Samenvatting AFP, Astma, COPD, ziekte van Crohn, Colitis Ulcerosa, Kennisweek 1, OP5/OP7, jaar 2 OVK2TKCZ02
Samenvatting van literatuur en van de colleges.
Astma, COPD,
ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa
Samenvatting AFP Kennisweek 1, OP5/OP7
Leerdoelen:
• De student verpleegkunde kent de pathofysiologie, diagnose, therapie en prognose beschrijven van de
volgende ziektebeelden: astma, COPD, ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa
• Stap 1 en 2 benoemen in het kader van klinisch redeneren volgens ProActive Nursing
,Ademhaling
Het ademhalingsproces is te onderscheiden in vijf ‘’fases’’:
1. Ademprikkel
• Ademen gaat vanzelf. Het ademcentrum ligt in de hersenstam en reguleert de
ademhaling automatisch. In de hersenen, aortaboog en halsslagaders wordt de
kooldioxidespanning en de pH gemeten in het bloed.
Wanneer er een kleine stijging van de kooldioxidespanning of kleine
daling van de pH (acidose = te hoge pH in het lichaam) is reageert het
ademcentrum. Maar alleen een forse daling van de zuurstofspanning
geeft een ademprikkel.
2. Ademarbeid (thoraxwand)
• Door het afplatten van het diafragma én heffen van de ribben wordt er actief lucht
aangezogen in de thorax, dit noemen we inspiratie (inademing).
Inspiratie komt actief tot stand door aanspannen van middenrifspieren en
musculi intercostales externi (tussenribspieren).
De thoraxwand is van binnen bekleed met pleura pariëtalis (borstvlies) en
de long is bedekt met pleura visceralis (longvlies). Met behulp van een
soort vacuüm en een dun laagje slijm tussen de pleura pariëtalis en
visceralis blijven de twee vliezen tegen elkaar geplakt, maar kunnen ze wel
verschuiven ten opzichte van elkaar.
Als de thoraxwand naar buiten gaat bij inspiratie, wordt de long dus
meegetrokken en neemt de inhoud in de long toe.
• Een rustige expiratie (uitademing) is passief dankzij de elasticiteit van de longen en
zakken van de ribben door de zwaartekracht.
(Inspiratie kost energie en (ontspannen) uitademen kost géén energie.)
• Ademnood: bij ademnood worden ook hulpademhalingsspieren gebruikt. Spieren in
de nek en schouders of buikspieren.
Normale inspiratie Diafragma aanspannen → platter
Ribben heffen met musculi intercostales externi
Geforceerde inspiratie Diafragma aangespannen → platter
Ribben heffen met musculi intercostales externi
Gebruik van hulpademhalingsspieren in nek en schouders
Normale expiratie Diafragma ontspannen → koepel
Ribben zakken door ontspannen musculi intercostales externi
Longen vallen samen door hun elasticiteit
Geforceerde expiratie Diafragma ontspannen → koepel
Longen vallen samen door hun elasticiteit
Gebruik van musculi intercostales externi om ribben extra te laten zakken
Gebruik buikspieren om diafragma omhoog te drukken
Tabel 7.1 Ademhalingsbewegingen, Klinische pathologie Hoofdstuk 7
2
, 3. Luchtwegen
• De functie van de luchtwegen is om lucht vanuit de omgeving aanvoeren naar de
alveoli (longblaasjes) en het gasmengsel uit de alveoli afvoeren.
• De wanden van de luchtwegen zijn bedekt met slijm, waarin ziekteverwekkers en
stofdeeltjes terechtkomen. → trilharen zorgen ervoor dat slijm wordt afgevoerd
richting de pharynx (keel). Vervolgens worden de micro-organisme opgehoest of
komen ze om in maagzuur.
• Hoge/bovenste luchtwegen: mond/neus, pharynx (keel) en larynx (strottenhoofd).
Functies: verwarmen, bevochtigen, reinigen, herkennen van lucht
• Lage/onderste luchtwegen: trachea (luchtpijp), bronchi (luchtpijptakken), bronchioli
(luchtpijptakjes).
• De trachea (luchtpijp) is een stevige, maar flexibele buis.
Omgeven door hoefijzervormige kraakbeenringen → houden de trachea
open.
Achterkant kraakbeenringen → hierdoor kan de oesophagus (slokdarm)
gemakkelijk uitzetten tijdens het passeren van grote voedselbrokken.
• Trachea splits na ongeveer 11 cm in een rechter- en linkerhoofdbronchus.
Rechts heeft een grotere diameter en loopt ook steiler (→ hierdoor na
verslikking vaker voedsel of voorwerpen in rechterlong).
• Bronchi heeft kraakbeenringen. Bronchi vertakt in de long. De dunste bronchi gaan
over in bronchioli. Bronchioli zijn niet omgeven door kraakbeenringen, maar bevat
wel kleine losse kraakbeenstukjes.
Glad spierweefsel zorgt voor bronchoconstrictie (vernauwing) en
bronchodilatatie (verwijding) om verse lucht te verspreiden over de
longen.
• Bronchioli eindigen in de alveoli.
4. Longdiffusie
• In de alveoli vindt de uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide plaats.
• Doormiddel van diffusie verplaatst zuurstof zich vanuit de alveoli naar de
longcapillairen. → in de alveoli is de concentratie zuurstof hoger dan in het bloed.
Koolstofdioxide diffundeert juist vanuit het bloed naar de alveoli.
Optimale diffusie komt tot stand door: een groot oppervlak (veel alveoli),
dun oppervlak (dunne wandjes) en concentratieverschil (van hoog naar
laag).
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BarbaraHBOV. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.