Gerontologie: levenspsychologie
Modellen over ouderdom
Bestaan duidelijke beelden over verschillende leeftijdsgroepen
→ media speelt belangrijke rol bij deze beeldvorming
→ persoonlijke ervaring speelt ook een rol bij de beeldvorming
⇒ proces van beeldvorming begint op jonge leeftijd
Impliciete en expliciete ouderenbeelden
Meestal niet helemaal bewust van ouderen-/ ouderdomsbeelden
→ onderscheid 3 categorieën
- Impliciete ouderenbeeld/ geleefde ouderenbeeld:
→ steunt vaak op stereotypen en daaraan gekoppelde vooroordelen
→ zelden bewust hiervan
- Expliciete gesproken ouderenbeeld:
→ opvattingen over ouderen bevraagd
⇒ hoort allerlei uitingen: positief en negatief
- Expliciete, wetenschappelijk verantwoorde ouderenbeeld:
→ grondig bij opvattingen over ouderen stilgestaan
→ beeld vertoont samenhang waardoor mededeelbaar is
⇒ bewust als leidraad gebruiken in omgang met ouderen
→ goed doordacht en coherent
⇒ via onderzoek uitgeklaard en getoetst
Ouderen hebben zelf ook beeld over hoe het is om oud te zijn
→ dit beeld is veel gedifferentieerder
Uitgroephomogeniteitseffect: mensen vinden dat veel minder verschillen zijn tussen leden
van ingroep dan uitgroep
→ samenleving bestaat uit uitgroepen en ingroepen
⇒ ingroepen: groep waartoe we zelf behoren
⇒ uitgroepen: groep waartoe al de anderen behoren
→ sterke tendens om wereld in wij en zij op te delen
⇒ trekken eigen groep voor (wij)
⇒ hangen sterk aan wij-gevoel omdat daardoor zelfbeeld en zelfwaardering mee opkrikken
→ ingroep-voornaamwoorden (wij, ons) lokken positieve emoties uit
→ uitgroep-voornaamwoorden (zij, hun) lokken negatieve emoties uit
,Modellen over ouder worden
Ageism: kwalijke uitwassen van op hol geslagen economisch model
Ageism: steeds meer ouderen in verdomhoek plaatsen
→ negatieve beeld wordt dominanter in onze samenleving
⇒ fenomeen is overgewaaid uit VS
→ confronteert ons met variëteit aan opvattingen en beelden over ouderdom over alle tijden
en in alle culturen
→ vergelijkingen stellen ons in staat om typische kenmerken van westers denken over
ouderdom te plaatsen naast kenmerken van andere tijdsperioden en culturen
⇒ vergelijken huidige tijd met andere perioden in geschiedenis
=> interessante verschillen
=> Aristoteles negatief beeld en Cicero positief beeld
⇒ vergelijken culturen, dan ook opvallende verschillen
=> in sommige culturen nog sterk voorouderverering aanwezig
→ 4 kenmerken van ageism (stellingen die hoort bij mensen die zich schuldig maken aan
ageism)
- Ouderen vormen een last voor de maatschappij
→ mensen omschrijven ouderen in termen van zorgbehoevendheid: personen die
hoofdzakelijk dingen van maatschappij vragen (pension, zorg, aangepaste
huisvesting)
⇒ ouderen worden als kostenfactor beschouwd waarvoor maatschappij moet
opdraaien
- Oudere mensen hebben oude ideeën/ verouderde ideeën
→ veranderingen en vernieuwingen gaan aan veel ouderen voorbij
⇒ oud zijn staat gelijk aan ouderwets zijn
=> ze zijn niet meer mee met de tijd en daarom gezien als inferieur
- Oudere werknemers leveren een geringe bijdrage tot economie
→ idee dat mensen binnen beroepscarrière geleidelijk aan groeien naar hoger
inkomen en meer rechtszekerheid wordt als oneerlijk beschouwd
⇒ bestempeld als privilege dat jonge mensen discrimineert
→ mensen vinden dat loon gekoppeld moet worden aan productiviteit (niet aan
ervaring/ wijsheid)
⇒ productiviteit ouderen ligt lager
→ jonge werknemers hebben maandelijks meer kosten in vergelijking met ouderen
⇒ waardoor hoog inkomen niet nodig is
, - Sterven betekent het absolute einde: gevolg van niet meer zelfredzaam en autonoom
zijn
→ leven staat in teken van handelen en werken: ontleent identiteit eraan
⇒ in westerse samenleving: mensen eigen levensdoelen bepalen en daarin
zelfredzaam zijn
