100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting boek Inleiding Psychologie $6.76
Add to cart

Summary

Volledige samenvatting boek Inleiding Psychologie

 36 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Volledige samenvatting boek Inleiding Psychologie, alle belangrijke begrippen en samenvattingen van elk hoofdstuk zijn toegevoegd

Preview 4 out of 51  pages

  • Yes
  • February 14, 2023
  • 51
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Inleiding Psychologie Samenvatting Boek
Week 1 (H1+H2+H3)
HOOFDSTUK 1 GEEST, GEDRAG EN PSYCHOLOGISCHE WETENSCHAP

Kernvraag 1.1 Wat is psychologie en wat is het niet?
Kernconcept 1.1: Psychologie is een breed veld, met veel specialismen, maar in wezen is
psychologie de wetenschap van gedrag en geestelijke processen

Psychologie: wetenschap van gedrag en mentale processen > beslaat het hele terrein van het
menselijk gedrag en de geestelijke processen, van hersenfuncties tot sociale interacties

Drie soorten psychologen:
Experimenteel psycholoog: psycholoog die onderzoek doet naar elementaire psychologische
processen - in tegenstelling tot een toegepast psycholoog
Docent psychologie: psycholoog met als primaire taak het geven van onderwijs op bijvoorbeeld
een hbo- of bacheloropleiding of universiteit
Toegepast psycholoog: psycholoog die de door experimenteel psychologen vergaarde kennis
gebruikt om problemen van mensen op te lossen.

Psychiatrie: een medisch specialisme dat zich richt op de diagnose en behandeling van mentale
stoornissen

Pseudopsychologie: niet-onderbouwde psychologische aannamen die als wetenschappelijke
waarheden worden gepresenteerd

Vaardigheden voor kritisch denken: dit boek legt de nadruk op zes kritische denkvaardigheden,
gebaseerd op de volgende vragen: Wat is de bron? Is de bewering redelijk of extreem? Wat is het
bewijsmateriaal? Kan de conclusie zijn beïnvloed door bias? Worden veelvoorkomende
denkfouten vermeden? Zijn voor het oplossen van het probleem verschillende invalshoeken
nodig?

Anekdotisch bewijsmateriaal: getuigenissen die de ervaringen van iemand of enkele personen
schetsen, maar ten onrechte voor wetenschappelijk bewijs worden aangezien

Bias: een vooroordeel, vervorming of vertekening van een situatie, meestal op basis van
persoonlijke ervaringen en waarden

Emotionele bias: de neiging om oordelen te vellen gebaseerd op attitudes en gevoelens, in
plaats van op een rationele analyse van het bewijsmateriaal

Con rmation bias (bevestigingsbias): de neiging om informatie die niet bij je opvattingen
aansluit te negeren of te bekritiseren en om in plaats daarvan informatie te zoeken waar je het wel
mee eens bent

Kernvraag 1.2 Wat zijn de zes belangrijkste perspectieven in de psychologie?
Kernconcept 1.2: Zes belangrijke perspectieven domineren het snel veranderende veld van de
moderne psychologie: het biologische, cognitieve, behavioristische, whole-person, ontwikkelings-
en socioculturele perspectief. Alle kwamen ze voort uit radicaal nieuwe ideeën over geest en
gedrag
1. Biologisch perspectief: het psychologische perspectief dat de oorzaken van gedrag zoekt in
het functioneren van de genen, de hersenen en het zenuwstelsel en hormoonstelsel
(Descartes) (nature)

Neurowetenschap: het vakgebied dat zich richt op begrip van hoe de hersenen gedachten,
gevoelens, motieven, bewustzijn, herinneringen en andere mentale processen creëren




fi

, Evolutionaire psychologie: een relatief nieuw specialisme in de psychologie dat gedrag en
mentale processen beschouwt op basis van hun genetische aanpassingen aan overleving en
voortplanting

2. Cognitief perspectief: een van de belangrijkste psychologische perspectieven, waarbij de
nadruk ligt op mentale processen, zoals leren, geheugen, perceptie en denken als vormen van
informatieverwerking (Wundt)

