100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting "Inleiding in de Conversatieanalyse" (inclusief artikel Berenst (2013)) $3.75
Add to cart

Summary

Samenvatting "Inleiding in de Conversatieanalyse" (inclusief artikel Berenst (2013))

4 reviews
 241 views  17 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een uitgebreide en heldere samenvatting van H1 t/m 7 van "Inleiding in de Conversatieanalyse" van Harrie Mazeland. Ook het artikel van Berenst (2013) is toegevoegd in de samenvatting.

Preview 4 out of 36  pages

  • Yes
  • June 2, 2016
  • 36
  • 2015/2016
  • Summary

4  reviews

review-writer-avatar

By: pakeegstra • 4 year ago

Translated by Google

It was a good summary

review-writer-avatar

By: lauradw • 7 year ago

review-writer-avatar

By: ellenlouters • 8 year ago

review-writer-avatar

By: Jessicapaas • 8 year ago

avatar-seller
SAMENVATTING GESPREKSANALYSE I
HOOFDSTUK 1: CONVERSATIEANALYSE

1.1: INLEIDING

De conversatieanalyse onderzoekt de principes van gespreksorganisatie waarmee de deelnemers aan een
gesprek betekenis geven aan wat ze zeggen en doen. De nadruk ligt op de analyse van taalgebruik in informele
gesprekken. De resultaten van conversatieanalytisch onderzoek hebben veel invloed in de taalwetenschap,
tekstwetenschap en de sociale wetenschappen.

De conversatieanalyse is een door en door interactionele benadering van gespreken. De conversatieanalyse
probeert een beschrijving te geven van de methoden die de competente leden van een cultuur gebruiken om te
communiceren.

1.2: DE SOCIOLOGISCHE OORSPRONG VAN DE C ONVERSATIEANALYSE

De conversatieanalyse is een soort interactieanalyse. De conversatieanalyse is ontstaan uit een stroming in de
sociologie; de etnomethodologie. Dit is de sociologie van de methoden die de leden van een cultuur gebruiken
om hun sociale werkelijkheid tot stand te brengen en in stand te houden. Een centraal idee in het
etnomethodologische onderzoek is dat sociale structuren in interacties zelf tot stand gebracht en gehandhaafd
worden. De handelingen en interacties van de leden van een cultuur zijn het resultaat van een situatiegebonden
methodologie.

De grondlegger van de conversatieanalyse is Harvey Sacks. Sacks ontwikkelde een vorm van etnomethodologisch
onderzoek die probeert de principes te beschrijven waarmee deelnemers aan een gesprek betekenis geven aan
wat ze zeggen en doen. Dit resulteerde uiteindelijk in de conversatieanalyse.

In de conversatieanalyse is het entomethodologische idee dat mensen sociale structuren in hun interacties tot
stand brengen en reproduceren, uitgewerkt door alledaagse, informele gesprekken te onderzoeken. Het maken
van opnamen en het transcriberen daarvan en de ontwikkeling van een primair datagestuurde analyse zijn nog
steeds onderscheidende kenmerken van conversatieanalytisch onderzoek. Sacks’ onderzoek was ook
baanbrekend omdat hij probeerde om zo ‘echt’ en natuurlijk mogelijk materiaal te bemachtigen. Een derde
vernieuwing van Sacks’ werkwijze betreft de manier van theoretiseren. Sacks imponeert door zijn vermogen de
meest alledaagse sociale verschijnselen systematisch te bevragen.

De conversatieanalyse leert ons vooral anders na te denken over taalgebruik en betekenis. De betekenis van een
uiting is niet iets wat vastzit aan de talige vorm. Context is bovendien een dynamisch verschijnsel.

,IDENTITEITEN IN GESPREKKEN – BERENTST (2013)

1.0 – INLEIDING

Gespreksdeelnemers oriënteren zich in hun gespreksvoering op een aantal conversationele principes en
beschikbare procedures die betrekking hebben op de beurtorganisatie, de sequentiële organisatie en de
thematische organisatie. De wijze waarop deze principes en procedures worden toegepast bepaald voor een
belangrijk deel hoe een conversationele bijdrage wordt geïnterpreteerd. Een aspect van die interpretatie heeft
betrekking op de sociale identiteit die aan de gespreksdeelnemer wordt toegeschreven.

