Hoofdstuk 1. Ten principles of economics
- Economische activiteit
= Hoeveel er wordt gekocht en verkocht in de economie over een bepaalde tijd
- Economie
= Al de productie- and uitwisselingsactiviteiten die zich voordoen
o 3 vragen:
Wat produceren?
Hoe produceren?
Voor wie produceren?
o Beperkte middelen hiervoor:
Arbeid: Mentale en fysieke arbeid nodig voor de productie
Kapitaal: Apparatuur en structuur die nodig is voor de productie bv machines,
gebouwen, pc’s
Alles wat bijdraagt aan de productie van het goed of de service
Natuur: Natuurlijke bronnen van de aarde bv gas, olie, vis in de zee
- Schaarsheid en keuzes
o Die middelen zijn schaars
o Wants and needs
Needs: Zaken die we nodig hebben om te overleven bv eten, kleren
Wants: Zaken die we willen, Bv smartphone, vakantie
o Schaarsheid
= Samenleving heeft beperkte middelen om die wants en needs te vervullen
Daarom beslissingen maken over hoe inkomen en middelen verdelen om onze
wants en needs te vervullen
Economie onderzoekt de problemen die opkomen door deze beslissingen
Economics
= Studie van hoe maatschappij omgaat met deze beperkte middelen
Micro-economie
= Bestudeert manier waarop huishoudens en bedrijven beslissingen nemen &
hoe ze in specifieke markten met elkaar omgaan
Als manier van denken omtrent individueel menselijk gedrag in het
algemeen
1. Mensen moet keuzes maken
- Voor- en nadelen afwegen Gevolgen zien Betere keuze kunnen maken
= Baten = Kosten
- Kiezen voor voordelen van A, is voordelen van B verliezen
- Efficiëntie: Het meeste/de grootste voordelen halen uit de keuze/beperkte middelen die
beschikbaar zijn
o ≠ Gewenst
o Trade-off met Gelijkheid
Zijn de voordelen gelijk verdeeld over de leden vd maatschappij?
1
,2. De kosten van iets worden bepaald door datgene we opgeven om
het te krijgen
- Trade-offs Kosten en baten afwegen van alternatieve acties
- Opportuniteitskost:
o Meet de gemiste opbrengst van alternatief middelengebruik
o Belangrijkste kost van trade-off
o Wat je moet opgeven indien je voor optie B kiest
o Expliciete kost + impliciete kost
= Geld voor optie A = Waarde vh beste alternatief
3. Rationele mensen denken in de marge
- Baseren keuze op marginale kosten en baten
- Bepaalde actie kiezen zodat marginale kosten gelijk zijn aan marginale baten (rationeel denken)
o Marginale baten > kosten Beslissing blijven nemen tot baten = kosten
- Marginale veranderingen = Kleine toenemende aanpassingen aan een reeds bestaand plan
4. Mensen reageren op prikkels (“Incentives”)
- Gedrag verandert wanneer kosten of baten veranderen
- Onbedoelde gevolgen = Wanneer kost niet gewenste baat creëert bv boete voor kind te laat
ophalen; mensen willen boete betalen, zelfs meer mensen halen kind later op
Hoe mensen beslissingen nemen (micro)
5. Handel kan in ieders belang zijn
- Handel zorgt ervoor dat landen kunnen specialiseren in wat ze het beste doen
- Bv sommige organisaties hebben ervaring en excelleren in de productie van goederen en diensten,
sommige landen, zoals Spanje, hebben veel zon, dus betere grond, dus beter fruit
- Ruilen Levensstandaard verbeteren
- Nadeel: Door export van gespecialiseerde goederen zijn sommige bedrijven niet meer nodig
Mensen vallen zonder werk
6. Markten zijn vaak goede manier om economische activiteit te
organiseren
- Economisch systeem
= Manier waarop bronnen/middelen georganiseerd en toegewezen zijn om de noden van de
mensen te kunnen voorzien
- Vooral capitalist economic system
= Systeem dat afhankelijk is van private eigendom van productiefactoren om goederen &
diensten te produceren die worden uitgewisseld via prijsmechanisme en waarbij productie
in eerste plaats wordt gebruikt voor winst
o Doet levensstandaard stijgen
- Markt economie
o Rol van markt = Centraal
o 3 kernvragen van het economische probleem worden beantwoord via de
gedecentraliseerde beslissingen van veel bedrijven en huishoudens
Organisaties beslissen wie aan te nemen en wat te produceren
