In dit document heb ik het academiejaar micro-economie samengevat, ik heb alles nauwkeurig opgeschreven en het makkelijk verwoord. Met deze samenvatting heb ik een 18/20 voor het examen Micro kunnen behalen
Samenvatting: Micro-
Economie
Economie = de wetenschap die het menselijk gedrag bestudeert als een relatie tussen doelen en
schaarse middelen die alternatieve gebruiksmogelijkheden hebben.
Micro-Economie:
Bestudeert manier waarop huishoudens en bedrijven beslissingen nemen en hoe ze in specifieke
markten samenwerken. Micro-economie als manier van denken omtrent individueel menselijk
gedrag in het algemeen.
Het economisch probleem
Deze beslissingen representeren het economisch probleem. Er zijn drie vragen waarmee elke
samenleving geconfronteerd worden:
Wat gaan we produceren?
Hoe gaan we produceren?
Voor wie gaan we produceren?
Iedereen heeft oneindige behoeften maar de maatschappij zal nooit genoeg middelen hebben
(schaarste) om alle goederen en diensten te produceren die de consumenten willen hebben.
→ ontstaan van spanningen = mensen willen bepaalde dingen maar worden afgeremd door iets. Ze
willen bijvoorbeeld een nieuwe auto maar hebben niet genoeg geld.
→ beperkte middelen = zorgen ervoor dat sommige behoeften niet bevredigt kunnen worden Er
bestaan drie soorten middelen = productiefactoren:
Er bestaan drie soorten middelen = productiefactoren
Arbeid
Kapitaal
Natuur
Micro-economie
De 10 principes:
(Hoe mensen beslissingen nemen)
1. Mensen moeten keuzes maken
VOORDELEN EN NADELEN
2. De kosten van iets worden bepaald door wat je ervoor over hebt
Marginale kosten
3. Rationele mensen denken in marges
Denken per seconde, keuze altijd herrekenen t.o.v. de situatie
Denken wat het best voor jou is
4. Mensen reageren op prikkels
,(Hoe mensen interageren met elkaar)
5. Handel kan in ieders belang zijn
6. Markten zijn vaak een goede manier om economische activiteit te
organiseren
7. Overheden kunnen de resultaten van de markt soms verbeteren
(Macro-Economie: Invloeden van de economie als geheel)
8. De levenstandaard van een land hangt af van zijn BBP
9. Prijzen stijgen als de overheid te veel geld drukt (inflatie)
10. De samenleving staat voor een afweging op korte termijn tussen inflatie en
WLH
Mensen maken keuzes, berekenen de Marginale kosten en baten
Bij het maken van keuzes moet men altijd rekening houden met de marginale kosten en de
marginale baten.
De marginale baten zijn de voordelen.
Er zijn 2 soorten marginale kosten. We hebben de expliciete kosten, dit zijn de kosten dat
meteen in geld zijn uit te drukken. De tweede kost is de impliciete kost, dit is de waarde van
het beste alternatief van het product of dienst.
Definities:
Opportuniteitskost= wat moet je opgeven voor de keuze te maken (opgeven van
alternatieven)
o Expliciete kost + Impliciete Kost
Expliciete kost= Geld dat je moet betalen als je een activiteit kiest
o Bv. Ingang, huur, …
Impliciete kost= waarde van het beste alternatief
De Markt
Markt: Verzameling van alle kopers en verkopers van een bepaald product
Definitie:
Homogene producten= producten die hetzelfde zijn, de consument heeft geen
bepaalde voorkeur tussen de goederen
Heterogene producten= producten die verschillend zijn, de consument heeft liever
een bepaald goed over een ander
4 Marktvormen
Monopolie (Prijszetter)
o 1 bedrijf
Oligopolie (Prijszetter)
o Enkel bedrijven
o Homogeen/Heterogeen product
Bv. Computermarkt
Monopolistische Concurrentie (Prijszetter)
o Veel bedrijven
, o Heterogene Goederen
Volmaakte Concurrentie (Prijsnemer)
o Veel vragers en aanbieders
o Perfecte informatie!
o V & A zijn prijsnemers!!!
o Homogene goederen
o V & A handelen onafhankelijk
o V & A nemen alle kosten en baten in aanmerking
o Enkel theoretisch (komt nooit werkelijk voor)
De marktmacht is de macht die een onderneming heeft om de prijs te bepalen op de markt.
Volmaakte concurrentie is prijsnemer, dit wil zeggen dat de prijs tot stand komt door middel
van Vraag en Aanbod.
Monopolie, Oligopolie en Monopolistische concurrentie zijn prijszetters, dit wil zeggen dat
de ondernemingen zelf de prijs bepalen op de markt.
De Vraag:
De individuele vraag: hoeveel een consument beried is te kopen aan verschillende prijzen
De marktvraag: hoeveel alle consumenten samen bereid zijn te kopen bij verschillende
prijzen
Qd = f(p) = Vraag d=demand
o Hoeveel goederen de consumenten willen kopen bij een gegeven prijs P
P = f(Qd) = Inverse vraag
o Welke prijs zijn de consumenten bereid te betalen voor een gegeven Qd
, P = a-b.q(d) De vergelijking van de rechten
(-1/4) = de helling van de rechten Deze helling is altijd NEGATIEF
Inkomenseffect:
Koopkracht Daalt -> Qd zal dalen
Substitutie effect:
Goed wordt relatief minder aantrekkelijk -> Qd daalt
Wet van de vraag:
Gevraagde hoeveelheid daalt als de prijs stijgt
De marktvraag = hoeveel alle consumenten samen bereid zijn te kopen bij verschillende
prijzen
De marktvraag wordt verkregen door horizontale sommatie van de
individuele vraagcurves
(Zie Dia volgende Pagina)
De marktvraagcurve= beschouwt de gevraagde hoeveelheid bij verschillende prijzen in de
veronderstelling dat andere factoren die de vraag kunnen beïnvloeden constant zijn. (Ceteris
Paribus)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller largoschoevaerts. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.30. You're not tied to anything after your purchase.