100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biologie Nectar Hoofdstuk 2 $7.23   Add to cart

Summary

Samenvatting Biologie Nectar Hoofdstuk 2

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Level

In deze samenvatting staat een complete uitleg over hoofdstuk 2 van Nectar Biologie 4vwo. Het bevat een complete omschrijving van de leerdoelen.

Preview 2 out of 7  pages

  • February 13, 2023
  • 7
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Biologie Hoofdstuk 2
Paragraaf 2.1
1. Je herkent de biologische organisatieniveaus
In de biologie heb je verschillende organisatieniveaus. Deze organisatieniveaus zijn:
1. Systeem aarde: alle ecosystemen: fysische, chemische en biologische processen op aarde
2. Ecosysteem: begrensd gebied waarin organismen met elkaar en levenloze natuur relaties
hebben
3. Levensgemeenschap: omvat alle organismen, met onderlinge relaties, in bepaald gebied
4. Populatie: bestaat uit een groep organismen van zelfde soort in bepaald gebied. Kunnen
onderling voortplanten en vruchtbare nakomelingen krijgen
5. Organisme: levend wezen
6. Orgaanstelsel: omvat diverse organen die samen bepaalde taak hebben
7. Orgaan: bestaat uit verschillende weefsels die samenwerken aan bepaalde taak
8. Weefsel: groep cellen met dezelfde bouw en functie
9. Cel: functionele basiseenheid van elk organisme, bevat cytoplasma en erfelijk materiaal,
omringd door membraam
10. Celorganel: onderdeel van cel met bepaalde taak
11. Molecuul: 2 of meer atomen, kleinste deeltjes van stof met alle eigenschappen van stof

2. Je herkent emergente eigenschappen
Een emergente eigenschap treedt op door een interactie binnen een organisatieniveau. Een
emergente eigenschap is zichtbaar op een hoger, complexer niveau.
Door samenwerken spieren, botten en zenuwstelsel kun je sporten. Dat is een emergente
eigenschap, want als je geen spieren zou hebben, kun je niet sporten.

3. Je herkent de levenskenmerken
De levenskenmerken zijn:
1. Je hebt 1 of meer cellen
2. Je vertoont stofwisseling
3. Je reageert en neemt prikkels waar
4. Je groeit
5. Voortplanting
6. Beweging
7. Org. Van erfelijk materiaal

4. Je legt uit hoe artsen stamcelkweek gebruiken voor medische
toepassingen
Stamcel kan differentiëren, dat betekent dat de cel gaat veranderen. Als een stamcel klaar is met
differentiëren, is de cel gespecialiseerd. Gedifferentieerde cellen zijn te onderscheiden door wat voor
eiwitten ze maken.

5. Je legt het verband uit tussen de toename van het oppervlak
en het volume bij een organisme
Naarmate een organisme groeit, neemt het volume sterker toe dan het oppervlak van dit organisme.
Grotere organismen hebben dus een relatief kleiner oppervlak dan kleinere organismen

, Paragraaf 2.2
6. Je benoemt en herkent de functies van de onderdelen van een
menselijke en een dierlijke cel
 Celkern: omgeven door kernmembraan met poriën en bevat DNA-moleculen met
bouwinstructies om eiwitten te maken
 Ribosoom: bestaat uit eiwitten en rRNA (ribosoom RNA). Zijn organellen die aminozuren aan
elkaar koppelen tot eiwitten. Los in grondplasma of gebonden aan ER
 Endoplasmatisch reticulum (ER): netwerk van membranen. 2 typen ER: ruw ER (met
ribosomen) en glad ER (zonder ribosomen). Ruw ER bewerkt en transporteert eiwitten. Glad
ER maakt onder andere vetachtige stoffen zoals fosfolipiden en maakt in de lever gifachtige
stoffen onschadelijk.
 Transportblaasje: kleine blaasjes met membraan vervoeren eiwitten van ene naar andere
organel en naar en van het celmembraan.
 Golgisysteem: bestaat uit platte membraanzakken. Eiwitten en vetachtige stoffen uit ER gaan
naar golgisysteem door transportblaasjes. Bewerkt, sorteert en verpakt die in
transportblaasjes.
 Mitochondrium: bestaan uit glad buitenmembraan en geplooid binnen membraan. Breken
glucose af met behulp van O2. Levert energierijke molecuul ATP op voor functioneren cel
 Lysosoom: blaasjes met verteringsenzymen van golgisysteem. Kunnen versleten organellen
en opgenomen stoffen binnen cel afbreken
 Cytoskelet: draadvormig netwerk van structuureiwitten. Geeft stevigheid en vorm van een
cel
 Centriolen. Twee loodrecht op elkaar staande buisjes van eiwitten. Spelen een rol bij
celdeling.
 Grondplasma: waterige inhoud cellen
 Cytoplasma: bestaat uit grondplasma en organellen.
 Menselijke en dierlijke cellen zijn heterotroof, dat betekent dat ze van organische stoffen en
koolstofverbindingen leven afkomstig van andere organismen of resten daarvan.
7. Je benoemt en herkent de functies van de onderdelen van een
plantaardige cel
 Cel is omgeven door een celwand van cellulose en soms lignine. Celwand is GEEN organel.
Geeft stevigheid door turgor en geeft vorm
 Chloroplast: groene plastide in een plantaardige cel met inwendig gestapelde membranen,
ook wel bladgroenkorrels genoemd
 Vacuole: blaasje met water waardoor plant stevig blijft staan. Bevat opgeloste stoffen, vaak
ook kleurstoffen, en geeft ook stevigheid via turgor
 Kern: zie leerdoel 6
 Mitochondrium: zie leerdoel 6
 Golgisysteem: zie leerdoel 6
 Ribosomen: zie leerdoel 6
 Grondplasma: zie leerdoel 6
 Cytoskelet: zie leerdoel 6
 Lysosoom: zie leerdoel 6
 Transportblaasje: zie leerdoel 6
 Glad endoplasmatisch reticulum: zie leerdoel 6
 Ruw endoplasmatisch reticulum: zie leerdoel 6
 Celmembraan: zie leerdoel 6
Bladgroenkorrels = chloroplast (fotosynthese)
Fotosynthese = zelf voeding maken
Heterotroof = anderen nodig voor voedingsstoffen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller KaideJong. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.23
  • (0)
  Add to cart