100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Aardrijkskunde - wonen in Nederland - 5e klas $7.43
Add to cart

Summary

Samenvatting Aardrijkskunde - wonen in Nederland - 5e klas

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Hier vind je een samenvatting Aardrijkskunde van het boek van GEO wonen in Nederland. Deze samenvatting bevat alle belangrijke informatie uit het gehele boek. Het enige wat ik niet heb overgetypt zijn de begrippenlijsten. Hiervoor heb je nog wel het boek nodig.

Preview 3 out of 19  pages

  • No
  • Alleen de begrippen staan hier niet in
  • February 17, 2023
  • 19
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Samenvatting – wonen in Nederland
Hoofdstuk 1:
Begrippen:
Uit boek!
Rest van de stof:
Rijkswaterstaat: deze overheidsdienst voert het beleid van het ministerie van infrastructuur
en milieu uit op het gebied van veiligheid, leefbaarheid en bereikbaarheid in Nederland.

Dijkring: dit is een gebied dat beschermd wordt tegen het buitenwater door een primaire
waterkering of door hoge gronden.

Primaire waterkeringen: deze beschermen ons tegen buitenwater van de Noordzee, de
Waddenzee, de grote rivieren, het IJsselmeer en het Markermeer.

Waterkering: dit is een object dat oppervlaktewater moet tegenhouden, bv. Een dijk, sluis,
dam of duin.
Waterschap: dit is een regionale overheidsinstantie die tot taak heeft om de
waterhuishouding te regelen. Het gebied waarin een waterschap actief is, wordt bepaald
door de stroomgebieden in een bepaald gebied. Er zijn 22 waterschappen in Nederland.

Verantwoordelijkheden waterschappen:
- Bescherming en onderhoud van dijken en duinen
- Beheersing van het grondwaterpeil en voor de waterkwaliteit.
- Onderhoud van bepaalde waterwegen en landwegen.

3 manieren om overstromingskans te verkleinen:
1. Verhogen van dijken en duinen.
2. Het verbreden van het strand.
3. Het aanvullen van het strand met extra zand.

Iedere 5 jaar: de rijksoverheid beoordeelt of de waterkeringen nog sterk genoeg zijn om de
toegenomen overstromingskans het hoofd te bieden. Zo nodig worden er maatregelen
genomen.

Hoe hoog de potentiële schade is hangt af van:
- Oppervlakte van de dijkring en hoe ver deze beneden zeeniveau ligt.
- Hoeveel inwoners het gebied telt.
- Het hoeveelheid investeringen daar gedaan zijn.

Risico: hangt grotendeels af van de economische activiteit, de mogelijke schade en de
hoeveelheid slachtoffers die er kunnen vallen. De randstad heeft dus sneller een hoog risico
dan een klein dorpje met een zwakke dijk.

Broeikaseffect: klimaatverandering -> temperatuurstijging -> poolkappen smelten ->
zeespiegelstijging.

,De Nederlandse kust zoals die nu is, kan alleen in stand blijven onder de volgende
voorwaarden:
- De zeebodem moet over een grote afstand vanaf de kust flauw aflopen.
- De stroming moet voldoende zee aanvoeren.
- Het verschil tussen hoogwater en laagwater (getijdenverschil) mag niet te groot zijn.
- De kust moet niet worden geteisterd door zware stormen.
- Er mag geen sprake zijn van een te snelle stijging van de zeespiegel.

Deltaproject houdt in: het op deltahoogte brengen van de dijken in zuidwest-Nederland.
Het bouwen van dammen, wegen en bruggen. En natuurlijk de afsluitdijk met zeegaten.

Doel van de deltawerken: het vergroten van de veiligheid. Het gebruik van de zeegaten als
zoetwaterbekkens om de drinkwater behoeft van zuidwest Nederland te voorzien. Ook kon
deze watervoorziening helpen bij de landbouw. Ook helpt dit tegen de hoog- en laagwater
verschillen en de aanleg van nieuwe vaarwegen.

Nadelen van het afdammen van de Oosterschelde: de oesterteelt en de visstand, zouden
ernstig te lijden krijgen. Door de zoet, zout water veranderingen veranderde heel het
leefgebied in de Oosterschelde waardoor het milieu, de visserij en de recreatie bedreigd
werd. Hierdoor nam ook het leefgebied van de watervogels af.

