Politieke communicatie
Les 1: Introductie
Wat is politi eke communicati e?
Graber (2005): “The construction, sending, receiving and processing of messages that potentially
have a significant direct or indirect impact on politics. The sender or receiver may be politicians,
journalists, members of interest groups, or citizens”
Chaffee (1975): “Political communication is about the role of communication in a political process”
deze definitie verklaart dat het fenomeen iets heel breed is.
Zowel een persconferentie van een politicus die wordt uitgezonden of verslagen op televisie als de
gewone mensen die een protest houden behoren tot politieke communicatie. De mogelijkheden om
aan politieke communicatie te doen zijn enorm vergroot. Communicatie is meer hybride. Een
krantenbericht over een politieke boodschap (vb: een mars) wordt gedeeld op een persoonlijke
Facebook-pagina. Er zijn verschillende lagen van politieke communicatie. Het wordt ingewikkelder,
veelzijdiger, maar ook interessanter om te onderzoeken hoe de boodschap tot de ontvanger geraakt.
Hoe sociale media integreren in de verhouding tussen:
Media
Politiek
Publiek
Sociale media kan overal worden aan vastgebonden. Sociale media bestaat niet zonder het publiek.
Maar politici kunnen het als propaganda middel gebruiken. Ook de media kunnen het gebruiken hun
nieuws te delen. We moeten sociale media zien als iets van een andere orde, die los staat van deze
onderverdeling. Sociale media kan ook worden gebruikt om interesses en gewoonten te linken aan
politieke standpunten (recent onderzoek dus nog niet zeer valide).
7 stellingen – observati es
1. Politieke communicatie raakt de kern van politieke wetenschappen
De democratie wordt beschouwd als de kern van de politieke wetenschappen. De meest liberale
democratieën worden gekenmerkt door vrije pers. Er is bijna een perfecte relatie te vinden tussen
volle democratieën en landen waar de media hun mening mag delen. Landen waar burgers vrij zijn,
zijn normaal gezien ook de landen waar de pers vrij is. Er is een wisselwerking. De media heeft een
bepaalde rol in een democratie.
Democratie onder druk? Doorheen de afgelopen 30 jaar worden meer een meer landen
gecategoriseerd als niet vrije landen. Trump is een voorbeeld van de tendens in de Westerse wereld.
Hij keurt het aan banden leggen van media in bijvoorbeeld Polen en bepaalde Arabische landen
goed. Het is opvallend dat ook een Westers land zich positief positioneert tegenover een strenger
mediabeleid.
Heden wordt gekenmerkt door een druk op journalisten. De journalisten staan meer dan ooit onder
druk. Het is bijna gevaarlijk om bericht te geven. Maar tegelijkertijd is de journalistiek nog nooit zo
goed en kritisch geweest.
1
,Bijvoorbeeld: de moord op Jamai Khashoggi. Dit voorbeeld weerspiegelt de groeiende kritiek vanuit
de media en de reactie hierop in autoritaire samenlevingen. Ook de video weerspiegelt de kracht van
communicatie en journalistiek. Via video’s kan men de volledige laatste uren van Khashoggi
reconstrueren.
2. Ongenoegen over media is van alle tijden
Politici vallen media ‘de laatste tijd’ vaker aan. Maar de kritiek op media bestaat al veel langer. Ze
stellen dat ze op de man spelen, onwaarheden vertonen en onnodige kritiek hebben. Villa Politica
zag men als de oorzaak van het verloederen van de media. Ook al werd er rechtstreeks uitgezonden
wat er in het parlement plaatsvindt, hebben politici daar kritiek op. Politici voelden de druk
entertainment te zijn en one-liners te halen, …
Is deze kritiek op de media een probleem? “Everyone in a democracy is a certified media critic, which
is as it should be” (Schudson, 1996). Kritisch kijken naar de media is geen probleem. Dit zou iedereen
ook moeten leren.
Het debat over de media leeft ook onder onderzoekers. Er is een tegenstelling tussen optimisten en
pessimisten.
3. Objectief nieuws bestaat niet
Media claimen objectief te zijn en consumenten verwachten dat media dit zijn. Verschillende
merknamen kunnen eenzelfde artikel plaatsen, maar er wordt een andere kop op geplaatst. Deze
kop bepaalt de toon van het artikel. En het bepaalt ook wat er wordt onthouden. Het lijkt dan over
andere dingen te gaan, maar dat is niet. Dit maakt duidelijk dat nieuws niet objectief is, er is een
bepaalde visie op de werkelijkheid ≈ framing.
De kop van een artikel kan online ook veranderen. Er wordt daarmee geprobeerd te achterhalen
welke kop de meeste ‘clicks’ opbrengt.
Journalisten zijn vaker bewust van hun bijdrage aan het perspectief van een artikel. Maar is het
haalbaar objectief te zijn? Het is haalbaar om te trachten verschillende meningen te bekijken en zo
neutraal mogelijk te berichten. Maar objectiviteit is niet haalbaar.
