Dit is een volledige samenvatting van het vak Biologische Psychologie 2. De samenvatting omvat de slides + uitgebreide notities van de lessen (alle voorbeelden, veel uitleg). Met enkel deze samenvatting behaalde ik een 15/20 op het examen.
- Wat behandeld wordt in de les kennen → rest niet
- Handboek: Physiology of Behavior
- Voorkennis: Biologische psychologie I of gelijkwaardig
- Hoofdstukken 2, 3 en 5 in handboek om op terug te vallen
- Kernwoorden opgenomen in verklarende woordenlijst
- Richtlijn: wat behandeld wordt in de les is te kennen
- Afwijkingen in structuur & inhoud tov. handboek mogelijk!
Examen:
- Verhoogde cesuur
- Minimum 13/20
Inleiding
Structuren en functies
Situering van de cursus
❖ Biologische psychologie I (voorkennis):
➢ Evolutie en gedragsgenetica: overerfbaar DNA → fysieke structuren →
gedrag
• vb. heratibiliteit IQ geschat op 50%
➢ Micro- en macrostructuur van het zenuwstelsel
➢ Belangrijkste onderzoeksmethoden
❖ Biologische psychologie II: functies
➢ Inzoomen op processen in specifieke deelstructuren
• Zintuigen
• Motoriek
• Slaap en biologische ritmes
• Leren en geheugen
• Stress
➢ Uitermate breed en gespecialiseerd vakgebied; work in progress
1
,Sarah De Decker
2022-2023
• Helikopterzicht van belangrijkste functies
➢ Belang van netwerkstructuren
Netwerkstructuren: voorbeelden
Hier zijn twee neuronen die met elkaar communiceren → heel eenvoudig verhaal. De
psychische functies werken in netwerken. Netwerken zijn groepen van neuronen die met
elkaar communiceren met lussen die het soms complex kunnen maken.
Axon: de zender
Neuron B heeft dendrieten: ontvangers
Als neuron A een actiepotentiaal heeft, dan geeft die boodschapperstofjes vrij die worden
opgepikt door sleutelgatjes in dendriet van neuron B. Dat gaat de rustpotentiaal van neuron
B verschuiven. Een neuron in rust heeft een negatieve lading tov exterieur milieu.
Rond de -70 → wordt geprikkeld → wanneer er voldoende stimulatie is op neuron B gaat er
een bepaalde drempelwaarde bereikt worden → kettingreactie → depolariseren → daarna
opnieuw herstellen.
Hormonale communicatie: communicatie die niet specifiek is. Niet 1 cel wordt beïnvloedt. De
boodschap is niet specifiek
Neuronale communicatie: veel specifieker. Welbepaald doel, inhoud en timing. Veel
voordelen evolutionair gezien. Naurale communicatie is het ding dat u in staat stelt om op tijd
weg te lopen wanneer er ergens een leeuw is. Ofwel verstijf je, ofwel loop je weg. Neuronen
dienen om duidelijke beslissingen te maken precies in de tijd. Neuron A werkt niet perfect.
Neuron A geeft niet alleen een actiepotentiaal wanneer die dat echt moet doen. Af en toe
maakt die eens een fout. In ZS heb je controlemechanismen om te vermijden dat je niet
alleen blijft staan wanneer leeuw komt. Ofwel ‘JA’ ofwel ACTIEF ‘nee’. De actief nee zeggen
verschilt van passief nee zeggen. Wanneer neuron A per ongeluk een puls geeft aan B →
dan geeft dat geen actiepotentiaal. Het feit dat al die cellen zo veel energie geven aan zo’n
systeem wilt zeggen dat dat evolutionair een heel groot nut heeft.
2
,Sarah De Decker
2022-2023
❖ eenvoudige keten met weinig afsplitsingen: 1 neuron in laag A, 1 neuron in laag B…
dus geen convergentie (VB. ruggenmerg)
➢ snelste manier van communicatie
❖ convergentie: meerdere neuronen in laag A die allemaal projecteren op 1 neuron in
laag B
➢ convergentie: de cel kan een optelsom maken van alle info uit laag A
(kwantitatieve integratie)
➢ kwalitatief: info van hoe de ogen bewegen. Je moet weten of de bewegingen
op de retina het gevolg is van beweging van u ogen of van de bewegingen
buiten u.
➢ Convergentie is er in meer of mindere mate → is er altijd in een bepaalde
mate. Convergentie kan heel groot zijn of gering zijn.
3
, Sarah De Decker
2022-2023
❖ In laag A en laag B evenveel neuronen: er is geen convergentie (het is niet zo dat ze
in laag B met minder zijn dan in laag A). Er is een herverdeling van de informatie.
❖ Divergentie: 1 neuron dat naar minstens 2 neuronen projecteert (VB. piramidale
neuronen → neuronen die op hun beurt 1000en spiervezelcellen kunnen
beïnvloeden). Enerzijds projectie naar cortex en andere naar cerebellum.
Feedbacksysteem: Neuron C wordt geexciteerd door neuron A. Als neuron A vuurt, dan
neemt de kans toe dat C gaat vuren. En dan neemt de kans ook toe dat neuron B gaat
vuren. Maar neuron C heeft een inhibitoire invloed op datzelfde neuron A.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sarahdd29. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.