Samenvatting van Architectuurtheorie 1 gegeven door Elizabeth Merill aan Ugent, Burgerlijk ingenieur architect. Engelse cursus, maar Nederlandse samenvatting omdat examen ook in Nederlands mag worden ingevuld.
Vitruvius and the Birth of Architectural Theory
=> wat is architectuur en hoe is deze gedefinieerd?
1. Architecture and the other arts
1.1 Definitie van het woord
Het woord “art” is belangrijk door de betekeniswijziging.
Today: art = creative practice, to a degree concerned with beauty or artifice
- associated with aesthetics and taste, genius, originality and creative imagination.
=> Kunst vandaag gaat over kunstzinnigheid. Dit begrip van “art” is relatief modern (18de eeuw, verlichting) en heeft
te maken met de eerste kunstacademies.
In its origins: ars = a skill that is learned, something reachable, bound by experience and rules.
=> “Ars” in het Latijn verwees naar een skill die werd aangeleerd. De panelen tonen verschillende beroepen (dokter,
astroloog, bouwer (architect)) als voorbeelden van “art”.
1.2 Aristotle, Metaphysics (I.1, 980a1-982a)
=> deze tekst geeft een fundamentele definitie over het concept “art”.
In alinea 1 maakt Aristoteles een onderscheid tussen “art” en “experience”.
- Experience: wanneer je kan oordelen dat iemand ziek is (≈ praktijk)
- Art: wanneer je ook een remedie / oplossing hebt voor de grote massa tegen die ziekte (hier : medicijnen) (≈ theorie)
=> beide gaan hand in hand (zie alinea 2)
In alinea 2 :
- hij stelt mens tegenover natuur
- kunst tegenover natuur
- stelt hij dat “experience” niet ondergeschikt is aan “art”:
ervaring (en theorie…) is beter dan enkel theorie. Bv: Enkel theorie kennen => erkent de ziekte maar weet geen
oplossing. Praktijk en theorie moeten samengaan volgens Aristoteles; je hebt enerzijds ervaring nodig en anderzijds
moet je ook achterliggende theorie (art) kennen.
I. enerzijds de mensen die les kunnen geven, kennis kunnen overdragen, mensen die “het waarom” weten ( ≈
“art”)
II. anderzijds de “practician”, de “manual workers” die “experience” hebben. Hij maakt onderscheid tussen
“special knowledge” = “knowledge gained by experience” en “knowledge of principles”. Ook tussen “manual
labor” en “intellectual labor” wordt onderscheid gemaakt.
1.3 Hierarchy of the arts, in the classical tradition
o.b.v. de graad van intellectuele arbeid die ervoor nodig is. In deze context beschouwen we art als een “knowledge
based craft”.
I. Poetry is de hoogste kunstvorm
II. logica en retorica.
III. muziek (ivm dans en muziektheorie)
IV. visuele kunsten: toch enorm gevierd, ondanks de maker geen theoreticus was
1
,1.4 The artes liberales – 7 “liberal arts”
as given by Martinus Capella, De nuptiis philologiae et Mercurii (5th century AD)
(gebasseerd op de ideeën van de oude filosofen(Plato, Cicero,…)
“humanity”: vrije man die los is van zorgen om geld, de marktplaats of productie staat centraal.
triëdem/ trivium quatridiem/quadrivium
grammar arithemetic
rhetoric geometry
logic astronomy
musical theory
Afleidingen van dit model met andere combinaties & hiërarchie bestaan:
- verschilt enorm met moderne interpretatie van de “fine arts”: gefocust op wetenschap ipv het visuele. => Dit
systeem strekte zich tot de 12de eeuw uit in het onderwijs en de liberal arts vormden de basis voor curricula
voor universiteiten. = intellectuele discipline
- De visual arts / crafts werden daarentegen in artistieke gildes aangeleerd. De schilder werd bijv.
geassocieerd met een drogist, omdat ze beide pigmenten maakten. De architect toonde verwantschap met
de timmerman etc.
1.5 Hugo St. Victor, Didascalion (1143-1141)
“7 mechanical or productive arts” ≈> 7 vrije kunsten.
