Interne notitie voor het vak Pleitoefening (richting Strafrecht). Vanuit het perspectief van het Openbaar Ministerie geschreven. Goed te gebruiken als voorbeeld (NIET precies overnemen!). Ik heb er zelf een 8 mee gehaald.
2. Inhoud van het dossier............................................................................................................................... 3
2.1 feiten en omstandigheden.............................................................................................................................3
2.2 De bewijsmiddelen.........................................................................................................................................3
3. De tenlastelegging..................................................................................................................................... 4
4. De strafbare feiten..................................................................................................................................... 5
4.1 Zware mishandeling met dood als gevolg, artikel 302 lid 2 WvSr.................................................................5
4.1.1 Zwaar lichamelijk letsel...........................................................................................................................5
4.1.2 Causaal verband......................................................................................................................................6
4.1.3 (Voorwaardelijk) Opzet...........................................................................................................................7
4.2 Mishandeling met dood als gevolg, artikel 300 lid 3 WvSr............................................................................9
4.2.1 Mishandelen (opzet op het toebrengen van lichamelijk letsel).............................................................9
4.2.2 Causaal verband....................................................................................................................................10
4.2.3 Noodweer.............................................................................................................................................11
4.2.4 Noodweerexces....................................................................................................................................12
4.2.5 Culpa in causa.......................................................................................................................................13
5. De strafeis................................................................................................................................................ 14
5.1 Maximumstraffen.........................................................................................................................................14
5.2 Oplegging van straf en/of maatregel..........................................................................................................14
Tot ons heeft zich gewend L van ’t Leven (hier te noemen ‘verdachte’), geboren op 7 september 2001,
woonachtig in Amsterdam. Hij wordt verdacht van het plegen van opzettelijk zwaar lichamelijk letsel
met dood als gevolge en mishandeling met dood als gevolge van Elena van de Vijvere geboren op 1
september 1995 (hierna te noemen ‘slachtoffer’), woonachtig in Amsterdam. In de hoofdzaak draait
het om de vraag of de verdachte vervolgd en/of veroordeeld kan worden voor de feiten die wij ten
laste hebben gelegd.
In hoofdstuk 2 wordt eerst een overzicht gegeven van de relevante feiten en omstandigheden die van
belang zijn voor deze procedure. Verder vermeldt hoofdstuk 2 de inhoud van het dossier, bestaande uit
de bewijsmiddelen. Vervolgens komen in hoofdstuk 3 de ten laste gelegde feiten aan bod. In
hoofdstuk 4 zullen we aan de hand van de materiële vragen uit artikel 350 Wetboek van Strafvordering
(WvSv) beantwoorden of de ten laste gelegde feiten bewezen kunnen worden. Voorts zullen in
hoofdstuk 5 de maximumstraffen worden aangegeven en de oplegging van de straf en/of maatregel.
2. Inhoud van het dossier
2.1 feiten en omstandigheden
Op vrijdagmiddag 29 oktober 2021 zoekt verdachte op zijn telefoon of er een deelscooter in de buurt
is om op tijd op zijn tentamen te komen. Aangekomen bij de deelscooter blijkt dat het slachtoffer ook
het idee had hiervan gebruik te maken. Verdachte en slachtoffer komen tegelijk aan bij de scooter,
maar slachtoffer activeert de scooter, via haar telefoon, eerder dan verdachte. Verdachte is wanhopig
en smeekt slachtoffer om voorrang. Hierbij probeert hij erg zijn zin door te drammen.
Het slachtoffer schreeuwt “rot op” naar de verdachte en maakt met de helm een zwiepende beweging
richting het gezicht van de verdachte, waarna zijn bril komt vast te zitten aan de sluiting van de helm.
Hierbij zegt ze: “Deze heb je toch niet meer nodig, irritante nerd!”. Ze staat vervolgens op het punt
met haar helm een zwaaiende beweging richting het kruis van verdachte te maken. Verdachte zegt dan
“jij gaat eraan!”, waarna hij zijn rugzak van zijn rug haalt en deze met al zijn kracht tegen het hoofd
van het slachtoffer gooit. Het slachtoffer valt van de scooter en stoot met haar achterhoofd tegen de
scherpe stoeprand. Ze voelt zich duizelig, maar is nog voldoende bij zinnen om de verdachte, die op de
scooter wil stappen, pootje te haken. Het lukt het slachtoffer vervolgens om hevig gedesoriënteerd op
te staan, op de scooter te klimmen en weg te rijden.
Na 25 meter wordt het zicht van het slachtoffer wazig en dof. Ze raakt daardoor de controle over het
stuur kwijt, waardoor ze met de scooter in de gracht beland. Daarbij valt ze met haar buik op de
zadelpen van een fietswrak waardoor ze een aantal seconden later bewusteloos raakt. Omstanders
halen haar uit het water om haar te reanimeren. Hier blijkt het te laat voor, Elena overlijdt ter plekke.
2.2 De bewijsmiddelen
Onderstaand een kort overzicht van de beschikbare bewijsmiddelen die uit het dossier volgen.
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte op grond van artikel 339 lid 1 sub 5 WvSv jo.
344 lid 1 WvSv, opgemaakt op 29 oktober 2021. Verdachte verklaarde dat hij en het
slachtoffer beide gebruik wilde maken van dezelfde deelscooter. Hij dacht dat de verdachte
naar een Halloweenfeestje ging, omdat zij verkleed was. Verdachte vond dat hij zijn tentamen
belangrijkere reden had om gebruik te maken van de deelscooter. Hij verklaart dat hij ruzie
kreeg met het slachtoffer. Zij wilde de scooter niet afgeven, begon verdachte uit te schelden en
sloeg met de helm zijn bril van m’n hoofd, waarna zij dreigde deze in het water te gooien.
Verdachte zag dat het slachtoffer aanstalten maakte om hem nog een keer met haar helm te
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rue2015. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.