Maatregelingen hiertegen:
- de brouwersdam werd weer gedeeltelijk geopend -> binnen water meer zuurstof.
- Ook ging de Haringvlietsluizen op een kier open -> een natuurlijk overgangsgebied tussen
zout en zoet water. Trekvissen zoals zalm en zeeforel konden via de Haringvliet naar hun
paaigebieden zwemmen.

Duinen: door de wind gevormde zandheuvels aan de landzijde van het strand.
Vorming duinen: zee legde zand en klei op het strand -> op de grens tussen land en water
bleef zoveel zand achter = zandbank. -> bij eb zijn de zandbanken zichtbaar -> wind blaast
zand achter planten of andere obstakels -> dit vormt een duin.

3 kusttypen:
- Een waddenkust: bestaande uit zeegaten en eilanden in de buitenrand. Bij laagwater
vallen grote oppervlakten droog. Veel variatie in planten en dieren.
Wadden = buitendijkse gronden die alleen met hoogwater overstromen.

- Een gesloten duinenkust: vanaf Den Helder tot Hoek van Holland van strandwallen en
duinen.

- Een estuariumkust: de nieuwe waterweg vormt de overgang naar het estuarium van
Rijn, Maas en Schelde. Dit bestaat uit zeearmen en eilanden in het mondingsgebied. In
een estuarium wort het verschil in waterstand bij vloed en eb landinwaarts groter. Dat
komt omdat de riviermonding vanuit zee gezien steeds nauwer wordt.

, Estuarium = dit is een trechtervormige riviermonding waar zoet rivierwater en zout
zeewater zich vermengen. Het verschil in waterstand wordt bij vloed en eb landinwaarts
groter. Dit komt omdat de riviermonding vanuit zee gezien steeds nauwer wordt.

Vloed: de stroming waarbij het water op zee stijgt.
Eb: de stroming waarbij het water van de zee zakt.
Getij(de): de afwisseling tussen eb en vloed. Ontstaat onder invloed van aantrekkingskracht
van de maan.

Harde kust: deze zijn door de mens gebouwd en versterkt. Bv. Zeedijken en dammen.
Zachte kust: bestaat uit duinen, stranden, zandplaten, wadden en kwelders of schorren. Dit
is van natuurlijke oorsprong.

Zeedijk: dit is een dijk langs de kust of langs de oevers van de benedenloop van een rivier of
een estuarium. Op kwetsbare plekken -> strekdammen van keien aangelegd, haaks op de
kust. De bedoeling hiervan is om de stroming en de golfslag te breken.

Nadeel harde kustverdediging: de kust kan niet meer vrij bewegen en het heeft geen
mogelijkheid om zich te herstellen na een stormseizoen. Ook op plekken met bebouwde
kust.

Doel pieren aan monding van de nieuwe waterweg: duinafslag en verzanding van de
havenmond voorkomen en de scheepvaart vergemakkelijken.

Dynamisch systeem: opbouw en afbraak van de kust door natuurlijke factoren en menselijke
ingrijpen.
De wind zorgt voor: ontstaan van golven en zeestromingen, opstuwing van water, het
transport van zand en zandsedimentatie. Als er meer transport is dan sedimentatie ->
zanderosie.

Hoogwater/ hoogtij: de maximale waterhoogte.
Laagwater/ laagtij: de minimale waterhoogte.
Springtij: wanneer de aantrekkingskracht van de zon en maan samenvallen -> extra hoog
water.
Doodtij: als het verschil tussen hoog- en laagwater minimaal is. Dit gebeurd wanneer de zon
en de maan 90 graden aan elkaar staan en elkaar hierdoor verzwakken.

Verschillen tussen Eb en Vloed -> stroomsnelheid: vloedstroom is sneller dan ebstroom.
Zandkorrels en slibdeeltjes kunnen bij de wat langzamere ebstroom naar de bodem zakken
en sedimenteren. Bij vloedstroom zullen de deeltjes tot aan het strand komen.

Verschil tussen eb en vloed stand: waar de kust het breedst is, is het getijdeverschil het
kleinst.
Zeestromingen: zoutwaterstromen in de oceanen en de zeeën die al eeuwenlang een vaste
richting hebben en over duizenden kilometers bewegen. Bv. Golfstroom.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller veravangestel1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

59804 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$7.43
  • (0)
Add to cart
Added