Een beknopt document met de uitwerkingen van de leerdoelen. Ook vind je aan het eind van de samenvatting een overzicht van de opgegeven arresten!! Deze samenvatting heb ik geschreven voor het vak Staatsrecht dat wordt gegeven in jaar 3 van de studie rechtsgeleerdheid aan de VU. Ik heb zelf een 8 g...
Leerdoelen Staatsrecht
Week 1 Rechtsstaat, historische wortels, bronnen van het staatsrecht
1.Kan je op hoofdlijnen de historische ontwikkeling van de Nederlandse staat en staatsvorm schetsen
en kan je van de belangrijkste instellingen en regels uitleggen hoe zij zich tot hun huidige vorm
hebben ontwikkeld; en kan je reflecteren op de inrichting en werking van bestaande
staatsinstellingen en regels in het licht van veranderende maatschappelijke omstandigheden;
Let op! Jaartallen uit je hoofd leren. Zie aantekeningen hoorcollege!!
2.Ken je de normatieve uitgangspunten van de democratische rechtsstaat en kan je van specifieke
historische ontwikkelingen en hedendaagse kwesties uitleggen hoe zij zich tot deze uitgangspunten
verhouden;
3.Heb je inzicht in de verhouding tussen de Grondwet en het Statuut; en kan je aangeven in welke
gevallen en waarom sprake is van ongeschreven staatsrecht, dan wel van een staatkundige conventie
of praktijk;
Staatkundige conventies zijn informele regels die het gedrag van onze instituties reguleren
Verschil tussen een regel van ongeschreven staatsrecht en een staatkundige conventie
Alle 3 vergen een materieel element
1.Materieel element: een gewoonte is in bepaalde handelingen in de rechtspleging
Het gebeurt (reeds lange tijd/herhaaldelijk).
Om te kunnen spreken van een regel van ongeschreven staatsrecht is bijkomend een algemeen
rechtsovertuiging vereist.
2.Psychologisch element: algemene rechtsovertuiging dat de gewoonte rechts noodzakelijk is.
Het moet
Wie moet dat vinden? De betrokken ambten gezamenlijk (per geval beoordelen). Er is immers
geen constitutionele rechter om knopen door te hakken.
Waaruit blijkt de overtuiging van de betrokken ambten? Algemene meerderheid.
Bijkomend wordt door een deel van de rechtsleer bepleit dat slechts sprake kan zij van een regel van
ongeschreven staatsrecht wanneer.
3. de regel noodzakelijk is voor de contiuniteit van het staatsbestuur.
1
,Soevereiniteit: is het recht van een bestuursorgaan om het hoogste gezag uit te oefenen zonder dat
verantwoording is verschuldigd aan een ander orgaan.
Alle staten hebben een constitutie en de meeste landen hebben een grondwet.
Constitutie: het geheel van regels en beginselen dat een staat ordent en constitueert.
Grondwet: document waarin de belangrijkste regels over de organisatie van de verhouding
tussen de staat en de burgers zijn neergelegd.
Een staat kan niet zonder constitutie maar wel zonder een geschreven grondwet.
De staten met een geschreven grondwet kunnen ook nog worden onderverdeeld in staten met een
flexibele en rigide grondwet.
Rigide grondwet: als de wijziging van de grondwet moeilijker is dan het maken van een
wijziging in de gewone wetgeving.
Flexibele grondwet: is relatief eenvoudig, door middel van gewone wetgeving kan het
veranderd worden.
Nederland kent een rigide grondwet waarbij een grondwetswijziging moet worden aanvaard door
het parlement in 2 lezingen, waarbij tussen beide lezingen een verkiezing moet hebben
plaatsgevonden en het grondwetsvoorstel in de tweede lezing moet worden ondersteund door een
tweederdemeerderheid, art. 138 GW. De rechter mag niet toetsen aan de grondwet, art. 120 GW.
