100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biologische Psychologie II - Klinische Psychologie $7.50   Add to cart

Summary

Samenvatting Biologische Psychologie II - Klinische Psychologie

 44 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In dit document vind je mijn samenvatting van het vak Biologische Psychologie II. Dit vak wordt gegeven in de studie Klinische Psychologie (2de Bachelor) aan de VUB door Prof. Kris Baetens. De samenvatting is gebaseerd op de lessen en de slides. Ik ben elke les aanwezig geweest. Aan de hand van dez...

[Show more]

Preview 4 out of 111  pages

  • February 17, 2023
  • 111
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Praktische informatie

Examen: multiple choice -> geen giscorrectie, maar 13/20 = 10,7/20

Hoofdstukken 2, 3 en 5 in handboek Physiology of Behavior lezen



Inleiding

1. Structuren en functies

Biologische psychologie I (voorkennis):

- Evolutie en gedragsgenetica: overerfbaar DNA -> fysieke structuren -> gedrag (bv. IQ is voor 50%
genetisch bepaald)

- Micro- en macrostructuur van het zenuwstelsel

- Belangrijke onderzoeksmethoden



Biologische psychologie II: functies

- Inzoomen op processen in specifieke deelstructuren: zintuigen, motoriek, slaap en biologische
ritmes, leren en geheugen, stress

- Uitermate breed en gespecialiseerd vakgebied (helikopterzicht van belangrijke functies)

- Belang van netwerkstructuren



Netwerkstructuren



A en B: neuronen

Streepje: axon

Neuron B heeft dendrieten waardoor het een signaal van neuron A kan ontvangen

Wanneer neuron B een signaal ontvangt, verandert de lading (wordt positief) = actiepotentiaal

Een neuron in rust heeft een negatieve lading = rustpotentiaal

Neuronen dienen om duidelijke beslissingen te kunnen nemen -> een neuron kan pas een signaal
ontvangen als het signaal duidelijk is

Een neuron stuurt soms een signaal wanneer dit niet moet of stuurt soms geen signaal wanneer dit
wel moet (= ruis) -> geen duidelijk signaal -> er gebeurd niets want de ontvangende neuron wordt
niet voldoende gestimuleerd -> rustpotentiaal



Eenvoudige keten



1

,Bv. je stapt op nagel en haalt direct je voet er af



Convergentie




3 neuronen in laag A, 1 neuron in laag B

Kwantitatieve integratie: A neuronen kunnen bij elkaar opgeteld worden

Kwalitatieve integratie: neuron B heeft input van verschillende neuronen nodig om voldoende info te
hebben




In laag A en B zijn evenveel neuronen



Divergentie




1 neuron in laag A, 3 neuronen in laag B

Neuron A stuurt dezelfde boodschap naar de verschillende B neuronen

De B neuronen beslissen zelf hoe de boodschap geïnterpreteerd wordt en wat ermee gebeurd (kan
verschillen)



Feedback




Neuron A stuurt tegelijkertijd een signaal naar neuron B en C

Neuron C ontvangt een signaal van neuron A en stuurt iets later een signaal terug naar neuron A

Wanneer neuron A een onduidelijke boodschap stuurt, zal neuron C geen signaal terugsturen naar
neuron A



2

,Feedforward




Neuron A stuurt tegelijkertijd een signaal naar neuron B en C

De route van A naar B is sneller dan de route via C

Wanneer neuron A 2 signalen snel na elkaar naar neuron B stuurt, zal het 2de signaal niet aankomen
omdat neuron C neuron B inhibeert



Scherpe en doffe pijn




Neuron A exibeert neuron C en neuron D inhibeert C

Neuron A stimuleert eerst neuron B (scherpe pijn waarop je reageert) en daarna neuron C (pijn
verdwijnt)

Neuron D stimuleert neuron B en onderdruk de functie van neuron C (doffe pijn, pijn blijft)

Door acute pijn te stimuleren kan je doffe pijn vermijden



Laterale inhibatie




Neuron C inhibeert neuron A en E -> neuronen B en F zullen geen signaal ontvangen

Bv. je drukt met je ogen dicht een pen op je handpalm -> je kan precies inschatten waar de pen zich
situeert op je hand omdat de neuronen die zich naast dit punt in je hand bevinden, worden
geïnhibeert door het neuron precies onder de plaats van de pen



2. Zintuigen

5 zintuigen: zien, ruiken, proeven, horen, voelen


3

, Dissociatie: iets dat je als 1 ding ervaart dat je kan onderscheiden uit verschillende zaken (bv. geen
aardappelen en tomaten herkennen maar wel weten dat je op de markt bent)

Case study: Ian Waterman

Door griep op 19 jaar selectieve uitval van tastzin (Sensorisch deficit) maar kan wel pijn en
temperatuur voelen -> pijn en temperatuur kunnen we onderscheiden van tast



Chemoceptie: gespecialiseerde sensorische receptor die een chemische substantie omzet om een
biologisch signaal te genereren

Magnetoceptie: de mogelijkheid bij dieren om zich te oriënteren op het aardmagnetisch veld tijdens
migratie of verplaatsing in het algemeen

Sensatie: fysieke omgevingsstimuli worden gedetecteerd door sensorische receptoren en omgezet in
neurale activiteit

Perceptie: interpretatie, ervaring, reactie op deze sensaties door cellen in het centraal zenuwstelstel

Transductie: omzetting van fysieke stimuli in verandering van membraanpotentiaal in de sensorische
receptorcel

Zintuigen: psychische functies die ons al dan niet bewust informatie verschaffen over gebeurtenissen
in de materiële wereld



Gespecialiseerde cellen (receptoren) detecteren fysische fenomenen (bv. zout proeven)

Deze worden in zeker mate gespecialiseerd verwerkt door 1 of meerdere delen van het zenuwstelstel

Wat we als 1 zintuig omschrijven omvat vaak meerder types receptoren en meerdere ketens van
gespecialiseerde verwerking (bv. licht)



Sensorische receptor = gespecialiseerd neuron

Detecteren een specifiek soort fysieke gebeurtenis (bv. een aspect van licht) of substantie

Hebben meestal geen axon -> vormen synapsen met hun cellichaam (typisch graduele/analoge
codering)

Afgestemd op een welbepaald type stimulus/modaliteit (adequate stimulus) -> arsenaal verschillend
over soorten heen (bv. elektroceptie in dolfijn en vogelbekdier)

Afgestemd op een bepaalde range (bv. gehoor bij mensen beperkt tot 20 kHz)



Gespecialiseerde verwerking

Müller (1803-1858): doctorine van de specifieke energieën

Verschillende sensoren communiceren via verschillende ‘energieën’ met het brein = probleem van
homoculus

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellenboogers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.50
  • (0)
  Add to cart