Samenvatting Natuuronderwijs inzichtelijk - Haarhuis en Kersbergen - 5e druk - 2021
39 views 1 purchase
Course
Natuur en techniek
Institution
Hogeschool InHolland (InHolland)
Book
Natuuronderwijs inzichtelijk
Zeer uitgebreide samenvatting van het boek Natuuronderwijs inzichtelijk
Een basis voor de vakinhoud van Natuur & Techniek
Auteurs: Carla Kersbergen & Amito Haarhuis
Druk: 5e 2021
ISBN: 4879
,Hoofdstuk 1 – Planten
§1 – Indeling van het plantenrijk
1.1.1 – De groene wereld van de planten
- De kleur groen wordt vaak geassocieerd met planten. Het is een belangrijk
gemeenschappelijk kenmerk van de meeste planten.
- Bladgroen speelt een belangrijke rol bij de fotosynthese. Dit is het proces dat planten in staat
stelt om met behulp van zonlicht hun eigen voedsel te maken.
- De groene wereld van de planten is heel gevarieerd. Tot nu toe zijn er 500.000 verschillende
plantensoorten ontdekt en er worden, met name in het tropisch regenwoud nog steeds
nieuwe soorten ontdekt.
1.1.2 – Wieren (Algen)
- De wieren (algen) vormen de hoofdgroep met de eenvoudigste bouw. Je kunt ze
onderscheiden van andere plantengroepen doordat zij geen echte wortels, stengels en
bladeren hebben.
- Wieren vormen een belangrijke hoofdgroep. Net als andere groene planten kunnen wieren
hun eigen voedsel maken door middel van fotosynthese
- Wieren kunnen zo klein zijn dat je ze alleen met een microscoop kunt zien. Een voorbeeld
daarvan vormen de eencellige wieren (ook wel algen genoemd). De groene aanslag op de ruit
van een aquarium bestaat bijvoorbeeld uit een laagje van deze algen
- Er zijn ook meercellige wieren, die lange draden vormen of zelfs bladachtige vormen hebben.
- Wieren en algen leven voornamelijk in het water
- Bekende zeewieren zijn het bruine blaaswier en de groene zeesla. Deze wieren spoelen
regelmatig aan op het strand.
- Bekende zoetwatersoorten zijn het kranswier, dat alleen in schone sloten of plassen
voorkomt, en de zogenoemde flap, een verzamelnaam voor allerlei draadvormige wieren die
je vooral in de overbemeste sloten ziet.
- Sommige algen komen ook op het land voor. Op boomstammen en vochtige stoeptegels zie
je vaak een groene laag zitten → eencellige algen
- Naast de groene laag van algen, zie je vaak dat een boomstam begroeid is met grijsgroene
plakkaten of ‘korsten’. Dit zijn korstmossen. Er zijn korstvormige, bladvormige en
struikvormige soorten.
- Een korstmos is een samenlevingsvorm tussen een alg en een schimmel.
- Beide organismen hebben voordeel van de samenlevingsvorm, ook wel symbiose genoemd.
- Korstmossen zijn direct afhankelijk van regenwater en gevoelig voor vervuilende stoffen die
in het regenwater kunnen zitten.
- Korstmossen worden als een natuurlijke graadmater gebruikt voor de mate van
luchtverontreiniging, door hun gevoeligheid.
1.1.3 – Mossen
- Mossen zijn landplanten, maar hebben wel een vochtige leefomgeving nodig. Je kunt ze
bijvoorbeeld vinden op vochtige bosgrond, aan de schaduwzijde van een boomstam en op
vochtige tegels of muren.
- Mossen hebben geen transportsysteem van vaatbundels, bovendien hebben mossen geen
echte wortels, maar een soort haartjes waarmee ze zich aan de bodem vasthechten.
- De mosplanten nemen het water met de daarin opgeloste voedingsstoffen rechtstreeks op
via hun dunne, eenvoudige blaadjes. Om het benodigde water goed vast te houden en
, verdamping tegen te gaan, zie je dat mosplanten in groepen bij elkaar groene. Er worden
kussentjes gevormd van vele mosplanten bij elkaar.
- Ten behoeve van de voorplanting produceren mosplanten zogenoemde sporendragers of
sporenkapsel.
- Sporen zijn vele malen kleiner dan zaden. Ze bevatten geen embryonaal plantje en
reservevoedsel zoals de zaden van zaadplanten
- Sporen bestaan slechts uit wat erfelijk materiaal, omgeven door een omhulsel
1.1.4 – Paardenstaarten
- In vergelijking met mossen zijn paardenstaarten en varens beter aangepast aan een droger
landleven. Ze hebben echte wortels en hun bladeren en stengels hebben een wasachtige laag
die uitdroging tegengaat.
- Hun stengels en bladeren bevatten vaatbundels waarmee water en voedingsstoffen door de
plant kunnen worden getransporteerd, en houtachtig materiaal dat zorgt voor de stevigheid.
- De voorouders van de huidige paardenstaarten veelal hoge planten. Ze werden toen zo groot
als bomen en groeiden in dichte moerasbossen. Als zo’n boom doodging, begon de stam
onder water langzaam te vergaan. Steeds kwamen er nieuwe lagen overheen hierdoor
ontstond door druk fossiele brandstoffen zoals steenkool.
1.1.5 – Varens
- Varens groeien uit een wortelstok en hebben meestal grote veernervige bladeren. Het
patroon van de vertakking van de nerven lijkt op het patroon van de vogelveer
- Varenbladeren komen stevig opgerold uit de grond. Als ze gaan groeien, ontrollen de
varenbladeren zich langzaam maar zeker.
- Aan de onderkant van de bladeren ontstaan de sporendragers, die eruitzien als kleine bruine
puntjes of streepjes.
- Varens planten zich dus geslachtelijk voort door middel van sporen. Daarom horen zij bij de
groep van de sporenplanten.
1.1.6 – Zaadplanten
- Zaadplanten hebben een uitgebreid wortelstelsel en vaatbundels die water en
voedingsstoffen door de plant kunnen vervoeren.
- Zaadplanten zijn het best aangepast aan een droog landleven. De stevige bladeren en
stengels hebben een wasachtige laag waardoor uitdroging tegengegaan wordt.
- Zaadplanten planten zich voort door middel van zaden. Een zaad is veel groter dan een spore
en bevat een embryonaal plantje met voedsel voor de kiemperiode. Tijdens de kiemperiode
barst de zaadhuid open en ontwikkelt het embryonaal plantje zich uit tot een kiemplantje. De
zaadplanten kun je indelen in twee subgroepen: de coniferen en de bloemplanten. De
indeling is gebaseerd op de manier waarop de zaden gevormd worden.
Coniferen (Naaktzadigen)
- Conifeer betekent letterlijk kegeldrager. Coniferen hebben geen bloemen of vruchten; hun
zaden ontwikkelen zich op de houtige schubben van kegels.
- Coniferen noem je ook wel naaktzadigen omdat de zaden zich niet in een vrucht ontwikkelen,
maar open en bloot op de schubben van de kegels liggen.
Bloemplanten (bedektzadigen)
- Bloemplanten maken tachtig procent van alle plantensoorten op aarde uit.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Loekvklaveren. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.17. You're not tied to anything after your purchase.