Van een staatsrechtelijke regel is sprake als naast de gewoonte in de juiste vorm van terugkerend
gedrag, ook een algemeen rechtsovertuiging zijn dat het gedrag juridisch vereist is.
Bij eenheidsstaten berust het overheidsgezag bij de centrale overheid. In beginsel komen alle
bevoegdheden toe aan de centrale overheid. Wel is decentralisatie toegestaan
gedecentraliseerde eenheidsstaat: een eenheidsstaat met een centrale overheid, waarbij de
bevoegdheden worden verdeeld over lagere overheden.
Een federale staat is de garantie dat de deelentiteiten eigen wetgevende en uitvoerende
bevoegdheden hebben, waar het centrale (federale) gezag geen inbreuk op mag maken,
terwijl bij een eenheidsstaat de centrale regering eenvoudig bevoegdheden en takken
kunnen opleggen/ontnemen.
Een confederatie is een samenwerking van onafhankelijke staten of deelstaten die samen
een staat vormen.
Het verschil tussen een federale staat en een confederale staat is dat bij een federale staat de
deelstaten geen vetorecht hebben ter zake van een grondwetswijziging en onderlinge
bevoegdhedenafbakening, alsmede dat zij niet zomaar uit het federale verband kunnen treden.
De EU vertoont trekken van beide. Enerzijds vertoont de EU kenmerken van een federale staat,
omdat sprake is van een bevoegdhedenverdeling tussen de EU en de lidstaten, waarbij EU-regels en
besluiten prevaleren boven het nationale recht en er is op veel gebieden sprake van
meederheidsbesluitingvorming. Anderzijds vertoont de EU kenmerken van confederale constructie
omdat een aantal bvoegdheidsgebieden van de EU, waarbij besluitvorming plaatsvindt op basis van
consensus.
Rechtstaat: de staat wordt onder gezag van het recht geplaatst en is niet alleen rechtsscheper, maar
zelf ook gebonden aan het recht. Vereisten:
1. Legaliteitsbeginsel: de grondslag voor uitoefening van overheidsgezag is te vinden in
algemene regels en dit vereiste beoogt te beschermen tegen willekeur en machtsmisbruik
2. Scheiding der machten: wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht moeten uit
elkaar worden uitgeoefend.
3. Onafhankelijke rechterlijke macht: die toezicht en daartoe ook de noodzakelijke
bevoegdheden heeft, op de uitoefening door de overheid van haar beveogdheden.
2
, 4. Bescherming van grondrechten: bescherming van fundamentele rechten van burgers tegen
machtsmisbruik door de overheid.
Er is sprake van een democratische rechtstaat op het moment dat de wetgeving afkomstig is van een
democratisch gelegitimeerde wetgever.
Het legaliteitsbeginsel legt inperkingen van de vrijheid aan banden en vergroot daarmee de
rechtszekerheid en de gelijkheid. Verder is het legaliteitsbeginsel een waarborg tegen misbruik van
macht en willekeur. Het legaliteitsbeginsel kent verschillende gedaanten.
Het staatsrechtelijke legaliteitsbeginsel: overheidsbevoegdheden moeten hun grondslag in
de wet hebben en conform die wettelijke grondslag moeten worden uitgevoerd, art. 89 GW.
Strafrechtelijk legaliteitsbeginsel, art. 16 GW jo. 7 EVRM jo. 1 Sr: geen feit is strafbaar dan
uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling.
Geschiedenis van de Nederlandse organen
Republiek der verenigde Nederlanden (1579-1795)
Val van Karel 5 De instelling van een algemene belasting en vervolging van protestanten hadden
een groeiende ontevredenheid bij de bevolking tot gevolg. In 1568 kwam het tot een opstand onder
leiding van Willem van Oranje. In de Pacificatie van Gent 1576 bevestigt het verbond tussen alle 17
gewesten.