Introspectie: beschrijving van je eigen innerlijke, bewuste ervaringen

Structuralisme: historische stroming binnen de psychologie die de basisstructuren van de geest
en de gedachten trachtte te ontrafelen. Structuralisten zochten de ‘elementen’ van de bewuste
ervaring (Titchener)

Gestaltpsychologie: concentreerden zich op het geheel van onze bewustzijnservaringen als meer
dan de som van de delen en probeerden te begrijpen hoe we ‘perceptuele gehelen’ vormen (het
geheel is meer dan de som van de delen)

Functionalisme: historische stroming binnen de psychologie die meende dat psychische
processen het beste begrepen kunnen worden in het licht van hun adaptieve nut en functie
(James)

3. Behavioristisch perspectief: een psychologische invalshoek die de bron van onze
handelingen zoekt in stimuli vanuit de omgeving, in plaats van innerlijke mentale processen
(nurture)

Behaviorisme: een historische school die ernaar streefde om van de psychologie een objectieve
wetenschap te maken die zich alleen op gedrag richtte (en niet op mentale processen)

4. Perspectieven vanuit de gehele persoon (‘whole person’): een aantal psychologische
perspectieven die draaien om een globaal inzicht in de persoonlijkheid, waaronder de
psychodynamische psychologie, humanistische psychologie en psychologie van
karaktertrekken en temperament.

Psychodynamische psychologie: een benadering die de nadruk legt op het begrijpen van het
menselijk functioneren in termen van onbewuste behoeften, verlangens, herinneringen en
con icten (Freud)

Psychoanalyse: een benadering van de psychologie die is gebaseerd op de veronderstellingen
van Freud, die de nadruk legt op onbewuste processen. De term verwijst zowel naar Freuds
psychoanalytische theorie als naar zijn psychoanalytische behandelmethode

Humanistische psychologie: een klinische benadering die de nadruk legt op de mogelijkheden,
groei, potentie en vrije wil van de mens

Psychologie van karaktertrekken en temperament: een psychologisch perspectief dat gedrag
en persoonlijkheid ziet als de producten van fundamentele psychologische kenmerken

5. Ontwikkelingsperspectief: onderscheidt zich door de nadruk op erfelijkheid en omgeving, en
op voorspelbare veranderingen die zich voordoen tijdens de levensloop

6. Sociocultureel perspectief: legt de nadruk op het belang van sociale interactie, sociaal leren
en een cultureel perspectief

Cultuur: een complexe mis van taal, opvattingen, gewoonten, waarden en tradities die wordt
ontwikkeld door een groep mensen en die wordt gedeeld met anderen in dezelfde omgeving






fl

,Crosscultureel psycholoog: een psycholoog die werkt in dit specialisme is geïnteresseerd in de
manieren waarop psychologische processen verschillen tussen mensen van verschillende
culturen

Holisme: visie die totaliteit altijd belangrijker vindt dan de som der delen




Kernvraag 1.3 Hoe vergaren psychologen nieuwe kennis?
Kernconcept 1.3: Net als onderzoekers in alle andere vakgebieden gebruiken psychologen de
wetenschappelijke methode om hun ideeën empirisch te toetsen

Wetenschappelijke methode: een uit vier stappen bestaande procedure voor empirisch
onderzoek van een hypothese, waarbij de omstandigheden zo zijn gekozen dat vooroordelen en
subjectieve oordelen worden uitgesloten

Empirisch onderzoek: onderzoeksbenadering waarbij gegevens worden verzameld door middel
van objectieve informatie uit de eerste hand, gebaseerd op sensorische ervaring en observatie

Theorie: toetsbare verklaring voor een aantal feiten of observaties

Hypothese: voorspelling van de uitkomst van een wetenschappelijk onderzoek; een bewering
over de relatie tussen variabelen in een onderzoek

Variabele: in deze context: element dat van invloed is op hetgeen onderzocht wordt (zoals
geformuleerd in de onderzoeksvraag of hypothese)

