100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Begrippenlijst ontwikkelingspsychologie $7.94
Add to cart

Other

Begrippenlijst ontwikkelingspsychologie

 12 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Een volledige begrippenlijst van het vak ontwikkelingspsychologie. Het boek ontwikkelingspsychologie 8e editie (blauwe boek) en ontwikkelingspsychologie ll (gele boek)

Preview 4 out of 35  pages

  • February 14, 2023
  • 35
  • 2022/2023
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
Begrippenlijst ontwikkelingspsychologie


Hoofdstuk 5


De vier principes van groei =
Cefalocaudale principe
Proximodistaal principe
Principe van hiërarchische integratie
Principe van de onafhankelijkheid van systemen


Cefalocaudale principe =
Gaat over de richting van de groei. Volgens dit principe volgt groei een patroon dat begint met het
hoofd en de bovenste lichaamsdelen en zich vervolgens uitstrekt naar de rest van het lichaam.


Proximodistaal principe =
Het principe dat de ontwikkeling zich vanuit het centrum van ons lichaam naar buiten toe voltrekt.


Principe van hiërarchische integratie =
Het principe dat eenvoudige vaardigheden zich doorgaans afzonderlijk en onafhankelijk van elkaar
ontwikkelen en later geïntegreerd worden in complexere vaardigheden.


Principe van de onafhankelijkheid van systemen =
Het principe dat verschillende lichaamssystemen een verschillend groeitempo kennen


Zenuwstelsel =
Het zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en de zenuwen die zich door het hele lichaam bevinden.


Neuronen =
De basiscellen van het zenuwstelsel. Net als de andere cellen in ons lichaam hebben neuronen een
cellichaam dat een celkern bevat.
Neuronen kunnen met andere cellen communiceren, daarvoor hebben ze aan het uiteinden
dendrieten.
Aan de andere kant hebben neuronen een lang uiteinde dat een axon heet.


Axon =
Bevat boodschappen die bestemd zijn voor andere neuronen.

,Dendrieten =
Ontvangen boodschappen van andere cellen.


Neurotransmitters =
Neuronen communiceren met elkaar via chemische boodschappers, neurotransmitters. Deze reizen
tussen de ruimten tussen de neuronen.


Synapsen =
De kleine ruimte tussen de neuronen heten synapsen


Snoeien van synapsen =
Neuronen die geen verbindingen vormen met andere neuronen raken overbodig. Als de ervaringen
die de baby opdoet bepaalde zenuwverbindingen niet stimuleren, worden deze, net als ongebruikte
neuronen gesnoeid. Het resultaat is dat andere verbindingen sterker kunnen worden.


Myeline =
Een vettige substantie die de neuronen beschermt en de overdracht van zenuwsignalen versnelt.


Hersenschors =
De bovenste laag van de hersenen. Beschermd de hersenen.


Shakenbabydyndroom =
Dit syndroom kan zich voordoen als een verzorger een baby hardhandig door elkaar schudt. Hierdoor
ontstaat schade aan de hersenen.


Plasticiteit van de hersenen =
De mate waarin een zich ontwikkelend gedragspatroon of fysiek structuur veranderbaar is. Tijdens de
eerste levensjaren is de plasticiteit het grootst. Zonder plasticiteit in de hersenen is het onmogelijk
om kennis op te slaan.


Gevoelige periode van de hersenen =
Een afgebakende tijd, meestal vroeg in het leven, waarin mensen extra gevoelig zijn voor
omgevingsinvloeden en sterk ontvankelijk zijn voor het leren van specifieke vaardigheden.


Lichaamsritmen =
Zich herhalende, cyclische gedragspatronen.
Sommige ritmen zijn direct zichtbaar, zoals de overgang van waken naar slapen, andere niet.
Een baby heeft verschillende lichaamsritmen.

,Gedragstoestand van de baby =
De mate waarin hij zich bewust is van zowel interne als externe stimulatie.
De gedragstoestand wordt onder andere duidelijk door de verschillende stadia van slapen of waken,
zoals alertheid of huilen.


Rapid eye movement-slaap (REM-slaap) =
De periode tijdens de slaap van oudere kinderen en volwassenen die geassocieerd wordt met
dromen.


Wiegendood of sudden infant death syndrome (SIDS) =
De onverklaarbare dood van een ogenschijnlijk gezonde baby voor de leeftijd van 1 jaar.


Reflexen =
Niet-aangeleerde, gestructureerde, onvrijwillige responsen die automatisch optreden in de
aanwezigheid van bepaalde stimuli.


9 soorten reflexen bij baby’s =
Zoekreflex
Stapreflex
Zwemreflex
Moro-reflex
Babinski-reflex
Schrikreflex
Knipperreflex
Zuigreflex
Kokhalsreflex


Zoekreflex =
Neiging om het hoofd in de richting te draaien van dingen die de wang raken.
Bij inname voedsel
Verdwijnt bij 3 weken


Stapreflex =
Beweging van de benen wanneer de baby rechtop wordt gehouden en zijn voeten de grond raken
Voorbereiding op onafhankelijk bewegen
Verdwijnt bij 2 maanden


Zwemreflex =
Neiging om zwembewegingen te maken met de armen en de benen als de baby met zijn gezicht naar
beneden in het water ligt
Vermijding van gevaar
Verdwijnt bij 4 tot 6 maanden

, Moro-reflex =
Als de ondersteuning voor het hoofd en de nek plotseling verdwijnt, spreiden de armen zich en lijken
ze zich vervolgens ergens aan vast te willen klampen
Bescherming tegen vallen
Verdwijnt na 6 maanden


Babinski-reflex =
Spreiden van de tenen in reactie op aanraking van de buitenkant van de voet
Functie is onbekend
Verdwijnt na 8 tot 12 maanden


Schrikreflex =
Armen en vingers spreiden en rug overstrekken in reactie op een plotseling geluid
Bescherming
Blijft in andere vormen


Knipperreflex =
De ogen snel sluiten en openen bij blootstelling aan direct licht
Bescherming van het netvlies
Blijft


Zuigreflex =
Neiging om te zuigen aan dingen die de lippen raken
Inname voedsel
Blijft


Kokhalsreflex =
De keel vrijmaken
Voorkomen van stikken
Blijft


Dynamische systeemtheorie =
Een theorie die de ontwikkeling van een kind ziet als een dynamisch systeem: alles ontwikkelt zich
tegelijk en hangt nauw samen met de ervaringen die het kind opdoet.


Normen
De gemiddelde prestaties van een grote steekproef kinderen van een bepaalde leeftijd. Hierop zijn de
mijlpalen in de motorische ontwikkeling gebaseerd.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evahoogendoorn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.94. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53920 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.94
  • (0)
Add to cart
Added