=> te maken met praktijk en praktische waarde.
De visual arts vallen bijna volledig onder de mechanical arts.
“liberal arts” VS “mechanical arts”
Duidelijke opslitsing: minachting voor “mechanical arts”, voor “imitatie” of “skills” en voor manueel werk. Niet
gestuurd door een “higer purpose”. Geen overlap vermeldt, toch is die er. Deels door Aristoteles die de de theoretici
hoger plaatst, ookal waardeert hij het praktijkgerichte wel.
Gevolgen voor de maatschappij en het sociale: de educatie wordt helemaal losgetrokken van elkaar. “liberal arts” =
de universiteit, elitebehandeling, les in Latijn en Grieks, geen handenarbeid. “mechanical arts” = lagere klasse,
ongeletterd, naar gilde of workshop ipv school
→ architectuur (+-1200):
- lage status door gebrek aan eigen theoretisch framework.
- Mechanical & productive art.
- Opmerkelijk ≠ ‘fine arts’ (zoals poetry, painting, sculpture etc.)
- een “craft” zonder artistieke waarde.
- Uitzondering: sommige oude teksten worden ook architecten gevierd.
1.6 Etymologie van ‘architect’
Greek: arkhitektōn
“arkhi-” (“chief” or “principal”) + “tektōn” (“builder,” or “technician”)
Wat is een meesterbouwer/builder?
- Sterke connotatie
- Vroeg gevierde architect: “Hero of Alexandria” die ook theoretische kennis
had en een invloedrijke denker was.
2
,1.7 Architect as creator – deus Artifex
Plato: Timeaus, 28c (c. 400 BC)
- theorie van de oorsprong van het universum
- universum = handwerk van goddelijk handwerklied
- Chaos weggewerkt, orde niet toevallig maar gevolg van intellect.
- antropomorfisch voorgesteld in de figuur van de “divine craftsman”, die een wereld
plant en construeert.
Demiurge: een scheppende godheid of goddelijke ambachtsman die verantwoordelijk is voor de schepping van
het fysieke universum.
1.8 Christelijke theologie (=godgeleerdheid)
God = “the great Architect of the universe”
Thomas van Acquino, Summa Theologica (c. 1265-1274)
- creëren begint bij een idee, niet bij handwerk => designproces begint in het hoofd
- analogie van architect: (1) architect ontwerpt een plan van huis (2) daarna bouwen
- volgt conceptie dat het universum gecreëerd is door een hogere orde (God of andere)
Beroemde afbeelding:
- Passer in de hand; God als een architect vd wereld
- oude vbn waar architekton(meesterbouwer) een belangrijke positie had
- De belangrijkste tekst binnenin deze traditie is die van Vitruvius.
2. Marcus Vitruvius Pollio
2.1 De architectura libri decem (c. 25 BC)
Supposedly “re-discovered” in 1416 by Poggio Bracciolini
-
10 boeken zijn ongelooflijk belangrijk
-
Vertellen de historie van Rome en werkwijze vn architecten + de historie van alle architectuur die hierop
verder bouwt
- Bij het bestuderen van architectuur is dit boek een vertrek- ankerpunt: raakt veel zaken
- beschrijft alles wat hij verstaat onder “architectuur”: training van architect, types bouwmaterialen, publieke
plekken, theaters, pleinen, private gebouwen, watertoevoer…
- Schrijft traktaat, is uitzonderlijk om 3 redenen
1) enige traktaat dat de oudheid onderzoekt; veel inzicht in bouwwijzen en bouwvormen
2) definieert architectuur, voorbij “Het” idee van hedendaagse gedachten over architectuur bv: nu geen
hydrologie omvat of machine-design
3) levend werk: voortdurend bijgewerkt door andere architecten in het verleden
- De overdracht en het begrijpen van deze tekst werd bemoeilijkt omwille van 3 zaken
1) Terminologie; schreef in vernaculair Grieks / Latijn door elkaar, enkel voor elite (moeilijk)
2) Gebruik van ongekende termen
3) Gebrek aan illustraties (zeker in versies voor 15de E), “echte communicatie” was moeilijk
Wie was Vitruvius ?
