeften
o Groepsdoelen en individuele doelen
 Persoonlijke doelstellingen zijn niet altijd even duidelijk of bewust
o Je weet vaak pas achteraf of iets is meegevallen of is tegengevallen
 Alle individuele doelstellingen ongeveer gelijk => vergemakkelijkt de samenwerking
o Als doelstellingen van de leden erg uiteenlopen of als er meningsverschillen bestaan over wat de
groepsdoelstelling zou moeten zijn => vermoeilijkt de samenwerking
 In groepen waarvan de leden nogal verschillende doelstellingen hebben komt vaak een ‘verborgen agenda’ voor
o = een persoonlijke doelstelling die +/- onbekend is aan de andere groepsleden en die in tegenspraak is met de
groepsdoelstelling



 Elke groep => eigenheid => normen en waarden die heersen in de groep
o Voorbeelden van waarden: gerechtigheid, vrijheid, gelijkheid, eerlijkheid, vertrouwen, …
 Waar men als groep waarde aan hecht verschilt van groep tot groep
 Goed functioneren van een groep => cultiveren van een aantal waarden
o Via inbouwen van gewoontes en rituelen
 Die gemeenschappelijke en gedeelde waarden → belangrijke aantrekkingskracht voor de leden
 Samenhangend met wat belangrijk/waardevol wordt geacht => de normen binnen een groep
 Normen zijn gedragsregels
o Het zijn concrete sociale richtlijnen voor het handelen in bepaalde omstandigheden
o Ze omschrijven wat goed en fout is, wat mag en niet mag, …
 Soort gemeenschappelijke ideeën onder de groep over wat gewenst of ongewenst is
o Overtreding van die groepsnormen => opgemerkt door de groep + bestraft op één of andere manier
 Normen geven
o Duidelijkheid
o Veiligheid Als ze consequent worden toegepast
o Structuur
 Wanneer de normen niet consequent zijn dan kan dit leiden tot verwarring en reageren mensen vaak boos
 Normen oefenen een invloed uit op het gedrag van de groepsleden
o Sociale invloed van normen leidt tot grotere uniformiteit in het gedrag van de groepsleden van deze groep




 Door import
o Bepaalde normen zullen van de ene groep naar de andere groep worden overgebracht omdat groepsleden ook
nog deel uitmaken van een andere groep
 Door activiteiten en situaties waarin de groep verzeild geraakt
o Feitelijke gebeurtenissen zullen aanleiding geven tot nieuwe normen
 Door toeval
o In sommige gevallen wordt de eerste reactie die in een bepaalde situatie gegeven wordt meteen als de beste
beschouwd
 Door macht
o Leider die normen instelt
o Bepaalde groepsleden kunnen meer invloed hebben dan andere → wie in de groep macht heeft kan regels
vaststellen waaraan de anderen moeten voldoen
 Door maatschappelijke factoren
o Normen worden van bovenaf opgelegd (de wet of ministerie)

2

,  Door maatschappelijke en culturele normen
o Verwachtingen die binnen een bepaalde samenleving bv. Voor allen gelden, voor alle mannen of vrouwen, voor
alle kinderen of volwassenen, …
o Normen => gedrag, kleding, omgang, woordgebruik



In het dagelijks leven neemt ieder mens regelmatig en wisselend rollen op

 In groepen hebben alle groepsleden een rol
 Rollen of verwachtingen inzake gedrag van bepaalde mensen in een groep => evident en noodzakelijk
o We willen weten hoe iemand in een bepaalde situatie zal (of moet) reageren → bepaalt + vergemakkelijkt ons
handelen in de groep
▪ Voorspelbaarheid = zekerheid = veiligheid
 Elk groepslid krijgt een rol
 Groep die ven start gaat => ontstaan van roldifferentiatie
o Ieder krijgt zijn plekje in de groep, een eigen rol tussen de anderen
o Positie in de groep kiest men (bewust of onbewust) zelf en wordt ook voor een deel toegewezen (attributie)
o Sommige rollen kunnen creatief worden ingevuld, anderen zijn dwingend voorgeschreven



 Ik roep een bepaald beeld op bij de ander door mijn wijze van presenteren => presenting self
o Bv. Veel praten, opgewekt doen, wat tegenpruttelen, geestig uit de hoek komen, …
o De ander maakt ook een beeld van mij → op basis van allerlei aspecten wordt ik geklasseerd
▪ Presenting self, mijn uiterlijk, mijn kennis ter zake, …
 Er ontstaat een soort stereotype => een rol is geboren
o Dit stereotype, je rol bevalt je niet → zelfpresentatie bijschaven door niet gedrag te stellen
 Anderen stemmen hun gedrag ook af op mijn rol => ze hebben bepaalde verwachtingen ban mij
o Bv. Zij zal het wel oplossen of zij zal het woord voeren in de vergadering
 Rollen in de groep zijn op elkaar afgestemd => ze zijn complementair
o De rollen vullen elkaar aan en roepen elkaar op
 De rollen in de groep vormen een soort conglomeraat, een bepaalde rolstructuur die in evenwicht wordt gehouden
o Veranderen van rol lukt niet zo gemakkelijk → als iemand van rol wil veranderen zal dit pas lukken als de
anderen hem in een andere rol willen zien en aanvaarden
 Na verloop van tijd → ontstaan van positieve en negatieve groepen met de daarbij horende rollen




 de groepsleden zijn gemotiveerd om de groepsdoelen te bereiken en respecteren elkaars mening en eigenheid
o Ze voelen zich mee verantwoordelijk en zijn bereid om samen te werken
 Aanwezige rollen:
o Gezagdrager:
▪ niet de meest opvallende persoon of haantje de voorste
▪ Wat de gezagdrager zegt wordt wel direct opgepakt door de rest van de groep.
▪ Hij bewaakt dus het groepsdoel en vormt de opinie van de groep
o Sociaal werker:
▪ Heeft interesse in mensen en relaties
▪ Bewaakt de sfeer in de groep en het welzijn van de leden
▪ Als er hulp nodig is of er is ruzie/impasse, dan grijpt hij in, zoekt achter compromissen
o Organisator:
▪ Persoon die alles regelt en komt niet als bedreigend over
▪ De hiërarchie binnen de groep houdt hij in stand
▪ Hij krijgt gezag zolang het strookt met wat de groep of gezagsdrager wil
▪ Hij verdeelt de taken binnen groepswerk en bewaakt of ze gedaan worden
 Niet leidinggevende rollen:
o Verkenner:
▪ Neemt vaak initiatief op het moment dat het duidelijk is wat de bedoeling is
3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller charoncardinael. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.21
  • (0)
  Add to cart