Week 1
Binnenlands belastingplichtig (art. 2 VPB)
Een ondernemingen zijn binnenlands belastingplichtig als deze:
- In Nederland zijn gevestigd.
- En genoemd worden hieronder:
a) NV, BV, open CV, vennootschap met in aandelen verdeeld kapitaal.
b) Coöperaties
c) OWM zoals verzekeringsmaatschappij
d) Vereniging of stichting mbt volkshuisvesting
e) Vereniging of stichting alleen indien ze onderneming drijft (art. 4 VPB)
f) Fonds voor gemene rekening
g) Publiekrechtelijke rechtspersonen voor zover ze een onderneming drijven.
- Als hier de feitelijke leiding ligt.
- Of als de onderneming naar Nederlands recht is opgericht. (lid 4)
Buitenlands belastingplichtig (art. 3 VPB)
Een onderneming is buitenlands belastingplichtig als deze:
- In het buitenland is gevestigd.
- Nederlands inkomen geniet.
- Genoemd wordt in art. 3 VPB
Subjectieve vrijstellingen (art. 5 VPB) & (art. 6 VPB)
Als een onderneming subjectief vrijgesteld is, is het niet belastingplichtig.
Je bent vrijgesteld als:
- Als natuurschoonlichaam het doel hebt om landerijen die onder de natuurschoonwet
vallen in stand probeert te houden.
- Je een pensioenlichaam bent, waarvan de aandelen niet voor meer dan 10% in het
bezit van de directie of familieleden zijn.
- Je een zorginstelling bent. (ziekenhuis, verzorgingshuis enz.)
- Je een bibliotheek bent.
- Je een ziektekostenverzekeraar bent die geen wint beogen.
Ook als je een vereniging of stichting bent met een kleine winst. Deze winst moet dan kleiner
zijn dan €15.000,- of de winst van afgelopen 4 jaar moet kleiner zijn dan €75.000,-. (art. 6
VPB)
Ook een beleggingsinstelling kan vrijgesteld worden als het als enige doel heeft het beleggen
van geld of goederen. En als er geen dividendbelasting wordt ingehouden op de uitgekeerde
winsten.
De belasting wordt bepaald aan de hand van het tabel uit artikel 22, blz. 60
,Objectieve belastingplicht (art. 7 VPB)
Vennootschapsbelasting wordt geheven over het belastbaar bedrag. De grondslag voor de
heffing van vennootschapsbelasting kan bepaald worden in 3 stappen:
1. De fiscale winstberekening; via de (commerciële) resultatenrekening of de
vermogensvergelijking.
2. De fiscale winst bepalen.
3. Het belastbaar bedrag bepalen.
Hoe kom je bij het belastbaar bedrag?
Fiscale winst
Af: aftrekbare giften
Belastbare winst
Af: te verrekenen verliezen
Belastbaar bedrag
GIFTEN (Art. 16 VPB)
Voordat je bij de fiscale winst bent, tel de giften bij. Het zijn namelijk geen kosten.
Maar na de fiscale winst bepaling mogen ze er af. Maar dit mag voor maximaal 50% van de
winst MET weer een maximum van €100.000,-. (art. 16 VPB)
VERLIEZEN (Art. 20 VPB)
Als de belastbare winst negatief is, is dit een verlies. Een verlies mag op grond van art. 20
worden verrekend met de belastbare winsten van het voorafgaande jaar en de 6 volgende
jaren. Het oudste verlies wordt het eerst verrekend.
Sommige artikelen in verband met winst uit onderneming in de inkomstenbelasting zijn via
art. 8 VPB ook van toepassing op winstbepaling in de vennootschapsbelasting:
- Niet aftrekbare kosten (3.14 IB)
- Beperkt aftrekbare kosten (art. 3.15 IB) En let op: (art. 8 lid 5 VPB)
- Afschrijving (art. 3.30 + 3.30a IB)
- Investeringsaftrek + desinvesteringsbijtelling (art. 3.41 + 3.47 IB)
- Herinvesteringsreserve (art. 3.54 IB)
- Kostenegalisatiereserve (art. 3.53 IB)
, Week 2
Methode B: door middel van de vermogensvergelijking
ONTTREKKINGEN
Onttrekkingen verlagen wel het vermogen, maar zijn geen kosten daarom moeten ze
gecorrigeerd worden. Voorbeelden:
- Winstuitdelingen (dividend) (art. 10 lid 1 sub a VPB)
- Vennootschapsbelasting (art. 10 lid 1 sub e VPB)
- Ingehouden bronbelasting (dividendbelasting en kansspelbelasting) (art. 10 lid 1 sub f
VPB)
KAPITAALSTORTINGEN
Kapitaalstortingen behoren niet tot de winst, het is geen opbrengst maar een betaling door
de aandeelhouders. We hebben verschillende kapitaalstortingen:
1. Nominaal gestort kapitaal
2. Agio
3. Informeel kapitaal; de aandeelhouder bevoordeelt de BV zonder dat er formeel
sprake is van kapitaal. Bijvoorbeeld als de aandeelhouder te weinig huur of rente
rekent of bedrijfsmiddelen verkoopt voor een te lage prijs.
Het bovenstaande voordeel komt voort uit aandeelhoudersmotieven, met willekeurige
derde zou nooit zo zijn gehandeld.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isadekker27. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.23. You're not tied to anything after your purchase.