HOOFDSTUK 1: MOTIVATIE
Bashir Abdi op De Morgen: voorbeeld van motivatie; marathonwonder op 26/10/2021. ‘Niets
komt zomaar. Maar België biedt je zoveel kansen’. => Wat motiveert Bashir Abdi om zo hard te
werken?
Motivatie
= belangrijk en vertegenwoordigt de psychologische processen die aanzet, richting, de intensiteit en
het in stand houden van menselijk gedrag veroorzaken om een bepaald doel te bereiken.
Mensen die veel gemotiveerd zijn presteren niet noodzakelijk het beste.
Performantie op het werk is dus afhankelijk van 3 anticedenten: motivatie, ability en opportunity.
Bepaalde motivatietheorieën kunnen niet los gezien worden van de tijd waar zij voor het
eerst werden geformuleerd.
Motivatietheorie= reflectie van de tijdgeest. Men had een aantal inzichten nodig om na te
denken hoe men het werk organiseert.
Na grote recessie in VS (jaren 30): groeiende economie en welvaart leidt naar analyse van
werk binnen organisaties.
TAYLOR
“The principles of scientific management”
Taylor was de eerste dat zich de vraag stelde “Hoe kan een organisatie het best presteren?”
“managers work, workers only work”: ver doorgedreven opsplitsing van het werk en
routinisering. => Productiviteit steeg hierdoor enorm
GROOTSTE KRITIEK: geen rekening gehouden met de factor mens, zijn gedrag en de kracht
van de individuele motivatie arbeiders nemen geen initiatief en verantwoordelijkheid
door sterk controle.
Assembly line= een reeks arbeiders en machines in een fabriek waarmee een opeenvolging van
identieke items geleidelijk wordt geassembleerd. BV. Ford => De term fordisme verwijst dus naar de
rationalisatie van de Tayloristische methode om werk te organiseren door het creëren van lopende
banden, die standaardisatie en massaproductie mogelijk maakten. Het voordeel van de lopende band
was dat deze het werk naar de arbeider bracht in plaats van de arbeider naar het werk te brengen.
X-Y THEORIE
= theorie van Douglas McGregor 1960
Theorie X: mensen houden niet van werken, hebben geen ambities, ze moeten gecontroleerd
zijn en straffen moeten gebruikt zijn om het gedrag van die mensen te managen /
controleren. BV. Taylor percipieert mensen in een organisatie zoals bij theorie X (mensen
onderdrukt, managementsysteem heeft geen medelijden met de mens)
Theorie Y: mensen genieten van hun werk, ze hebben eigen verantwoordelijkheden, nemen
zelf initiatief en zijn creatief.
, 1940-1960: Sociaal- economisch overleg= mensen willen betere werkomstandigheden
meer overleg , ontwikkeling van de vakbonden.
Bv. Delhaize staking omdat overleg belangrijk was om mensen te kunnen motiveren.
Efficiëntie was belangrijk voor Taylor, niet motivatie.
Humanisering van arbeid= rekening houden met de mens, zijn behoeften, motivatie en
gedrag.
Human Relation Movement= basis voor humanisering van arbeid: eerste aandacht voor de
behoeften en motivatie van medewerkers.
Theorie
WAT MOTIVEERT MENSEN? Behoeften
HOE GERAKEN MENSEN GEMOTIVEERD? Processen & mechanismen
Behoeftetheorieën
Interne krachten of drijfveren= ervoor zorgen dat mensen op de ene of andere manier
gedragen enerzijds door behoeften of door socialisatie
Socialisatie= een proces waar een individu de waarden, de normen en gewoontes van een
groep of samenleving aanleert om te kunnen functioneren
Werkwaarden= bv. Autonomie nastreven, inkomen verwerven, een prestige… iedereen heeft
een andere werkwaarde
DE BEHOEFTETHEORIE VAN MASLOW
= theorie gebruikt in bedrijven theorie die nooit werd bevestigd in andere studies
, DE ERG-THEORIE VAN ALDERFER
Existence needs
(=Maslow’s safety and psychological needs) Nood aan fysiologische basisbehoeften +
behoefte aan veiligheid, bestaanszekerheid en gezondheid
Relatedness needs
(= Maslow’s social and external esteem needs) Sociale behoeften: behoefte aan sociale
status en waardering door anderen.