4. Politieke macht van de media wordt overschat
Media kan veel invloed hebben als het gaat over schandalen etc. Media-macht is enkel een zichtbare
‘oorzaak’. Er zijn bepaalde voorwaarden die bepalend zijn voor het gevolg van een politieke partij of
politicus. Bijvoorbeeld: man <> vrouw; seksueel misdrijf <> fraude
5. Media-invloed = empirische vraag
Wetenschappelijk debat: minimal effect hypothesis <> powerful mass media
Uitdagingen:
1. Alomtegenwoordigheid van (nieuwe) media
2. Mediatisering: politiek past zich aan
6. Politieke communicatie is systeem gevoelig
In België is er sprake van een politiek media systeem. Dit is historisch gegroeid, afhankelijk van
bepaalde kenmerken (bijvoorbeeld: openbare omroep). In de VS is er geen openbare omroep, en de
verhouding tussen media en politiek ligt daar anders. Er wordt enorm veel onderzoek gedaan in de
2
,VS MAAR de VS zijn vaak een oultiner in plaats van de norm. Belangrijk is dus om bij onderzoek naar
het land van herkomst te kijken.
VS: wantrouwen in de wetenschap en de media ligt enorm hoog in het republikeinse kamp. Ze zien
universiteiten en media als linkse bolmerken. Dit fenomeen wordt versterkt door video’s die online
circuleren over professoren. Het zijn gekleurde uitspraken waarbij de context weg is gehaald. Al dit is
terug te koppelen aan de polarisering in de VS.
7. Nieuwe media is niet het einde van de klassieke media maar het begin van hybriditeit
Nieuwe media zijn ook in staat nieuws en populariteit uit te dragen. VB is hier een pionier in. Zij
mochten al langer niet adverteren in kranten (kranten zijn privébedrijven dus mogen dit beslissen).
Daarom zijn zij sneller op adverteren via nieuwe media gesprongen.
Founding fathers
Machiavelli: wordt gezien als de eerste spindoctor. Zijn visie is dat je moet kiezen tussen geliefd of
gevreesd worden. Heeft een cynische kijk op politiek en macht.
Walter Lippmann: waarom kijken mensen op een bepaalde manier naar bepaalde groepen mensen?
Hoe bestaan beelden in onze hoofden en hoe is de werkelijkheid? Hoe ontstaan deze beelden zo in
onze hoofden?
Harold Laswell: onderzoekt wie wat verteld en welk effect dit heeft op de ontvanger
Paul Lazersfeld: “The people’s choice”: eerste media-verkiezingsstudie. Stelt vast dat mensen niet zo
sterk worden beïnvloedt door de media. De achtergrondkenmerken van een persoon zijn veel
bepalender (gender, woonplaats, opleidingsniveau)
McQuail en Blumler: worden gezien als de eerste politieke boeken
Theorieën
1. Normatieve theorieën over (democratische) rol van de media
2. Theorieën over nieuwsproductie
3. Media-effect theorieën
4. Informatieverwerking
5. Mediatisering van de politiek
6. Politieke agenda-setting
Methoden
1. Kwantitatief
2. Kwalitatief
3. Combinatie van beide
Dimensie 1: media zijn de belangrijkste bron van informatie voor de mensen.
Dimensie 2: media zijn politiek onafhankelijk. Als de media niet onafhankelijk zijn dan is de
invloed van media op politiek miniem.
Dimensie 3: media bepalen zelf hun format en inhoud.
Dimensie 4: politieke actoren en processen passen zich aan de media en haar logica aan.
De eerste drie dimensies kunnen worden gezien als voorwaarden voor dimensie 4.
Eerste fase
Is deze fase in Vlaanderen voldaan? Langs de aanbod zijde is er een stijging in hoeveelheid nieuws en
duiding. Langs de vraagzijde zien we dat burgers leren over politiek vooral via media en nieuws.
Reuters instituut:
Online (inclusief: sociale media en nieuwssites) en televisie zijn de voornaamste
nieuwsbronnen.
Traditionele media worden nog steeds vaak geraadpleegd. Online nieuws is dus niet het
einde van traditionele media. Sterker zelfs, online nieuws dat wordt opgezocht is nog heel
klassiek. Men zoekt de traditionele media online op (HLN online, VRT NWS, …).
Tradtitionele media nog steeds sterk online, maar er is ook een groep mensen die nieuws
volledig links laat liggen en een groep mensen die alternatieve media raadplegen
(voornamelijk rechts)
Tweede fase
De kranten volgden een partijdige logica in de naoorlogse periode. De voorkeur voor een partij was
expliciet. De slogan en ondertitels van een krant maakten dit duidelijk. Bijvoorbeeld Het Volk: het
antisocialistisch dagblad en De Standaard: AVV-VVK.
Er is een geleidelijke ontzuiling. Dit proces hangt af van de politieke voorkeur van de krant, de
verkiezingsberichtgeving, de financiële banden en dubbelfuncties (journalist en lid van een politieke
partij)
1. 1960: Stemadvies vanuit kranten, negatief tegenover tegenstanders, gratis propaganda
ruimte, geen scheiding tussen gewone berichtgeving en opinie.
2. 1975: Er is nog steeds een duidelijke voorkeur voor een partij, maar die is minder sloganesk
en er is geen expliciet stemadvies meer.
3. 1985: Voorkeur wordt niet meer voor de vierkiezing uitgesproken maar eerder erna,
voorkeur zit tussen de regels in, minder lof over voorkeurpartij maar ook weinig kritiek
4. 2000: Partijdigheid is weg. Zowel positieve als berichtgeving is zo goed als verdwenen. De
voorkeur van kranten ligt nu meer op het niveau van personen.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SiegeVG. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.58. You're not tied to anything after your purchase.