- weinig geweten
- architect in het leger voor Caesar, bouwde bruggen, aquaducten, watertoevoer etc.
- relatief onsuccesvol => vaak technische / utilitaire projecten
- ontwierp één portaal, maar in zijn omgeving niet enorm gevierd (
- daarom schreef hij boek; zichzelf meer roemrijk maken
3
, - Hij was klein, oud en lelijk zegt hij, maar ook loyaal en eerlijk; 2 goede eigenschappen voor een architect.
- Waarom schreef hij de boeken?
o het belang van de architectuurdiscipline te vestigen
o om onsterfelijk te worden, om een plek in de (architectuur)geschiedenis op te eisen. => Tekst (en
gebouwen) waren manieren om een legacy te creëren; deze zaken leefden verder na je dood.
2.2 10 boeken/ hoofdstukken
=> ietwat systematisch opgedeeld; vele hoofdstukken neemt hij omzwervingen, bochten van 90 graden voor hij
terug tot zijn onderwerp komt etc., hij is namelijk geen schrijver maar een praktiserend architect.
BOEK 1
- een toewijding aan zijn opdrachtgevers
- legt uit wat zijn boek inhoud + doel
- bouwen = manier om een legacy te creëren en monumentaal te worden. Bij Keizers, maar ook grotere
groepen.
- een boek vol regels die als hulp bij het bouwen kan dienen
inhoud
de architect, zijn opleiding, de principes van architectuur en over gebouwen en hun constructie. Hij behandelt er ook
stadsplanning.
We gaan het over enkele sleutelsecties in het boek hebben: Boek 1, over de educatie van de architect en over de
esthetische principes van architectuur.
Sleutelsecties
I. de opleiding van de architect.
- Een combinatie van theoretische onderlegging en praktische ervaring
= noodzakelijk om (h)erkenning en ambities snel te verwerven & voltooien.
- omdat de architect niet alleen ‘gebouwen’ bouwt, maar steden en een gemeenschap vorm geeft
- intrinsiek talent nodig en zin om te leren(natuurlijke aanleg ≠ voldoende of motivatie zonder talent)
- verschillende competenties: architect is een “alleskunner” die van elke studie iets kent. Bijna je levenslang naar
school gaan, niet gewoon een ‘craft’
- Vitruvius toont architectuur als kunst in de klassieke betekenis van het woord (“liberal art”)
II. de esthetische principes (tot in de 19de E aangepast, herdacht en herschreven)
= het hart van zijn traktaat
- 3 benodigdheden zijn voor architectuur:
1) firmitas (sterkte); statica en constructie
2) utilitas (gebruik / nut van gebouwen en hun succesvol functioneren)
3) venutas (schoonheid): esthetica, proportie, etc. (nog 6 categorieën)
o Planning (ordinatio): proportioneren van het gebouw in zijn individuele delen en symmetrie van het totaal.
o Projection (disposition): effecten wanneer je de delen samenvoegt in een coherent geheel.
o Harmonie (eurythmia): balans
o Symmetrie (symmetria) proporties tot een coherent geheel
o Décor: idee dat structuur en functie het ornament reflecteren.
o Bv: Dorische orde voor een Dorische tempel, omwille van functie, gebruik en doelpubliek van die tempel.
(=zowel esthetica, symboliek als betekenis van architectuur)
o Distribution: materialen, bouwkosten (utility)
=> overlap(overkoepelend begrip) = proportie als bepalend element (boek 3!)
BOEK 2
- de evolutie van architectuur en bouwmaterialen: op zoek naar de origine van architectuur => oorspronkelijk:
bescherming bieden tegen de elementen.
- De eerste architectuur: dus hutten, nesten etc. => natuurlijke vormen kan afleiden.
- Architectuur losgekoppeld van de negatieve connotatie: eerste vorm van kunst, hoger geplaats in de hiërarchie
van de kunst. (andere visie die tijd; de mechanical arts onderaan de ladder)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lorevanleeuw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.52. You're not tied to anything after your purchase.