Growth needs
(= Maslow’s self-esteem and self-acualisation needs) Zelfrespect en zelfvertrouwen: behoefte
aan ontwikkeling van eigen kunnen.
̶ Ipv een strikt stapsgewijze hiërarchie eerder een continuüm dat leidt naar groei (meer dan 1
nood kan tegelijk aanwezig zijn)
̶ ‘Frustration-regression’ een stapje terug zetten (door een blokkage, zoals bvb een gebrek
aan capaciteiten of opportuniteiten)
̶ Erkenning van individuele verschillen tussen mensen: de familiale en sociale achtergrond, de
opvoeding, positieve of negatieve ervaringen in de jeugd en geboden opportuniteiten
kunnen bepaalde behoeften versterken of verzwakken.
̶ Culturele verschillen (bvb. In Spanje is de waarde van een groep groot, hier hechten we ons
aan individuele waarden)
DE PRESTATIEMOTIVATIETHEORIE VAN MCCLELLAND
Need for Achievement
Need for Power
Need for Affiliation
Variatie in deze drie noden bij mensen en kinderen, volgens McClelland
DE MOTIVATIE OM IETS TE VERWEZENLIJKEN EN TE PRESTEREN (HENRY MURRAY)
Prestatiemotivatie= men maakt gewag van een verlangen om eerder iets moeilijk te bewerkstelligen.
Het gaat tevens over de beheersing, het manipuleren en organiseren van fysieke objecten, mensen
of ideeën op een smalle ne onafhankelijke manier. Hindernissen kunnen overwinnen, hoge
standaarden te bereiken, de beste te zijn, met anderen te concurreren en zelfs te overtreffen en ten
slotte ook om de zelfachting te verhogen door de eigen talenten succesvol aan te wenden.
, THEMATIC APPERCEPTION TEST (TAT)
De behoefte aan prestatie bij het individu is hoog als:
In het verhaal sprake is van een doel, te bereiken resultaat of de wil om uit te blinken. ( need
for achievement)
Er een gebruik is van bepaalde woorden in het verhaal zoals goed, beter…
Iemand wil uniek resultaat bereiken
Verwijzing naar carrière, loon, status of succesvol zijn (need for power)
Therapeut maakt analyse adhv 3 behoeften: prestatiemotivatie, prestatiedrang en ‘need of
achievement’. => Vaak kiezen mensen voor een doel die niet de moeilijkste is omdat ze nood hebben
aan feedback en prestaties.
De behoefte aan macht (i.e. ‘power’) bij het individu is hoog als:
Er wordt invloed uitgeoefend op iemand anders
Iemand wilt controle over anderen
Iemand wilt bevelen, argumenteren, eisen, bewijzen, overtuigen, bedreigen, belonen of
straffen
Er duidelijkheid wordt verwezen naar een verhouding tussen leidinggevende en
medewerker, de leidinggevende wil medewerkers coachen en controleren en zal beslissingen
nemen.
Performance goals
De behoefte aan affiliatiemotivatie is hoog als:
o Er sprake is van het verwerven en onderhouden van goede en aangename verhouding met
anderen
o Iemand het verlangen uitdrukt om geliefd te worden
o Er wordt verwezen naar familieverbanden of relaties, vriendelijke discussies, bezoeken,
feestjes of informele samenkomsten.
Een Nederlandse prestatiemotivatietest (Hermans – 1967)
Drie aspecten gerelateerd aan prestatiemotivatie:
1) Prestatiemotief: een relatief stabiele persoonlijkheidseigenschap die specifieke situaties zal
leiden tot presteren
2) Positieve faalangst: een gezonde spanning die iemand nodig heeft om tot een goede
prestatie te komen
3) Negatieve faalangst: de spanning die iemand blokkeert en die zal leiden tot minder goede
prestaties
Mensen presteren beter als ze stress hebben tot een bepaald punt= Inverted U-curve.
IMPOSTER SYNDROM= bedriegerssyndroom= een persoon denkt dat hij het niet kan. Het is
een soort van faalangst die ondergrond is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fryavdd. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.14. You're not tied to anything after your purchase.