In 1579 kwam de Unie van Utrecht tot stand. In de unie van Utrecht wilde ze het fundament in het
leven roepen voor een nieuwe staat. Schriftelijke gesloten overeenkomst tussen een aantal
Nederlandse gewesten, die een gezamenlijke inzet vastlegde om de Spanjaarden te verdrijven en
waarin daarnaast een aantal staatkundige zaken werd geregeld op het gebied van bijvoorbeeld
defensie, belastingen en godsdienst.
De unie is een confederatie tussen aangesloten provincies. De aan de unie overgedragen
bevoegdheden hadden betrekking op defensie en buitenlandse politie. De unie gaf ook de vrijheid op
private godsdienstbeleving.
De instellingen van het bestuur van de republiek. De Staten-Generaal bestonden uit
afgevaardigden van de staten van de provincies. De Staten-Generaal oefenden zowel
wetgevings- als bestuurstaken uit. Als dagelijks bestuur waren de Staten-General echter niet
geschikt; de besluitvorming verliep langzaam, omdat de leden slechts zeer beperkt mandaat
hadden en voor elke nieuwe kwestie ruggespraak moesten houden met de staten van hun
provincie. Er moest met unanimiteit een beslissing worden genomen.
o Het Republiek der Verenigde Nederlanden was een statenbond/confederatie waarin
de gewesten elk een eigen bestuursinrichting en wetgeving hadden. De juridische
grondslag van de statenbond (Unie van Utrecht 1579) was slechts als defensief
verbond.
o De belangrijkste organen waren de staten-generaal. Zij werden niet democratisch
gekozen en waren hoofdzakelijk belast met het bestuur van de provincies. De
vertegenwoordigers van deze staten kwamen bijeen in de Staten-Generaal, een
permanente vergadering van afvaardigingen van de 7 gewesten.
o Onder de Republiek der verenigde Nederlanden hadden alle gewesten hun eigen
staats-en bestuursrecht. In elk gewest oefende de staten het algemeen bestuur uit
en was een kleiner college belast met het dagelijks bestuur. Deze bestuursorganen
worden bijgestaan door de standhouder en pensionaris. Stadhouders waren
plaatsvervangers voor landsheren.
3
, Bevoegdhedenverdeling. In de Republiek lag de soevereiniteit bij de provincies.
Godsdienst: in alle provincies werd alleen de gereformeerde godsdienstoefening toegestaan
en de katholieke godsdienstuitoefening werd uit het openbare leven uitgebannen. Wel bleef
de vrijheid van particuliere godsdienstbeleving in de Repbliek bestaan.
Bij de Unie van Utrecht werd een confederatie ingesteld: een gemeenschap met een relatief zwak
bestuurlijk centrum waar de soevereiniteit nominaal bij de provincies lag.
Het plakkaat van verlatinge 1581 was een onafhankelijkheidsverklaring van Spanje. Het Plakkaat
werd samengesteld vanuit de overtuiging dat vorst en volk een soort ongeschreven contract met
elkaar hadden. Als de vorst zich als een tiran zou gedragen of in strijd met de rechten en vrijheden
van de gewesten regeerde, dan kon hij worden afgezet. Volgens de Nederlandse gewesten had Filips
II zijn rechten op de Nederlanden verspeeld. De wil van het volk is in het hedendaagse ook een
uitgangspunt. De landsheer wordt afgezworen en men gaat gezamenlijk en zelfstandig verder.
De Vrede van Münster was een verdrag dat op 15 mei 1648 in Münster gesloten werd tussen Spanje
en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, waarmee aan de Tachtigjarige Oorlog tussen
Spanje en de opstandelingen in de Republiek een einde kwam en de Republiek als soevereine staat
erkend werd.
Door de decentrale opzet van de Republiek hadden de stedelijke handelselites alle mogelijkheden
zich te ontplooien met ongekende economische bloei in de gouden eeuw tot gevolg. Na de inval van
het Franse leger in 1795 werden de staatrechtelijke beperkingen binnen de Republiek in feite al niet
meer door de Unie gereguleerd en met de aanvaarding van de Bataafse staatsregeling.
