Een duidelijke samenvatting van alle feiten die je moet weten voor het theorie examen. Alle onderdelen worden besproken. Gevaarherkenning, kennis en inzicht. Hiermee heb je door dit zelf te leren een grote kans op in 1x slagen!
per onderdeel de theorie duidelijk uitgelegd met plaatjes en voorbeelden
Written for
Theorie examen
All documents for this subject (7)
Seller
Follow
sofiedejonge
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 1
1.1 Gordels en zitplaatsen
Gordel Zitplaatsen voor- en achterin. Voordat je gaat rijden doe je de gordel
om en altijd in het verkeer om laten. De driepuntsgordel mag alleen gebruikt
worden als driepuntsgordel. Vanaf 12 jaar ben je zelf (dus de passagier zelf)
verantwoordelijk voor het dragen van een gordel.
Hoofdsteun Hoofdsteun moet voor alle inzittende goed afgesteld zijn (zelfde
hoogte met achterhoofd en zo dichtbij mogelijk). Afstand tussen hoofd en steun
moet zo klein mogelijk zijn.
Kinderzitje met lengte tot: 1,35 meter (kleiner dan 1,35m)
Airbag Luchtzak die de klap opvangt. Als de airbag is uitgeschakeld moet de
stoel omgekeerd zitten.
1.2 Handelen bij pech
Lekke band Controle krijgen = gas los. Je mag niet op de vluchtstrook rijden of
wachten. Meest veilige plek is achter de vangrail (beschermd tegen rijdend
verkeer) of in de berm. Zo ver mogelijk verwijdert van het rijdende verkeer.
Veilige stand om te wachten Voorwielen rechtuit in de rijrichting. Bij pech
Als er rechts een berm is is de berm de veiligste plek dus Voorwielen naar de
berm.
Bij pech is 1 van de twee waarschuwingen genoeg dus of waarschuwingslichten
of de gevarendriehoek.
Gevarendriehoek neerzetten bij afstand van ongv 30 m.
De auto stopt of heeft andere pech Altijd uit de auto! Ook moet je de sleutels
in de auto laten zitten bij pech.
Brandende auto Stoppen met de auto en weglopen.
1.3 Handelen bij ongevallen
Kans op ongeval het grootste Bij 50-80 wegen want hier is een hoge snelheid
met tegenliggers.
Stap 1 bij ongeval Zorgen voor je eigen veiligheid!
,Geen water aan slachtoffers geven. Bij een bloeding moet je wel helpen. Na een
ongeval moet iemand niet bewegen. Helm verwijderen als iemand aan het
braken is (stikt dan in eigen kots). Braken = stabiele zijligging.
Zwaar ongeval = niks verplaatsen
Lichte schade = samen naar een parkeerplaats
Bij verdrinking = zijruit inslaan (zo dicht mogelijk aan de rand). Je bewaart de
beveiligingshamer in het midden zodat iedereen erbij kan. Bevestigen naast de
stoel van de bestuurder.
Mesje aan hamer om gordel door te snijden
Bovenkant Hamer Om raam in te slaan
1.4 waarschuwen met signalen
Knippersignaal of geluidsignaal (claxonneren) Om dreigend gevaar af te
wenden. Binnen en Buiten de bebouwde kom. (Bv: auto van kapotte koplamp of
verblind door groot licht van tegenligger).
Kinderen op de weg = toeteren!
Vrienden groeten = niet claxonneren want geen dreigend gevaar.
Geen voorrang krijgen Geen dreigend gevaar dus niet toeteren!
1.5 Richting aangeven
Richting aangeven Bij afslaan, bij wegrijden (altijd aangeven) en bij
doorgaande weg.
Rotonde Voor de rotonde (niet op) je richting aangeven welke afslag je neemt.
Rechtdoor = geen richting.
Invoegen Pas bij open streep. Als je kan invoegen = richting aangeven.
Bij 300 M voor de afrit geef je je richting aan!
Richting uit na einde van de blokmarkwering.
1.6 Verlichting bij normale omstandigheden
Dimlicht voeren Normale verlichting (altijd onder alle omstandigheden).
Verplicht in het donker of bij slecht weer. Als 1 van je 2 dimlichten kapot zijn mag
je niet rijden dus ook geen compensatie met andere verlichting.
, Grootlicht = blauw lampje alleen ’s nachts zonder tegenliggers (nooit
overdag). Mag binnen en buiten de bebouwde kom. Nooit overdag. Alleen ’s
nachts zonder tegenliggers. (zorgt voor verblinding)
Stadslicht = minder fel van dimlicht. Als er genoeg daglicht is.
Dagrijlicht Alleen toegestaan als er genoeg daglicht is. Slecht weer =
dagrijlicht uit! Dus in een tunnel mag dit niet. Voor de tunnel moet je al je
dimlicht voeren. Is alleen geschikt als er geen andere verlichting extra bij aan
staat. Als het dimlicht aangezet wordt gaat het dagrijlicht automatisch uit.
Licht van achter kun je mensen achter minder goed zien dus verlichting
voeren.
Rode lampen Remmen
Witte lampen achteruit
Belading kan effect hebben op de belichting van de auto.
1.7 Verlichting bij ernstige weersomstandigheden.
Mist voorlicht symbool: Toegestaan aan de voorzijde = bij ernstige
weersomstandigheden (hevige mist, sneeuw of regen)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sofiedejonge. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.65. You're not tied to anything after your purchase.