Een agrarisch-urbane samenleving
In de periode 1050-1300 veranderde de samenleving in de Nederlanden ingrijpend. Het huidige
Nederland en een deel van België lagen in het Heilige Roomse Rijk. Dit rijk werd op feodale wijze
bestuurd, met een netwerk van leenmannen, met de keizer van het Roomse Rijk als hoogste
leenheer. De leenmannen kregen grond van de leenheer in ruil voor bescherming aan de leenheer.
Vanaf de 11e eeuw werd de landbouw productiever. Dit had drie oorzaken. Ten eerste begonnen
steeds meer mensen land te bebouwen, ten tweede ontstond het drieslagstelsel, dit was een stelsel
door een graanakker zo nuttig mogelijk te gebruiken. Ten derde kwamen er nieuwe technieken op
om de grond te bewerken, zoals een betere ploeg. De hogere productie maakte bevolkingsgroei
mogelijk. Zo hoefde niet iedereen meer op het land te werken, en ontstond er specialisatie, en
daardoor gingen mensen meer handelen. En door die handel kwam er een toename in
verstedelijking. Ook door die handel was er een behoefte aan geld als ruilmiddel. Zo kwam een
monetaire economie tot ontwikkeling. Er ontstond een agrarisch-urbane samenleving.
Het succes van steden
De opkomst van steden zorgde voor politieke veranderingen. Om hun economische en politieke
belangen te beschermen, probeerden stedelingen stadsrechten te krijgen van de lokale vorst. Een
stad met stadsrechten vormde een aparte, tamelijk zelfstandige eenheid binnen het gebied van een
feodale heer. De stedelingen kregen bijvoorbeeld recht op zelfbestuur en mochten zelf hun
rechtspraak regelen. De vorsten zagen eveneens voordeel in het verlenen van stadsrechten, omdat
zij in ruil hiervoor belastingen en militaire steun van de steden kregen. De inwoners van deze nieuwe
steden werden burgers of poorters genoemd; ze vormden gezamenlijk de burgerij. Burgers hadden
bepaalde voorrechten, zoals het recht om een ambacht te mogen uitoefenen, het recht om door
stadsgenoten te worden berecht en de mogelijkheid om in aanmerking te komen voor
bestuursfuncties. Om zichzelf in stand te houden had de stand aspirant-poorters nodig: mensen die
van het platteland naar de steden trokken om in hun levensonderhoud te voorzien. Zij brachten
nieuw kapitaal en nieuwe kennis met zich mee, waardoor steden zich konden blijven ontwikkelen en
specialiseren. Er waren ook economische veranderingen. Een stad met stadsrechten had
bijvoorbeeld het marktrecht. Grote steden kregen hierdoor een belangrijke marktfunctie voor het
omliggende verzorgingsgebied. Vlaanderen ontwikkelde zich vanaf de 11 e eeuw tot een van de
meest verstedelijkte gebieden van Europa. Tot 1300 was het economische zwaartepunt van deze
regio de stad Atrecht. Aan het ende van de 11 e eeuw werd Atrecht de hoofdstad van een bisdom. De
aanwezigheid van een bisschop zorgde voor veel werkgelegenheid. De regio rond Atrecht kende een
heel productieve landbouw en men was er gespecialiseerd in de schapenhouderij. De stad kreeg
daardoor een centrale plaats in de lakennijverheid.
, Politieke spanningen
Door deze succesvolle handel ontstonden binnen de burgerij grote sociale verschillen. Rijke
kooplieden verdeelden bestuursfuncties onder elkaar en gingen zich onderscheiden van de andere
inwoners van de stad. De rijke kooplieden vormden zo een nieuwe sociale klasse, patriciërs
genoemd. Deze patriciërs traden steeds vaker op als geldschieters voor lokale vorsten, die hierdoor
een schuld opbouwden. Ambachtslieden in steden organiseerden zich in verenigingen van
beroepsgenoten (ofwel gilden) om hun belangen te behartigen. Ook de kooplieden organiseerden
zich in gilden en konden zo hun positie nog verder versterken. Steeds meer bepaalden zij alles voor
de ambachtslieden. Aan het einde van de 13 e eeuw ontstonden hierdoor steeds meer conflicten
binnen steden. Ambachtslieden kwamen in opstand tegen de patriciërs. Uiteindelijk ontstond er een
gevecht tussen de ambachtslieden en het leger van de Franse koning in 1302 bij Kortrijk, dit wordt de
Guldensporenslag genoemd. Uiteindelijk wonnen de ambachtslieden dit. Alleen maakte de
Guldensporenslag geen definitief einde aan de machtspositie van de patriciërs.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller julianbosschaart. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for $5.99. You're not tied to anything after your purchase.