Hoofdstuk 9: Beoordeling van de financiële structuur
§9.1 Ratioanalyse
Om een oordeel te vormen over de financiële structuur van de onderneming vergelijkt men vaak de
verschillende posten van de balans en de resultatenrekening.
De analyse d.m.v. het berekenen van kengetallen (ratio’s), wordt ratioanalyse genoemd. De berekende
kengetallen worden als het volgt ingedeeld:
Rentabiliteitskengetallen
Solvabiliteitskengetallen
Liquiditeitskengetallen
Er zijn een aantal bezwaren verbonden de beoordeling van de financiële structuur d.m.v. kengetallen:
Er zijn geen algemene normen aan gegeven waaraan de waarden van de kengetallen moeten voldoen.
De cijfers op de balans geven een momentopname weer.
De balans kan een geflatteerd beeld geven van de financiële structuur indien window dressing heeft
plaatsgevonden.
Window dressing = alle activiteiten voor het balansopmakingsmoment die leiden tot het beeld gunstiger
voorstellen dan werkelijk het geval is.
Historische analyse = verbetering/verslechtering van de onderneming aangeven, zonder daar een absoluut
oordeel aan te binden.
Bedrijfs-vergelijkende analyse = kengetallen van de onderneming vergelijken met die van een soortgelijke
onderneming.
§9.2 Rentabiliteitskengetallen
Winstgevendheid is een belangrijke voorwaarde om de continuïteit van de onderneming te waarborgen. De
winst kan worden gerelateerd aan de omzet, dit kengetal heet de brutowinstmarge.
Brutowinstmarge = Bedrijfsresultaat
Omzet
Bedrijfsresultaat = winst voor aftrek van intrest + belastingen
De brutowinstmarge geeft het verschil aan tussen de verkoopprijs en de kostprijs van de verkochte goederen.
Er kan uit worden afgeleid of de onderneming bestand is tegen prijsdalingen of kostenstijgingen.
Rentabiliteit = de verhouding tussen een inkomen en het vermogen dat dit inkomen heeft verdiend. De
rentabiliteit is een belangrijke maatstaf voor de beleidsvorming binnen de onderneming op lange termijn. Voor
een beoordeling van de winstgevendheid van een onderneming moet de rentabiliteit bepaald worden van het
totale in de onderneming werkzame vermogen. De rentabiliteit van het totale vermogen wordt berekend aan
de hand van het bedrijfsresultaat. Ten behoeve van de continuïteit van de onderneming moet op lange termijn
het bedrijfsresultaat voldoende groot zijn om de door de vermogensverschaffers gewenste uitkeringen in de
vorm van dividend of interest te kunnen doen.
De rentabiliteit van het totaal vermogen (RTV) wordt als volgt berekend:
RTV = Bedrijfsresultaat × 100%
Gemiddeld totaal geïnvesteerd vermogen
Voor de verschaffers van eigen vermogen is niet het bedrijfsresultaat van belang, omdat hieruit eerst nog
interestvergoeding voer het vreemd vermogen en de winstbelasting moet worden betaald. Berekening
rentabiliteit van het EV na aftrek van de belasting (REVnb) is vooral van belang voor de verschaffers van EV
(eigenaren):
REVnb = Winst na aftrek van intrest en belasting × 100%
Gemiddeld geïnvesteerd eigen vermogen
Rentabiliteit EV voor aftrek van de belasting (REVvb):
REVvb = Winst na aftrek van intrest × 100%
Gemiddeld geïnvesteerd eigen vermogen
1
, Voor de verschaffers van vreemd vermogen is de rentabiliteit van het in de onderneming geïnvesteerde
vermogen gelijk aan het afgesproken intrestpercentage. De gemiddelde rentabiliteit van het vreemd vermogen
(RVV) kan dan ook worden gezien als een gemiddelde kostenvoet van het vreemd vermogen.
RVV = Betaalde intrest × 100%
Gemiddeld geïnvesteerd vreemd vermogen
Financieel hefboomeffect = winst op het gebruik van vreemd vermogen, waardoor de rentabiliteit van het eigen
vermogen stijgt.
Hefboomfactor = de vergelijking tussen het VV en het EV (VV/EV).
Het verband tussen de REV, RTV en RVV kan als het volgt worden weergegeven:
REVvb = RTV + (RTV – RVV) × VV
EV
Het financiële hefboom effect is deze formule is:
(RTV – RVV) × VV
EV
Voor de rentabiliteit van het EV na aftrek van belastingen:
REVnb = (1 – f) × REVvb Waarin f = belastingfractie
REVnb = (1 – f) × RTV + (RTV – RVV) × VV
EV
In het belang van het de eigenvermogen-verschaffers moet er zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van
het hefboomeffect door zo veel mogelijk te financieren met vreemd vermogen.
Bezwaren tegen deze redenering:
De hoogte van het bedrijfsresultaat staat niet van tevoren vast. De onzekerheid omtrent de hoogt van de
RTV wordt ook wel het bedrijfsrisico of ondernemingsrisico genoemd.
Een daling van de RTV kan door het hefboomeffect nog versterkt worden doorgegeven aan de REV. Het
financieel risico geeft deze extra onzekerheid t.o.v. de REV weer.
Financieel risico = Bedrijfsrisico × Hefboomfactor
De VV-verschaffers zullen een hogere rentevergoeding eisen naarmate de onderneming meer gebruik
maat van VV. De RVV zal hierdoor stijgen risico RTV beneden RVV wordt groter.
Voor een andere analyse van de RTV kan gebruik gemaakt worden van een Dupont Chart de RTV wordt
opgesplitst naar bepalende factoren op de balans en de resultatenrekening. Er wordt hierbij van het volgende
verband gebruik gemaakt: RTV = Omloopsnelheid totaal vermogen × Brutowinstmarge
De omloopsnelheid van het totale vermogen geeft de relatie tussen omzet en het totaal geïnvesteerde
vermogen weer.
§9.3 Solvabiliteitskengetallen
De solvabiliteit van een onderneming is de mate waarin zijn in geval van liquidatie kan voldoen aan haar
financiële verplichtingen aan de verschaffers van vreemd vermogen. Bij liquidatie moeten uit de opbrengst van
de verkoop van de activa eerst de schulden worden afgelost. Het EV fungeert hierbij als buffer.
De debt ratio (DR) geeft aan welk gedeelte van de totale vermogensbehoefte (TV) met vreemd vermogen is
gefinancierd.
DR = Vreemd vermogen = VV
Totaal vermogen TV
De debt ratio geeft een indruk van de grootte van de buffer ten behoefte van de verschaffers van vreemd
vermogen. Ook andere verhoudingsgetallen van de vermogenscomponenten kunnen worden berekend om de
solvabiliteit te bepalen. Deze getallen worden ook wel de financiële hefboomratio’s genoemd.
EV of VV
TV EV
Een met solvabiliteit samenhangend begrip is het weerstandvermogen van een onderneming.
Weerstandsvermogen = het vermogen van de onderneming om ook in ongunstige tijden de activiteiten voort te
kunnen zetten. Hiermee hangt samen het kengetal: rentedekkingsfactor = in welke mate het bedrijfsresultaat
mag dalen zonder dat daarmee de betaling van de verschuldigde intrest aan vreemdvermogen-verschaffers in
gevaar komt.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukkorendijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.78. You're not tied to anything after your purchase.