Anna aarts
H12 hormonen Jolijn ten napel
12.1 de aanmaak van hormonen
Hormonen: signaalstoffen die je lichaam via het bloed naar je cellen vervoert, zorgen voor
bijv. groei en ontwikkeling
Inwendig milieu: bloed, weefselvloeistof, celinhoud en lymfe
Uitwendige milieu: Alles in en om het lichaam wat zich buiten het dekweefsel bevindt
(darmlumen, longinhoud, nierbekken, blaas, baarmoeder, buiten de huid).
Endocriene klieren (Hormoonklieren): Een klier die het product afgeeft het inwendig milieu,
het bloed, om zo een doelwitorgaan te bereiken.
Exocrien klieren: Een klier, een zweetklier of een verteringsklier bijvoorbeeld, die zijn
product afgeeft aan het uitwendig milieu. Bijv. zweetklier of verteringsklier.
Doelwitorganen: orgaan waarvan de cellen receptoren hebben voor een bepaald hormoon.
Hypothalamus: Deel van de hersenen, vlak boven de hypofyse, koppelt zenuwstelsel en
hormoonstelsel; maakt neurohormonen die de activiteit van de hypofyse aansturen.
Hypofyse: centrale hormoon klier.
- Bevind zich net onder het midden van de hersenen Bron 3 op pagina 127
- Coördineert de aansturing van hormoonklieren
- Krijgt informatie uit de hypothalamus, geeft deze informatie door aan het lichaam.
- Regelt groei en rijping geslachtscellen
- Bestaat uit 2 delen
o Neurohypofyse (hypofyseachterkwab), bestaat uit zenuwweefsel en geeft
neurohormonen van de hypothalamus af aan het bloed.
o Adenohypofyse (hypofysevoorkwab), bestaat uit klierweefsel dat
verschillende hormonen afgeeft, aangestuurd door de hypothalamus.
ADH: beïnvloedt de bloeddruk door samentrekken bloedvaten en het stimuleert de
terugresorptie van water door de nieren. Neuronen in hypothalamus maken dit hormoon. Zij
geven het door aan de neurohypofyse waar de uitlopers het aan het bloed geven.
Oxcitine: beïnvloedt de contractie van de gladde spieren in de baarmoederwand bij de
bevalling en is betrokken bij sociaal gedrag. Neurohormoon van de hypothalamus.
Releasing-hormonen (RH’s): Neurohormonen van de hypothalamus die de afgifte van
bepaalde hormonen door de adenohypofyse stimuleren.
Inhibiting-hormonen (IH’s): Neurohormonen van de hypothalamus die de afgifte van
bepaalde hormonen door adenohypofyse remmen.
FSH ontwikkeling follikels en eierstokken oestradiol afgifte LH de ovulatie de
het gele lichaam ontstaat uit de rest van de follikel progesteron en oestradiol remmen
afgifte FSH-RH door de hypothalamus en van FSH door de hypofyse
Hierdoor blijven door negatieve terugkoppeling hormoon concentraties rond de norm.
Bij positieve terugkoppeling stijgt de hormoon concentratie.
, Membraanreceptoren: Receptoren in het celmembraan, waaraan signaalstoffen zoals
hormonen koppelen.
12.2 reacties op hormonen
Groeihormoon (GH): Hormoon uit de adenohypofyse, stimuleert indirecte deling van
kraakbeencellen en zet vetcellen aan tot afbraak van vetten.
Adrenocorticotroop hormoon(ACTH): Hormoon uit de adenohypofyse, stimuleert de cellen
van de bijnierschors tot de productie van diverse hormonen.
Herkenning van de juiste receptor:
- Steroïdhormonen: (gemaakt uit cholesterol zoals testosteron) gaat eerst door het
celmembraan en hechten dan aan receptoren in het grondplasma van de cel. Hier
vormt het hormoon met een receptoreiwit een hormoon-receptor-complex. Dit
activeert het DNA. Via RNA ontstaat in het grondplasma een bepaald eiwit dat in de cel
bijvoorbeeld werkt als enzym.
- Tyrosinehormonen: (hydrofoob, gemaakt van het aminozuur tyrosine). Bereiken hun
doelwitcellen op twee manieren: koppelen aan een specifieke membraanreceptor of
passeren het celmembraan en koppelen aan een receptor in het grondplasma (net
zoals Steroïdhormonen).
- Peptidehormonen: binden aan eigen receptoren in het celmembraan. Bestaat uit
gekoppelde aminozuren.
De receptoren van peptide hormonen veranderen van vorm wanneer er hormonen aan
koppelen. Dat geeft aan de binnenkant van het celmembraan een reactie: een G-eiwit
koppelt het energierijke GTP aan de receptor. Hier volgt een cascade aan reacties. Er
ontstaat een secondaire boodschapper. Die vormt een verbinding met het molecuul dat in
de cel de actie gaat uitvoeren.
Secondaire boodschapper: Molecuul in het grondplasma dat de boodschap van het
hormoon (de primaire boodschapper) overneemt en overdraagt op het molecuul dat in de
cel de actie gaat uitvoeren. Zijn kleine moleculen die snel door het grondplasma diffunderen.
Ze kunnen in een cel meerdere doelwit moleculen hebben. Zo kunnen hormonen meer dan
een respons opwekken in een doelwit cel.
Het groeihormoon stimuleert dieper gelegen cellen van de huid tot deling. Uit beschadigde
cellen die meer oppervlakkig liggen, komen stoffen vrij die hun buurcellen stimuleren.
(Signaalstoffen, groeifactoren)
Groeifactoren – Signaalstoffen uit beschadigde weefselcellen, die hun buurcellen stimuleren
tot deling.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jolijntennapel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.