De Bataafse republiek (De Franse tijd) (1795-1813)
De eenheidsstaat werd gevestigd en vrijwel alle bestaande organen werden afgeschaft.
De val van de republiek maakte een einde van de soevereiniteit van de gewesten en in de
staatsregeling van 1798 werd gesproken van een eenheidsstaat. Het grondgebied werd
verdeeld in departementen en de voorrechten en de verschillen in organisatie van stad en
land werden afgeschaft.
Met de inval van Frankrijk en daarmee de uitroeping van het Bataafse Republiek kwam de
staatsregeling voor het Bataafse volk. De Staatsregeling van het Bataafse kan worden
beschouwd als de eerste Nederlandse grondwet. Haar belangrijkste principes ontleende zij
aan de verlichting. Ook heeft de trias politica een belangrijke invloed gehad op de debatten
die over de staatsstructuur van Nederland worden gevoerd. De staatsregeling gaat uit van de
soevereiniteit van het volk, dat zich manifesteert in een gekozen volksvertegenwoordiging en
zich openbaart als de algemene wil.
De Bataafse omwenteling was het begin van een nieuwe periode in het bestaan van
Nederland. Eeuwenoude staatsrechtelijke structuren en machtsverhoudingen werden
vervangen door nieuwe bestuurlijke principes en organisatievormen.de landelijke
volksvertegenwoordiging nam een belangrijke plaats in binnen het staatsbestel.
Het koninkrijk der Nederlanden
In 1815 werd Napoleon definitief verslagen. Nederland kwam los van Frankrijk. In 1815 moest de in
1814 tot stand gekomen Grondwet al worden herzien vanwege de vereniging van Noord- en Zuid-
Nederland en omdat soeverein vorst Willem inmiddels het koningschap op zich had genomen.
De gedecentraliseerde eenheidsstaat werd in 1814 gevestigd door de grondwet voor de verenigde
Nederlanden. Wetgevende macht bij Vorst en Staten-Generaal samen. Staten generaal was een
vertegenwoordiging van het gehele volk en niet meer van alleen maar de gewesten. Door invloed van
het Weense congres kwam een jaar later de samenvoeging met België tot stand. Dit had het
tweekamerstelsel tot gevolg.
4
, De grootste verandering in de Grondwet van 1848 is de uniformering van het plaatselijk bestuur door
middel van gemeente-en provinciebestuur. Ook de invoering van ministeriële verantwoordelijkheid
en rechtstreeks kiesrecht Tweede Kamer waren belangrijke veranderingen.
De autonome landen hebben elk een eigen geschreven constitutie. Nederland heeft een grondwet en
de andere landen hebben een Staatsregeling.
Het koninkrijk kan niet als federatie worden gezien, omdat de organen van het koninkrijk in
belangrijke mate samenvallen met de organen van het grootste land. In het Statuut wordt bepaald
dat wijzigingen van bepaalde onderdelen van de Staatsregeling goedkeuring behoeven van de
koninkrijksregering. Dit goedkeuringsrecht van het koninkrijk impliceert een belangrijke beperking
van de constitutionele autonomie van landen.
Hoofdkenmerken van het statuut
Vrijwillige aanvaarding: de totstandkoming van het statuut in 1954 en de daarin vervatte
rechtsorde is vrijwillig aanvaard.
Autonomie van landen: slechts weinig specifieke zaken zijn als aangelegenheden van het
koninkrijk aangemerkt.
Gelijkwaardigheid van landen
Onderlinge bijstand en samenwerking
Statuut en grondwet dienen in nauwe samenhang met elkaar te worden gelezen en toegepast.
Bepaalde grondwetswijzigingen kunnen niet plaatsvinden als niet tegelijkertijd het statuut wordt
gewijzigd. De samenhang komt ook naar voren in de bijzondere procedure voor statuutswijzigingen.
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rue2015. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.