100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Mediarecht (S0B07B) $10.70   Add to cart

Summary

Samenvatting Mediarecht (S0B07B)

 14 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Uitgebreide samenvatting van het vak Mediarecht binnen de richting Communicatiewetenschappen. Met deze samenvatting heb ik op het examen een 15/20 gescoord.

Preview 4 out of 133  pages

  • February 14, 2023
  • 133
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
MEDIARECHT
DEEL 1: VRIJHEID VAN MENINGSUITING
1. VRIJHEID VAN MENINGSUITING
Inleiding
 Definitie Mediarecht
o = het geheel van rechtsregels met betrekking op de communicatievrijheid en
massacommunicatiemiddelen
 Voorbeeld: Pommelien maakte reclame voor een gokwebsite door in bikini met
champagne te poseren
o  Hier werd een klacht tegen ingediend, omdat dit seksistisch was +
objectivering van de vrouw
o  De jury gaf hem gelijk
o  Maar is dit niet bijzonder paternalistisch?
 Komt het aan andere toe te bepalen hoe hij/zij in de media komt?
 Merkwaardig was dat men op zich geen bezwaar heeft tegen vrouwen
in bikini, maar het moet te maken hebben met het product
 Maar Pommelien zou bijna niet herkend worden in een mantelpakje,
ze is een merk
  De reclame van Coca-Cola met zo’n sexy man mocht wel
 Het is interessant omdat we weten dat er juridisch gezien geen
wet geschonden wordt.
o JEP = Jury Ethische Praktijken voor reclame
 Zelfregulerend orgaan van de reclamesector in België
 Ze kijken of reclames wel in overeenstemming zijn met de
deontologische codes van reclame
 waken over het correcte en eerlijke karakter van de
reclameboodschappen ten aanzien van het publiek


De evolutie van persrecht naar mediarecht / van overheidsinmenging naar regulering
 Mediarecht is een moeilijk en complex proces geworden
o In de 19de eeuw: nog geen sprake van mediarecht
1

, o men dacht dat vrijheid van meningsuiting en persvrijheid het best
gewaarborgd kon blijven door afwezigheid van wetgeving en
overheidstussenkomst
o Eerst was er persrecht
 = de wetgeving over de communicatiemiddelen (op dat moment de
drukpers en vergelijkbaar met de drukpers) die op dat ogenblik de
massacommunicatie zijn
o In Belgische grondwet zijn er 3 belangrijke bepalingen over de drukpers
 Heel lang verandert er heel weinig voor mediarecht
o Oorzaak = omroepmonopolies door bv. staatsomroepen
 Hebben hun eigen regels maar zijn enkel relevant voor mensen die
werkzaam zijn binnen die sector
 Vanaf 1985 een ongelofelijke revolutie vanwege 2 zaken
o Technologische revolutie
 Zorgde voor de radio, tv, kranten
 (Van internet was er nog geen sprake)
 De klassieke ideeën waarop het recht gebaseerd is vallen eigenlijk weg
omdat mediarecht in grote mate gebaseerd is op 1 soort medium, 1
soort regelgeving, monofunctioneel
 Maar wij zijn op dit moment multifunctioneel
 = convergentie
o Bv. telenet niet enkel distributeur, maar ook
productiehuis, content providers, …
o Het aanbod van mediadiensten wordt ook steeds
persoonlijker en individueler
o Politieke/ideologische evolutie
 Onder invloed van Europees Unierecht aanzet gegeven tot
pluralistisch, geliberaliseerd medialandschap
 Nu ook commerciële radio’s en omroepen
  dus het economisch recht, mededingingsrecht wordt belangrijker
want de concurrentie moet gewaarborgd blijven


2

,  = recht met betrekking tot concurrentie
 het mediarecht staat in verbinding met het auteursrecht
o indien regels van toepassing zijn op toegangverleners, de regels van de
kanalane, moet je misschien ook rekening houden met auteurs, de
uitvoerders die zich bezighouden met het creatieve aspect
o  dus bij mediarecht kan ook het auteursrecht bijgenomen worden


Afbakening van het domein
 Mediarecht = het geheel van rechtsregels met betrekking op de
communicatievrijheid en massacommunicatiemiddelen
 Omvat 3 groepen regels
1. De regels die het grondrecht van de expressie- en de communicatievrijheid
waarborgen
2. Regels die verbodsbepalingen of beperkingen opleggen aan de expressie en
communicatievrijheid vanwege de media-inhoud
3. Regels met betrekking tot de organisatie en de exploitatie van de media als
communicator/zender
4. Regels met betrekking op de transmissie van de middelen en kanalen
 de kanalen waarmee de media-inhoud verspreid wordt
 de rechtsregels verschillen met de deontologische regels (of professionele regels)
o rechtsregels = algemeen geldend, richten zich tot iedereen en functioneren
top-down, de naleving wordt gesanctioneerd door de staat
 Max weber: de staat is een organisatie die 2 kenmerken heeft die zich
doet verschillen van anderen
 Monopolie staatsgeweld: overheid mag dwang gebruiken die 2
vormen aannemen: boete betalen of vrijheid beroven (alleen
de staat kan dit)
 Monopolie voor taksen (belastingen)
o Deontologische/professionele regels = niet gemaakt door wetgever, niet
algemeen geldend. De beroepsgroep maakt de regels vrijwillig, de sanctie is
een bepaalde vorm van vrijwilligheid


3

,  Men gaat ervanuit dat mensen die tot een groep behoren zich
identificeren met die groep en de code willen eren en een goede
reputatie hebben binnen de groep
 Gevoeligheid voor deontologie = sterk toegenomen
o Door strijd met het fake news en al wat daar mee te maken heeft, want dit
heeft te maken met journalistieke bewustzijn.
o  Prof Koen is bevreesd voor regelgeving van de staat over fake news
 Dit kan in sommige gevallen heel moeilijk zijn
 Zijn we dan niet weer een censor aan het maken?
 Het zou al een hele stap zijn als media inzet op fact checking
 Het schrijven van fake news waar niemand concreet slachtoffer wordt,
daar valt weinig aan te doen
 Spanning binnen het mediarecht: noodzaak tot regulering van de media en de
belangenconflict van de overheid op het domein van de vrijheid van expressie en
informatie


Vrijheid van meningsuiting als mensenrecht: de rationales
 Waarom is de vrijheid van meningsuiting zo belangrijk? (3 puntjes)
1. Voorwaarde voor democratie
o Vrijheid van meningsuiting is een grondwet
o 2 richtingen
 Noodzakelijk om een politiek debat te voeren, wat leidt tot politieke
actie
 Dat debat kan gevoerd worden in de krant, radio, televisie, maar ook
op straat
o Voorbeeld: klimaatmars
 Onmiskenbaar zetten zij klimaat op de agenda
 Dat is agendasetting  zonder vrijheid van meningsuiting zou dat niet
lukken
 Het betogen en spijbelen zijn vormen van vrijheid van
meningsuiting



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller San01. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.70. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

71498 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.70
  • (0)
  Add to cart