=> zelfbepaling en autonomie zijn idealen van actieve, arbeidende periode van leven
→ ouderen moeten zo lang mogelijk zelfstandig blijven en onafhankelijk
⇒ als dit niet meer lukt, is hun leven voorbij
→ als iemand in onze samenleving sterft wordt dit als absolute einde beschouwd
⇒ herinnering van hen wordt steeds vager en hun impact op het leven van anderen
verdwijnt
Zorgmodellen
Laatste decennia in wetenschappelijke theorievorming over ouderdom: duidelijke
ontwikkeling merkbaar
→ verschillende modellen onderscheiden over hoe zorg voor ouderen binnen voorzieningen
moeten ingevuld worden
Deficit-model
Lange tijd gekeken naar ouderen volgens dit model
→ gebaseerd op ervaringen met zieke ouderen
⇒ aftakeling staat centraal in ouderdom
→ volgens dit model ontwikkelt levensloop zich als volgt
⇒ toenemende kennis en vaardigheden in jeugd, hoogtepunt in middelbare volwassenheid
en beginnende achteruitgang in ouderdom
=> opvatting schildert negatief beeld van ouderdom en oud worden
→ ouder worden wordt beschouwd als niet te controleren noodlot
⇒ focus ligt op verlies van functies
→ pessimistische visie dat vitaliteit van oudere mensen ondermijnt
⇒ visie over zorg dat hierbij aansluit: zorg in geheel moet overgenomen worden
=> ouderen zijn steeds hulpbehoevend en tot weinig in staat
Rust-roestmodel/ disuse model
→ volgens dit model berust achteruitgang op niet gebruiken van lichamelijke, psychische en
sociale functies
⇒ functies sterven af als ze niet meer gebruikt worden
→ model steunt op waarnemingen waaruit blijkt dat aantal ouderen op hoge leeftijd fit bleven
naar lichaam en geest
⇒ leek samen te vallen met hun graad van activiteit
, → visie over zorg dat hierbij aansluit: zorg moet mensen activeren
⇒ lichaamsbeweging, sociale contacten, activiteiten om cognitieve functies op peil te
houden, …
→ actieve, economisch presterende persoon van middelbare leeftijd staat hier model
⇒ trainingen en therapieën helpen oudere mensen om periode met gebreken voor zich uit te
schuiven (preventie)
=> helpen om vaardigheden te bewaren die nodig zijn om succesvol ouder te worden en
welbevinden te ervaren op hoge leeftijd
Competentiemodel
→ impliciete/ expliciete vergelijking met persoon van middelbare leeftijd blijft hier achterwege
⇒ aandacht gaat naar manier waarop individuele mens reageert op uitdagingen en
aanspraken die ouder worden met zich meebrengt
→ beeld dat bekijkt hoe personen met specifieke kenmerken omgaan met bepaalde situaties
⇒ welbevinden heeft te maken met omgaan op adequate wijze met deze veranderingen
→ steeds meer ouderen zijn in staat vitaal te blijven
⇒ zorgbehoevende ouderen die adequaat kunnen omgaan met deze situatie en eventueel
gepaste hulp inschakelen om in hun behoefte te voorzien zijn competente ouderen
Deze 3 modellen volgden elkaar op in de tijd in soort dialectische beweging
→ rust-roest model zette zich af tegen deficitmodel
→ competentiemodel overwint beide
Bekijken ouder wordende mensen anders omdat zij anders geworden zijn
→ zijn anders geworden omdat ze anders bekeken worden
⇒ dit proces is nog niet beëindigd
Evolutieperspectief
Invloedrijke evolutieleer van Charles Darwin stelt ouderdom in bijzonder daglicht
→ rol oudere mensen in samenleving is negatief
⇒ nauwelijks rol van betekenis
→ mensen zijn niet meer dan zoveelste diersoort
⇒ hun doen en laten wordt door dezelfde wetmatigheden bepaald als bij elk ander levend
wezen
→ individuele beleving krijgt geen aandacht
Waarom komt hoge leeftijd met gebreken?
→ vele vormen van veroudering in natuur
⇒ kern van veroudering is dat we overleven om ons succesvol voort te planten
=> eenmaal dit volbracht, vindt natuur het niet nuttig om nog veel tijd in ons te steken
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mrgtstndrt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.