Huishoudens beslissen voor wie te werken en wat te kopen
Organisaties en huishoudens interageren op de markt
- Pure market = Systeem zonder invloed van overheid
2
, o Geen considering van de well-being van de maatschappij als geheel
o Enkel geïnteresseerd in eigen WB
- Planned economic system/Communist system/Command system = Economische activiteit
georganiseerd door centrale planners die beslissen over de antwoorden op fundamentele
economische vragen
o Gedachte: overheid kon economische activiteit op bepaalde manier organiseren zodat
de economische WB stijgt voor het land als geheel
7. Overheden kunnen de resultaten van de markt soms verbeteren
- Tussenkomst van overheden kunnen richten op promoten van effectiviteit en gelijkheid
o Meestal op een vd 2 (niet iedereen heeft onderdak of eten)
- Niet altijd Market failure = Situatie waar schaarse middelen niet op de meest efficiënte
manier zijn toegewezen
o Oorzaken:
Externality
= Ongecompenseerde impact van de acties ve persoon die een invloed hebben
op een derde persoon (zonder dat persoon A dit weet)
Market power
= Mogelijkheid ve persoon of organisatie om ten onrechte invloed uit te
oefenen op de prijzen
Hoe mensen interageren met elkaar (micro)
8. De levensstandaard ve land hangt af vd mate waarin het land
producten en diensten kan produceren
- Economic growth
= Toenemen van goederen en diensten in een economie over bepaalde tijd
- Meten van economische WB Bruto Binnenlands Product: De totale geldwaarde van alle in
een land geproduceerde goederen en diensten gedurende een bepaalde periode
o Geavanceerde economieën Hoog BBP
o Variatie in levenstandaarden is toe te schrijven aan de productiviteit van goederen en
diensten in een land
Veel productie in bepaalde periode Hoge levensstandaard
Groeisnelheid van productiviteit van land bepaalt groeisnelheid van gemiddelde
inkomen
9. Prijzen stijgen als overheid teveel geld drukt
- Inflatie = Het toenemen van prijzen in de economie
o Hoog = probleem Brengt kosten met zich mee voor maatschappij
- Waarde van geld daalt als er veel geld wordt gedrukt
10. De samenleving staat voor een afweging op KT tussen inflatie
en werkloosheid
- Hoeveelheid geld stijgt Inflatie stijgt & op KT werkloosheid daalt
Curve = Phillips curve
- Tijdelijk, maar kan lang duren Belangrijk voor het begrijpen van Business cycle
(= Onregelmatige en grotendeels onvoorspelbare
fluctuaties in de economie)
3
, - Beleidsmakers en banken kunnen afweging op KT beïnvloeden door beleidsinstrumenten, Bv
veranderen van uitgaven van overheid, hoeveelheid belastingen veranderen & hoeveel het print
veranderen
Invloeden op economie als geheel (macro)
Hoofdstuk 3 The market forces of supply and demand
1. Markt & marktvormen
1.1Markt
= Verzameling van alle kopers & verkopers ve bepaald product
o Kopers beslissen de vraag – Verkopers beslissen het aanbod
1.2 Marktvormen
Monopolie Oligopolie Monopolistische Volmaakte concurrentie
concurrentie
1 bedrijf, Enkele bedrijven Veel bedrijven Veel bedrijven, homogene goederen
prijszetters Homo- of heterogene Heterogene - Veel vragers & veel aanbieders
goederen goederen - Perfecte informatie
Leunend prijszetters Leunend prijsnemers - Vragers & aanbieders zijn prijsnemer Geen
invloed op prijs
- Vragers & aanbieders handelen
onafhankelijk Verandering van prijs heeft
geen invloed
- Vragers & aanbieders nemen alle kosten en
baten in aanmerking
- Homogene goederen:
= Identiek dezelfde goederen
o Bv Frieten van McDonalds in Oostende en frieten McDonalds in Etterbeek zijn geen homogene
goederen
(Volmaakte concurrentie bestaat dus eigenlijk niet)
- Heterogene goederen:
= Verwante goederen
o Bv Frieten van McDonalds in Oostende en frieten van McDonalds in Etterbeek
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller celienmalicheff. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.76. You're not tied to anything after your purchase.