100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home

Class notes

ALLERGIE

 147 views  9 purchases
  • Course
  • Institution

Uitwerking van het college Allergie, module LBT332 op het van Hall Larenstein.

Preview 1 out of 5  pages

  • June 7, 2016
  • 5
  • 2015/2016
  • Class notes
  • Unknown
  • College 8
avatar-seller
Allergie



Wat
is
allergie

Allergie
is
een
te
heftige
reactie
van
het
immuunsysteem
op
(ogenschijnlijk)
onschadelijke

en
ongevaarlijke
stoffen
uit
de
omgeving.




Meest
voorkomende
voedsel-­‐
en
luchtwegallergenen
in
Nederland

Huisstofmijt
(DerP1
in
uitwerpselen),
pollen/gras,
katten
(vaak
niet
de
haren,
maar
het

speeksel),
melk
(caseïne
met
name
bij
baby’s,
is
niet
lactose
intolerantie),
eieren

(Ovomuccoïd),
noten/pinda’s,
appels.
Zo’n
allergische
reactie
uit
zich
dan
in
verschillende

vormen.
De
meest
voorkomende
allergische
ziekten
zijn:
astma,
hooikoorts
(rinitis)
en

eczeem.
Als
er
sprake
is
van
allergieën,
is
er
meestal
sprake
van
een
type
I

overgevoeligheidsreactie,
dit
betekent
dan
immunoglobuline
E
(IgE)
een
belangrijke
rol

speelt.




Type
I
t/m
IV
overgevoeligheidsreacties

Gell
en
Coombs
hebben
ooit
de
overgevoeligheidsreacties
gecategoriseerd
in
vier

categorieën.
Type
I
is
de
meest
voorkomende
en
heeft
te
maken
met
IgE.
Type
I
en
type
IV

worden
over
het
algemeen
echt
gezien
als
allergie,
type
II
en
III
zijn
meestal
alleen

overgevoeligheid
en
niet
zozeer
allergie.




Type
I
overgevoeligheid

De
meeste
overgevoeligheden
vallen
binnen
dit
type.
Bij
type
I
overgevoeligheid
spelen

immunoglobuline
E
(IgE)
en
mestcellen
en
basofiele
granulocyten
een
belangrijke
rol.

Mestcellen
hebben
een
grote
oppervlakte
en
zitten
vaak
onder
de
huid
of
bekleding
van
de

slijmvliezen.
IgE
komt
normaal
niet
veel
voor
in
het
bloed,
hoort
hier
niet
te
zijn.
IgE
wordt

belangrijk
wanneer
er
sprake
is
van
infecties
met
parasieten.
IgE
heb
je
niet
om
allergische

reacties
op
te
wekken,
maar
een
allergie
is
een
pathologie.
Bij
een
worminfectie,
zal
IgE

binden
aan
de
worm
en
IgE
opsoniseert
de
worm.
In
het
geval
van
parasieten
zijn
het

eosinofiele
granulocyten,
deze
hebben
zogenaamde
Fc
receptoren,
die
binden
en
wanneer

dat
gebonden
is
kunnen
zij
hun
inhoud
vrijgeven
en
dat
dood
dan,
als
het
goed
is,
de

parasiet.
De
productie
van
IgE
hangt
af
van
de
balans
tussen
Th1
en
Th2.
Th1
remt
de

productie
van
Ige
en
Th2
stimuleert
de
productie
van
IgE.
Als
de
balans
meer
richting
Th2
zit,

is
de
kans
op
ontstaan
van
allergieën
groter.
Onder
invloed
van
met
name
Il-­‐4
en
IL-­‐13,
gaan

B-­‐lymfocyten
IgE
maken.
De
IgE
moleculen
kunnen
vervolgens
mestcellen
produceren.

Mestecellen
spelen
een
belangrijke
rol
bij
allergieëen.
Ze
zitten
aan
de
oppervlakte
in
alle

bindweefsels
die
contact
hebben
met
het
externe
milieu.
Mestcellen
hebben
Fc
receptoren

die
binden
met
het
Fc
gedeelte
van
de
IgE
immunoglobulines
met
een
hoge
affiniteit.
Dit

betekent
nog
niet
dat
die
mestcel
geactiveerd
gaat
worden,
maar
wordt
alleen
gevoelig

gemakt
(gesensitiseerd).
Als
je
dus
voor
het
eerst
in
contact
komt
met
een
allergeen,
krijg
je

nog
geen
allergische
reactie,
alleen
je
lichaam
raakt
er
gevoelig
voor.
Pas
bij
een
herhaalt

contact
met
hetzelfde
allergeen,
zal
er
een
allergische
reactie
optreden.
Een
B-­‐lymfocyt

samen
met
het
allergeen,
zorgt
ervoor
dat
plasmacellen
IgE
moleculen
gaan
maken.
Die
IgE

moleculen
binden
aan
de
Fc
receptoren
van
een
mestcel
en
er
gebeurt
dan
nog
niks.
Op
het

moment
dat
de
IgE
moleculen
gebonden
zijn,
is
de
mestcel
gesensitiseerd.
Bij
een
volgende

blootstelling
aan
hetzelfde
allergeen,
dan
bindt
het
opnieuw
aan
de
IgE
moleculen
die

vastzitten
aan
de
mestcellen
en
er
vindt
dan
crosslinking
plaats
(twee
IgE
moleculen
worden

gekoppeld)
en
dat
is
het
moment
dat
de
mestcel
zal
degranuleren
(met
behulp
van

calciumionen).
Mestcellen
zitten
vol
met
granula
die
vol
zitten
met
immunologische
stoffen

en
die
komen
allemaal
vrij
bij
crosslinking
van
IgE
moleculen
en
op
dat
moment
krijg
je

symptomen.
In
de
granula
van
de
mestcellen
zitten
verschillende
stoffen
die
zorgen
voor

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aBoer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $0.00. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52355 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
Free  9x  sold
  • (0)