Operationele de nitie: objectieve beschrijving van een concept dat bij een wetenschappelijk
onderzoek hoort. Operationele de nities kunnen concepten die worden bestudeerd herformuleren
in gedragsmatige termen (angst kan bv. operationeel worden gede neerd als ‘zich van een
stimulus af bewegen). Operationele de nities zijn ook exacte omschrijvingen van de manier
waarop een experiment moet worden uitgevoerd en waarop belangrijke variabelen moeten
worden gemeten (aantrekkingskracht kan bijvoorbeeld meten door de hoeveelheid tijd die iemand
naar een ander kijkt)

Data: informatie, in het bijzonder gegevens die door een onderzoeker zijn verzameld en die
worden gebruikt om een hypothese te toetsen (enkelvoud: datum)

Experimentele conditie: omstandigheden waaraan de leden van de experimentele groep tijdens
de speciale behandelingen worden blootgesteld




fi fi fi fi

, Experimentele groep: proefpersonen die worden blootgesteld aan de speciale behandelingen die
men onderzoekt

Controleconditie: omstandigheden waaraan de leden van de controlegroep tijdens het
experiment worden blootgesteld. Deze condities zijn op bijna elk onderdeel identiek aan de
experimentele conditie, met uitzondering van de speciale behandeling, die alleen de
experimentele groep ontvangt

Controlegroep: proefpersonen die worden gebruikt als vergelijkingsmateriaal naast de
experimentele groep. De controlegroep krijgt niet de speciale behandeling waar men meer over
wil weten

Onafhankelijke variabele: variabele die zo genoemd wordt omdat de onderzoeker hem
onafhankelijk van alle andere, zorgvuldig gecontroleerde experimentele omstandigheden kan
manipuleren

Afhankelijke variabele: de variabele die wordt gemeten of geobserveerd. Binnen een experiment
wordt de afhankelijke variabele door het manipuleren van de onafhankelijke variabele beïnvloed.
De eventuele variatie in de waarde van de afhankelijke variabele is het e ect waarin de
onderzoeker geïnteresseerd is

Randomisering: procedure waarbij volledig door het toeval wordt bepaald of proefpersonen aan
de experimentele groep of aan de controlegroep worden toegewezen; kan ook betrekking hebben
op een procedure waarbij de volgorde waarin de stimulus wordt aangeboden volledig door het
toeval wordt bepaald.

Signi cant: een statistische term die aangeeft dat het waarschijnlijk is dat het waargenomen
e ect niet door toeval is ontstaan, maar door de onafhankelijke variabele te veranderen

Repliceren: een onderzoek opnieuw uitvoeren om te zien of dezelfde resultaten worden
verkregen. Om bias uit te sluiten wordt replicatie vaak gedaan door iemand anders dan de
onderzoeker die het oorspronkelijke onderzoekt uitvoerde.

Experiment: type onderzoek waarbij de onderzoeker gebruikmaakt van vergelijkbare groepen en
alle omstandigheden controleert en rechtstreeks manipuleert, inclusief de onafhankelijke variabele

Correlatieonderzoek: vorm van onderzoek waarbij de relatie tussen variabelen wordt bestudeerd
zonder een onafhankelijke variabele in een experiment te manipuleren. Uit correlatieonderzoek
kan geen oorzaak-gevolgrelatie worden afgeleid

Geen correlatie: een correlatiecoë ciënt die aangeeft dat de variabelen geen relatie hebben

Positieve correlatie: een correlatiecoë ciënt die aangeeft dat de variabele tegelijkertijd in
dezelfde richting variëren: als de ene variabele groter/kleiner wordt, verandert de andere in zelfde
richting

Negatieve correlatie: een correlatiecoë ciënt die aangeeft dat variabelen tegelijkertijd in
verschillende richtingen variëren: als de ene variabele groter wordt, wordt de ander kleiner

Survey: techniek die wordt gebruikt bij correlatieonderzoek. In een survey worden mensen
gevraagd te reageren op een van tevoren vastgestelde lijst van mondeling gepresenteerde
kwesties

Natuurlijke techniek: vorm van correlatieonderzoek waarbij gedrag van mensen of dieren in
eigen omgeving wordt geobserveerd

Gevalstudie (casestudy): onderzoek van een enkel object (of een zeer gering aantal objecten)





ff

fi ffi ffiffi ff

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pimelting. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.76. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.76
  • (0)
Add to cart
Added