1.1 – VAN SOCIALE ROL NAAR SITUATIONEEL GECONSTUEERDE ACTIVITEITEN

Binnen de sociologische studies wordt gebruik gemaakt van het begrip identiteit. Hier worden vaste en voor
iedereen relevante invullingen van identiteitsconcepten gebruikt als verklarende variabelen voor opvattingen of
gedragingen. Berentst gaat ervan uit dat identiteitscategorieën slechts bestaan voor zover ze in het taalgebruik
worden gecreëerd door/voor de gesprekspartner relevant worden gemaakt.

Onder het begrip sociale identiteit verstaan sociologen de categorisering van individuen. Deze karakteriseringen
zoals, jong, vrouw, Antilliaans etc., hoeven niet relevant te zijn in het kader van de gespreksvoering. Of deze
kenmerken relevant zijn kunnen we alleen vaststellen als we naar de interactie kijken. Dan blijkt welke
identiteitsaspecten relevant worden gemaakt door haarzelf of door de gesprekspartners. Empirisch gezien
betekent dit dat de identiteiten in kwestie door iemand zelf en de gesprekspartner worden geconstrueerd in de
interactie.

Omdat identiteiten niet zonder meer gegeven zijn in gesprekken, maar in de interactie zelf geconstrueerd
worden, spreken we over situationele identiteiten. Aan de hand van de interactie moet naar de taalkenmerken
gekeken worden, waaruit je bijvoorbeeld kan afleiden dat iemand een interviewer is, een man is, dominant is,
etc.

Er hoeft niet perse een onderlinge verhouding te ontstaan wanneer een situationele identiteit bekend wordt.

1.2: IDENTITEITEN EN DE ROL VAN SOCIALE KENNIS IN EEN GESPREK

Bronnen die sprekers benutten bij het interpreteren van de identiteit van de ander hoeven niet alleen uit de
lokale gesprekscontext te bestaan. Ook de sociale kennis van de deelnemers buiten de context van de tekst
worden hierbij benut. Deze kennis speelt een rol in het gesprek, doordat gesprekspartners zich daarop
oriënteren. Voor zover dit zichtbaar wordt, weerspiegelen de kenmerken van de situatie waarin het gesprek
gevoerd wordt zich in de conversationele structuur. Dit komt bijvoorbeeld duidelijk naar voren in een gesprek
met de dokter, door de kennis buiten de context weten de deelnemers hoe ze zich tegenover elkaar verhouden
en wat ze moeten reageren op een open vraag, zonder dat daar verder situationele activiteiten naar voren
komen. De patiënt creëert hier de identiteit van de dokter en van zichzelf als patiënt.

We hebben enerzijds te maken met het creëren van identiteiten in de gesprekscontext, die het vervolg van het
gesprek kunnen bepalen. Maar anderzijds zijn er ook voor de participanten herkenbare sociale situaties, waarin
de verschillende identiteiten die kenmerkend zijn voor die situatie niet perse zichtbaar zijn in specifieke
gespreksverschijnselen.

Het eerste perspectief gaat uit van de gedachte dat identiteiten van gespreksdeelnemers voor de
conversationele structuur alleen relevant zijn voor zover ze niet alleen zichtbaar zijn voor de conversationele
interactie, maar ook verklarend zijn voor gespreksstructuren. Dit is het etnomethodologische standpunt. Alleen
de identiteitscategorieën die relevant blijken te zijn in de interactie, omdat gesprekspartners er gebruik van
maken en zich er aanwijsbaar op oriënteren zijn vanuit dit standpunt bruikbaar in de gespreksanalyse.

,Anataki & Widdicombe noemen een vijftal criteria om over identiteiten van gesprekspartners te spreken binnen
de conversatieanalyse:

 Er moet sprake zijn van het onderbrengen van gesprekspartners in een categorie met daaraan
gekoppelde kenmerken of features.
 De categorisering is indexicaal, dus mede afhankelijk van andere categoriebegrippen die worden
gebruikt. Een categorisering wordt situationeel geproduceerd.
 De identiteit in kwestie wordt relevant gemaakt in de lopende interactie.
 De identiteit heeft consequenties voor de wijze waarop de conversatie wordt gevoerd.
 Deze aspecten worden zichtbaar in de wijze waarop participanten de conversationele structuren
benutten

Identiteiten moeten dus zichtbaar zijn in het gesprek, willen ze een rol spelen in de interactie.

Wanneer conversationeel taalgebruik vanwege het belang van een bepaalde situatie wordt geanalyseerd, wordt
het moeilijk om de categorieën niet vanaf het begin als zodanig te categoriseren. Als men het heeft over
rechtbankinteractie, dan spelen die categorieën een centrale rol. Binnen dit perspectief wordt het van belang
geacht om de doelen van een bepaald institutioneel kader maar oor van de sociale posities van de participanten
te betrekken in de beschrijving van de betekenissen en de pragmatische functies van het taalgebruik.

Als bijvoorbeeld duidelijk wordt dat in een gesprek identiteitsaspecten (zoals etnische achtergrond) in het geding
kunnen zijn, kun je duidelijk maken dat die een relevante categorie vormen voor het inzichtelijk maken van de
aard van het betreffende probleem. Op dezelfde manier zijn er ook in andere settings taalgebruiksverschijnselen
verbonden met de identiteiten van de participanten, zonder dat er sprake is van een expliciete categorisering.
Dit is bijvoorbeeld zo wanneer jongeren met ouderen praten, zij passen hun taalgebruik aan, aan de
veronderstelde geringere vermogens van de oudere gesprekspartner. Daarmee realiseren ze dus kenmerken van
een bepaalde identiteit die zelf niet als categorie hoeft te zijn benoemd.

De contextuele gegevens worden als één van de recources gebruikt waarop de gesprekspartners zich mogelijk
oriënteren bij de realisatie van de thematische structuur van het gesprek, de aard van de handelingen, de
beurtorganisatie etc. In de analyse kan er niet zonder meer vanuit worden gegaan dat een bepaalde identiteit
zich ook in het taalgebruik manifesteert.

1.3: VERSCHILLENDE IDENTITEITSASPECTEN

We kunnen mensen niet slechts één identiteit toekennen, maar identiteiten worden in de interactie
geconstrueerd of bevestigd.

 Discourse identiteiten: In de eerste plaats worden verschillende rollen van spreker en recipiënt
onderscheiden, zoals deze zich in de beurt-voor-beurtorganisatie van het gesprek manifesteren. Deze
identiteiten hebben betrekking op de machinerie van de conversatie. Ze zijn op structurele niveaus van
de conversatie georiënteerd. Een spreker veronderstelt immers een hoorder.
o Conversationele identiteiten: activiteiten op het niveau van spreken, de beurtverdeling en
de gespreksorganisatie als geheel. Voorbeelden zijn spreker/recipiënt/opbeller/woordvoerder
etc. Sprekers en hoorders kunnen van rol wisselen, dit noemen we footing, wanneer de posities
van deelnemers verschuiven en de aard van de participatie van de deelnemers verandert.
o Interactionele identiteiten: Activiteiten op het vlak van de handelingen die een plek
vinden in de sequentie-organisatie. Voorbeelden zijn vrager/beantwoorder/groeter etc. die
plaatsvinden op het lokale niveau, of op globaal niveau: hulpvrager/-gever,
klager/klachtontvanger etc. De kern ligt op het lokale vlak, er is veelvuldig een wisseling van
identiteit in het gesprek.

,  Situationele identiteiten: Bijvoorbeeld dokter/patiënt, leraar/leerling, zijn taakgeoriënteerd of
relationeel getypeerd. Worden traditioneel als sociale rollen getypeerd. Dergelijke identiteiten
kenmerken niet alleen bepaalde interactionele situaties, maar brengen ze tevens tot stand. Situationele
identiteiten zijn voor een analysator alleen aan de orde als ze relevant zijn gemaakt.
 Transportable identities/situatie-overstijgende identiteiten: Identiteitsaspecten die te maken
hebben met zichtbare of anderszins direct waarneembare aspecten van een persoon als leeftijd, sekse,
etniciteit etc. Typen kenmerken die op ieder mens van toepassing zijn en betrekkelijk objectief kunnen
worden vastgesteld. Daarnaast zijn er identiteiten die meer een persoonlijk karakter hebben, omdat ze
op karakter, religie etc. betrekking hebben. Al deze identiteitsaspecten zijn niet kenmerkend voor de
interactionele structuur van een
bepaalde situatie. Ook al kunnen
participanten zich voortdurend
bewust zijn van een bepaalde
etnische/gender-identiteit, dan
betekent dat nog niet dat die
identiteiten relevant worden gemaakt
in het interactionele handelen tijdens
een gesprek. Als ze wel relevant
gemaakt worden, vindt dat altijd
plaats in het kader van de situatie die
in eerste plaats door de situationele
activiteiten van de deelnemers is
gekarakteriseerd.

Discourse en situationele identiteiten hangen
samen omdat een gesprekspartner zich veelal
in zijn situationele identiteit manifesteert in de
opeenvolging of continuïteit van bepaalde
discourse identiteiten.

Figuur 1 - Samenvatting soorten identiteiten

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tamaranotten. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.75  17x  sold
  • (4)
Add to cart
Added